Van onervaren burgerinitiatief naar volwaardige participatie-organisatie
Op gelijke voet
Tekst Ellen Röling Beeld Aagjestudio
In de warmtetransitie nemen burgers steeds vaker hun warmtevoorziening in eigen hand. Daarmee zijn ze een serieuze derde oplossingsroute voor verduurzaming van wijken, naast overheid en markt. Maar als het gaat om ervaring en organisatiegraad, beginnen ze vaak semiprofessioneel. Hoe daarmee om te gaan? DuurzaamDoor, Energie Samen en LSA-bewoners verkennen en ontwikkelen instrumenten om de nieuwe publiek-civiele samenwerking vorm te geven, zoals het Opgroeirecht.
‘Je kunt van een initiatief niet verwachten dat het vanaf het begin als een gelijkwaardige partner functioneert,’ zegt Irma Straathof
‘Initiatieven
moeten
kunnen groeien’
Opgroeirecht is kort gezegd het recht van organisaties om naar volwassenheid te groeien, stelt Irma Straathof, secretaris van de participatietafel Energie van DuurzaamDoor. DuurzaamDoor wil de duurzaamheidstransitie helpen versnellen door relevante partijen rond belangrijke transitiethema’s bij elkaar te brengen en te leren over samenwerking en de wrijving daarin. ‘Je kunt van een initiatief niet verwachten dat het vanaf het begin als gelijkwaardige partner functioneert. In exploitatie en beheer van een warmtevoorziening moeten ze nog groeien. Je kunt ze als een start-up beschouwen. Ze zullen vanaf het begin ook niet alle bewoners van de buurt achter zich hebben. Of direct een volwaardige partner zijn voor commerciële partijen. Het Opgroeirecht geeft ze tijd om geleidelijk op te groeien tot professionele organisaties.’
Nieuw instrumentarium Door het evaluatierapport van het Overlegorgaan Fysieke Leefomgeving (OFL) over participatie bij aardgasvrije wijken kwam het Opgroeirecht breder in de belangstelling. OFL stelt dat het huidige bestuurlijke, juridische en economische systeem rondom aardgasvrije wijken er niet voldoende op is ingericht om maatschappelijke initiatieven te ondersteunen of te laten groeien. De bestaande financieringsmodellen, aanbestedingsvoorwaarden en subsidieregelingen zijn vaak niet passend. Om het maatschappelijk initiatief volwaardig te laten deelnemen, is het dus noodzakelijk om een nieuw juridisch en financieel instrumentarium voor publiek-civiele samenwerking te ontwikkelen. OFL onderstreept dat daarbij rekening gehouden moet worden met het Opgroeirecht: de tijd die maatschappelijk initiatief nodig heeft om kennis en kunde te verzamelen om het speelveld op gelijke voet te kunnen betreden.
Maatwerk De proeftuin Warmteproject KetelhuisWG Amsterdam behoort tot de eerste initiatieven die het Opgroeirecht al claimde bij de gemeente. Het bewonerscollectief wilde zelf haar warmtevoorziening ontwikkelen en in eigendom nemen. Daarbij werd contractueel vastgelegd dat het opgroeien in drie fasen gebeurt. Bij elke faseovergang is er een duidelijke mijlpaal die bereikt moet zijn. ‘Opgroeirecht is dus ook gelijk een opgroeiplicht,’ stelt Straathof. ‘Maar wat is Opgroeirecht? Welke afspraken maak je dan? En hoe zie je mijlpalen? Welke verplichting hoort daarbij? Nu geeft iedereen daar nog een eigen invulling aan en dat is prima. Maar om het Opgroeirecht steviger neer te kunnen zetten en handreikingen te maken voor initiatieven en overheid, willen we samen met onze partners meer invulling geven aan het begrip. Het Opgroeirecht tot op detail vastleggen zal niet gebeuren. De transitie blijft maatwerk, waarbij gemeente en initiatief elkaar in vertrouwen bij de hand nemen en stappen zetten. ◼
Meer informatie over de samenwerkingsinstrumenten vind je eind 2022 op www.duurzaamdoor.nl.
Deel dit artikel