Tekst Maurits van den Toorn
Semi-integraal Zorgakkoord
Van de reacties op zijn Integraal Zorgakkoord is minister Kuipers het lachen waarschijnlijk wel vergaan. Beeld Arenda Oomen
Het afremmen van de groei van de zorguitgaven is de heilige graal van elk kabinet. Niet voor niets, in 2000 kostten zorg en welzijn ruim 45 miljard euro, in 2010 was dat 85 miljard en in 2020 115 miljard, aldus het CBS. De oorzaken van de groei zijn bekend: meer vraag door vergrijzing en bevolkingstoename, meer aanbod door steeds betere en duurdere technieken en medicijnen. Probeer er maar eens wat aan te doen. De pogingen van minister Borst (1994-2002) om door budgettering de groei af te remmen leidden tot lange wachtlijsten en waren een van de ‘puinhopen van Paars’ waarop Pim Fortuyn zijn politieke carrière kon grondvesten. De les ervan: als mensen niet de zorg krijgen waar ze recht op menen te hebben, zijn de rapen gaar. Aan minister Kuipers van VWS nu de schone taak om het weer te proberen. Dat gebeurt met het half september gesloten Integraal Zorgakkoord, een van de eerste grote beleidsplannen van het kabinet. Trotse tweets van minister Kuipers natuurlijk, dat heeft de afdeling communicatie van het ministerie wel geregeld, alleen is het (nog) niet zo integraal als de naam belooft. De huisartsen hebben niet getekend, terwijl zij volgens de nieuwe opzet van het zorgstelsel juist een grotere rol krijgen. Het is dan ook niet het handigste moment om juist nu met een bezuiniging van 132 miljoen op de huisartsenzorg te komen. Ook elders zijn de hakken al in het zand gezet na de aankondiging dat de thuiszorg het met 600 miljoen minder moet gaan doen.
Mondkapjesdeal
Met het verschijnen van het onderzoek van Deloitte naar de mondkapjesdeal ging de aandacht vooral naar Van Lienden & co. en hun steeds sneuere pogingen om recht te praten wat krom is. Inmiddels zijn de heren afgezakt tot de dooddoener dat ‘de communicatie beter had gekund’. Bekend was al dat het Landelijk Consortium Hulpmiddelen (LCH) eigenlijk niet op hun aanbod in wilde gaan, maar zwichtte onder politieke druk. Verklaarbaar: er was crisis, de achtereenvolgende ministers Bruins en De Jonge van VWS lagen onder vuur van Kamer en media en moesten snel met iets komen. Dat er uiteindelijk geen tekort was aan mondkapjes is wijsheid achteraf. Tot zover is het eigenlijk business as usual. Maar Deloitte meldt ook: ‘Aangezien VWS een groter dan gemiddelde betrokkenheid heeft gehad bij de totstandkoming van de overeenkomsten met RGA [Relief Goods Alliance, de commerciële onderneming van Van Lienden & co., red.], ook in vergelijking met de overeenkomsten die zijn afgesloten met de meeste andere leveranciers, is sprake van een verschil van inzicht tussen het LCH en VWS over de verantwoordelijkheid voor (een deel van) de met RGA gemaakte afspraken.’ De vraag waarom het ministerie c.q. de ministers juist bij deze deal, te midden van tientallen of honderden andere, zoveel betrokkenheid vertoonden, blijft onbeantwoord en biedt voer voor speculaties. We doen er eentje: Van Lienden was een soort wonder boy in het CDA. Het is afwachten of Van Lienden & co. strafrechtelijk ter verantwoording zullen worden geroepen. Minstens zo interessant is de vraag of er ooit politieke verantwoording volgt. Vermoedelijk hebben de betrokkenen tegen die tijd geen actieve herinnering meer aan de affaire.
Pensioenakkoord
De Kamer is dezer weken aan het debatteren over een ingrijpende wetswijziging waar bijna elke Nederlander mee te maken krijgt: een nieuwe structuur van de pensioenen. Kort samengevat staat voortaan niet op voorhand vast welk pensioenbedrag iemand uiteindelijk krijgt. De pensioenpot van ruim 1500 miljard euro moet daarvoor worden omgezet naar het nieuwe stelsel, oftewel herverdeeld. Streefdatum daarvoor is 1 januari 2027, de wet zou daarvoor op 1 januari 2023 moeten ingaan. Alleen is het discussiëren over die wet momenteel nog een soort droogzwemmen omdat de scenario’s die de basis vormen voor de komende herverdeling er nog niet zijn. Minister Schouten verwacht ze uiterlijk in november. Kamerlid Pieter Omtzigt wees er in een opiniestuk in de Volkskrant op dat er de afgelopen decennia in geen enkel economisch scenario ooit is uitgegaan van een inflatie van 13 procent. Ook de commissie die kijkt naar de grondslagen voor de toekomstige pensioenverdeling heeft dat niet gedaan, terwijl veel kleinere economische veranderingen al grote gevolgen kunnen hebben voor het pensioen dat iemand ontvangt. Omtzigt stelt in zijn artikel: ‘Het nu behandelen van deze wet is natuurlijk onzorgvuldig. De allergrootste herverdelingsoperatie in Nederland in gang zetten zonder de precieze parameters van de herverdeling te kennen, betekent het verzaken van het nauwkeurig wegen van de wetgeving, de kerntaak bij uitstek van het parlement.’ Econometrist Omtzigt is in dit onderwerp gespecialiseerd. Zulke opmerkingen kun je dan ook maar beter serieus nemen.
Traag op toeren
De rijksoverheid is een reclamecampagne gestart om inwoners aan te sporen minder energie te gebruiken. Beeld Rijksoverheid
Traagheid is de gebruikelijke gang van zaken bij de kabinetten-Rutte. De aanpak van grote problemen komt langzaam op gang – zie de manier waarop corona te lijf werd gegaan, waarbij Nederland met de vaccinaties lange tijd onder aan het lijstje bungelde. Ook nu duurde het lang voor er actie kwam, nota bene door druk van de PvdA en GroenLinks. Regeringen elders kondigden al weken of zelfs maanden geleden maatregelen aan tegen de hoge energieprijzen, maar hier was de reactie dat het erg gecompliceerd was of domweg niet kon vanwege Europa, de gebruikelijke uitvlucht. Premier Rutte gaf uiteindelijk bij de algemene politieke beschouwingen toe dat hij in Brussel wat alerter had kunnen zijn op wat andere landen gingen doen, maar hij was er ‘onvoldoende op geïnformeerd’. Je zou het als een soort sorry kunnen horen, maar eigenlijk lag het dus niet aan hem. Zoals eerder raakt de machine uiteindelijk wel op toeren, maar het negatieve beeld is dan al gevestigd. Niet voor niets krijgt het kabinet momenteel in alle peilingen dikke onvoldoendes. Achteraf is er vaak lacherig gedaan over de gedragen tv-toespraak van minister-president Den Uyl ten tijde van de oliecrisis in 1973, maar wie hem toen gezien heeft kan het zich herinneren en het was ook glashelder dat we in een uitzonderlijke situatie zaten die uitzonderlijke maatregelen vergde (al bleek het achteraf mee te vallen). Nu moeten we het doen met een reclamecampagne: zet de knop om.
Energie- en armoedecrisis
Hoofdeconoom Marieke Blom van ING heeft gewaarschuwd dat vooral hogere inkomens profiteren van de verlaagde brandstofaccijns
Het kabinet heeft met stoom en kokend water een “prijsplafond” voor gas en stroom in elkaar geknutseld vanaf 1 januari en verwacht dat het termijnbedrag dat mensen moeten betalen al per 1 november omlaag kan. Chapeau! Het ministerie van Economische Zaken verlengt de verlaging van de accijns op brandstof tot juli 2023 en de meest kwetsbare huishouders krijgen opnieuw een energietoeslag. Het moet allemaal nog worden uitgewerkt, terwijl al vaststaat dat niet alle maatregelen even effectief zijn. Economen, onder meer hoofdeconoom Marieke Blom van ING in Publiek Denken 36, hebben al lang gewaarschuwd dat vooral hogere inkomens profiteren van de verlaagde brandstofaccijns omdat ze gemiddeld meer kilometers afleggen in grotere auto’s. Het kabinet wekte lange tijd niet de indruk de hoge energieprijzen erg urgent te vinden en wilde eigenlijk pas vanaf 1 januari met maatregelen komen. Logisch dat de oppositie daar vuur over spuwde, maar ook de ChristenUnie dat te lang duren. Gert-Jan Segers zei in de Volkskrant daarover: ‘Als het kabinet het niet zegt, zeg ik het: we laten u niet vallen.’ Dat was een mooi staaltje profilering van een coalitiepartner, zo vlak voor Prinsjesdag.
Jeugdzorg
De problemen in de jeugdzorg moeten binnen 6 weken worden aangepakt. Beeld Shutterstock
Minister Franc Weerwind (Rechtsbescherming) en staatssecretaris Van Ooijen (Jeugd en Preventie) moeten van de Kamer binnen 6 weken de acute problemen in de jeugdzorg aanpakken. Er moet zo snel mogelijk een plan komen om de zorg voor onder toezicht geplaatste kinderen te verbeteren en tegelijk uithuisplaatsingen zo veel mogelijk te voorkomen. Aldus de strekking van een motie van de vier coalitiepartijen. De bewindslieden konden dan ook niet anders doen dan hem overnemen. De eerder toegezegde 40 miljoen euro extra voor de jeugdzorg was onvoldoende om de gemoederen tot bedaren te brengen. Ook de Inspectie van Justitie en Veiligheid en de Inspectie van Gezondheidszorg en Jeugd willen dat het kabinet snel iets doet om kinderen in de jeugdbescherming tijdig passende zorg te bieden. Wordt dit de ommekeer? Sinds de decentralisering van de jeugdzorg in 2015 zijn er al talloos veel rapporten opgesteld waaruit steeds weer bleek dat er te veel op deze zorg is bezuinigd waardoor de werklast voor de medewerkers steeds verder toeneemt, de administratieve belasting de spuigaten uitloopt, de wachttijden te lang zijn en dat door die lange wachttijden meer zware zorg nodig is die duurder is en meer tijd kost, enzovoort. Nu met een plan de problemen oplossen, is een illusie, al was het maar omdat er op korte termijn niet of nauwelijks gekwalificeerde mensen te vinden zijn die het moeten gaan doen. De motie, hoe goedbedoeld ook, heeft alles in zich om een lege huls te worden. Maar dat geldt voor veel meer van de 1665 moties die vorig jaar werden ingediend.
Deel dit artikel