Show me the money!
Investeren in iets onbetaalbaars
Tekst Jelle van der Meulen Beeld Shutterstock
Vlak voor het zomerreces nam de Tweede Kamer een motie aan om meer gebruik te gaan maken van burgerbudgetten. Door burgers mee te laten beslissen over een deel van het budget moet de democratie sterker worden en het vertrouwen in de overheid herstellen, aldus indieners Laurens Dassen (Volt) en Inge van Dijk (CDA).
Door burgers te laten meebeslissen hoe overheidsgeld wordt besteed kun je bouwen aan de democratie
Inge van Dijk
‘Invloed op beleid is niet beperkt tot het stemhokje’
De ene affaire is nog niet voorbij of de andere dient zich alweer aan. De maatschappelijke problemen waar we voor staan zijn divers, maar veel crises hebben een belangrijk en zorgwekkend element gemeen: het vertrouwen in de overheid is laag of krijgt juist door de crisisbehandeling een knauw. ‘In sommige gevallen is er niet alleen een gebrek aan vertrouwen, maar gaat het om actief wantrouwen’, zegt Laurens Dassen. ‘Dat vertrouwen kan worden teruggewonnen door het ook te geven. We moeten in Nederland beter luisteren naar waar mensen tegenaan lopen en welke oplossingen ze zelf zien.’
Voorbij het stemhokje Het burgerbudget, waarbij burgers mede beslissen over hoe overheidsgeld wordt besteed, kan daar bij helpen. Dassen en Van Dijk menen dat burgerbudgetten de democratie kunnen versterken. Democratie gaat verder dan eens in de zoveel tijd met het rode potloodje een vakje in te kleuren, vinden Dassen en Van Dijk. Dassen: ‘Het is een doorlopend gesprek, waaraan elke Nederlander mee moet kunnen doen.’ Van Dijk: ‘Invloed op beleid is inderdaad niet beperkt tot het stemhokje. Met burgerbudgetten boort de overheid juist de kennis van de samenleving aan.’ Ook moeten burgerbudgetten kosten besparen. Dassen haalt de Algemene Rekenkamer aan, die onlangs concludeerde dat tussen balie en beleid een flink gat is ontstaan. ‘De papieren werkelijkheid sluit lang niet altijd aan op de dagelijkse werkelijkheid van burgers, met ondoelmatig beleid en geldverspilling tot gevolg. Geef je burgers zeggenschap over het oplossen van hun directe, dagelijkse problemen, dan worden kosten van ondoelmatig beleid lager.’ Van Dijk wacht liever af of burgerbudgetten werkelijk kostenbesparend zijn. Het is ook niet het hoofddoel, zegt ze. ‘Als een burgerbudget goed functioneert en ook nog eens eigenaarschap, betrokkenheid en gemeenschapszin stimuleert, investeer je in iets onbetaalbaars.’
Participatieve begroting Burgerbudgetten vinden hun oorsprong in Brazilië. De zuidelijk gelegen stad Porto Alegre werkt sinds 1989 met een zogeheten participatieve begroting. Daarbij wordt de gemeentelijke begroting jaarlijks bepaald nadat uitgebreid met bewoners is gesproken over hun wensen en behoeften. De Braziliaanse casus laat volgens Dassen zien dat burgerbudgetten niet alleen de usual suspects bereiken, wat bij andere vormen van burgerparticipatie meer dan eens het geval is. ‘Daar is het juist ontstaan om mensen uit armere bevolkingsgroepen te activeren en om beleid te maken dat aansluit op de problemen die zij ervaren. Vertaal je dat naar Nederland, dan kun je er bijvoorbeeld als gemeente voor kiezen om alleen bepaalde wijken in aanmerking te laten komen voor burgerbudgetten.’ Burgerbudgetten kunnen voor tal van onderwerpen worden ingezet, meent Dassen: van milieu tot onderwijs, van huisvesting tot klimaat. In armere wijken kunnen ze dienen om armoede te bestrijden. Van Dijk voegt toe dat het vooral belangrijk is beleid met mensen te maken, in plaats van over ze. ‘Vraag je voor welke maatschappelijke vraagstukken burgerbudgetten zich goed lenen, doe dat dan vooral aan de inwoners zelf! Dit zijn geen zaken die wij politici van achter ons bureau moeten bedenken. Wat vinden burgers belangrijk, waar lopen zij tegenaan?’
Sterke overheid Na jaren van laisser-faire en een beroep op de zelfredzame burger leek de sterke overheid tijdens de coronacrisis volledig terug. In huidige crises – neem het boerenvraagstuk of de klimaatproblematiek – treedt de overheid minder besluitvaardig op, terwijl dat wel nodig is, meent Dassen. ‘Een sterke overheid is er een die problemen tijdig ziet aankomen, met oplossingen komt en daarvoor draagvlak creëert onder de bevolking. Die duidelijke kaders stelt, tijdig bijstuurt en soms de regie overneemt. Dat is iets wat we de afgelopen decennia te weinig hebben gezien.’ Burgerbudgetten maken idealiter deel uit van een sterke overheid, meent Dassen. ‘Het vormt geen vervanging van die sterke overheid, maar is juist een aanvulling daarop. Het maakt het mogelijk dat problemen, signalen en ideeën gedeeld worden die niet via de bekende politieke kanalen op tafel komen. Democratie bloeit door democratisch betrokken burgers, mensen die zich actief inzetten voor het algemeen belang. Een sterke overheid kan niet bestaan zonder sterke democratische achtergrond.’ Van Dijk vult aan: ‘Een overheid is niet sterk als ze met stevige arm maatregelen handhaaft. Een overheid is werkelijk sterk als ze in samenspraak met burgers oplossingen zoekt voor maatschappelijke problemen.’
Vertrouwen De eerste experimenten met burgerbudgetten hebben plaatsgevonden op lokaal niveau. Op den duur moeten ze echter breder kunnen worden ingezet, meent Van Dijk. ‘Ik zou niet weten waarom we het niet ook voor andere overheidslagen zouden doen. Maar laten we eerst het onderzoek hierover afwachten. Als je het doet, moet je het goed doen.’ Het vertrouwen van de burger zal de overheid terug moeten verdienen, besluit Van Dijk. ‘Een belangrijk onderdeel van vertrouwen krijgen is inderdaad het zelf geven van vertrouwen. Dat doe je met het beschikbaar stellen van burgerbudgetten.’ Dassen: ‘Door burgers direct invloed te geven op beleid, kunnen we de politieke impasse doorbreken en het vertrouwen terugwinnen. Nu is het aan het kabinet om hier serieus werk van te maken.’ ◼
‘Democratie bloeit met de hulp van betrokken burgers’
Laurens Dassen
Deel dit artikel