Tekst Gert Riphagen
Het is een discussie die steeds weer oplaait: het al dan niet bovenmatig gebruik van vreemde woorden in de Nederlandse taal, met name Engelse woorden. Je gevoel zegt dat het toeneemt, maar in welke mate is onzeker. Dat hangt deels ook van je anti- of sympathie af. En hoe onwenselijk het fenomeen werkelijk is, valt ook nog te bezien.
‘Niemand haalt het in zijn hoofd om een computer een tiktafel te noemen’
Een parlementair verslaggever van NRC was het gebruik van Engelse woorden onlangs opgevallen tijdens de algemene politieke beschouwingen in de Tweede Kamer en schreef daarover in de krant. Minister-president Rutte zei bijvoorbeeld meerdere keren dat hij mensen die getroffen worden door de sterk gestegen energieprijzen whatever it takes wil helpen. En hij sprak over de determination waarmee Oekraïne terrein aan het terugwinnen is. Rutte zei ‘dat uiteindelijk Ukraine will prevail’. In diezelfde krant schreef Japke-d. Bouma in haar taalrubriek “Japke-D. denkt mee” over een in het AD gesignaleerde nieuwe trend op de arbeidsmarkt: quiet quitting: alleen nog maar het hoognodige doen op je werk en niks extra’s. Die trend komt, uiteraard, uit Amerika. De NRC-columniste ging vervolgens helemaal los op het thema en verzette zich nogal tegen dat quiet: ‘Hoezo quiet? Je moet helemaal niks quiet doen op je werk. Juist dan verdwijn je naar de achtergrond. Je moet alles luid doen, zodat niemand meer om je heen kan.’ Waarna ze eindigde met een pleidooi voor loud working.
Haarwas Wie dem auch sei, om er eens een germanisme tegenaan te gooien: ik heb het een beetje opgegeven om mij al te druk te maken over die vreemde woorden. Het zal de leeftijd wel zijn. Alhoewel: hoe ouder, hoe kritischer en hoe meer vroeger alles beter was. Bij mij valt dat dus (nog) wel mee. Bovendien, zoals ik al jaren geleden in een column stelde: ‘Ik schrijf dit stukje op een computer: een desktop op mijn werk of thuis een laptop. Na afloop maak ik voor de zekerheid een printje. En bij twijfel over een bepaald woord raadpleeg ik online de Woordenlijst Nederlandse Taal of surf ik naar een ander taalprogramma. Computer, desktop, laptop, printje, online, surfen... Het zijn inmiddels ingeburgerde van oorsprong vreemde woorden, maar niemand stoort zich hieraan. Het computertijdperk heeft de Nederlandse taal gebombardeerd met Engelse woorden die waren ingeburgerd voordat je er erg in had. En wie noemt, by the way, shampoo nog haarwas? Wel stel ik een ondergrens bij eenvoudig te vermijden vreemde woorden. Een expertmeeting is gewoon een deskundigenbijeenkomst, stakeholders zijn gewoon sleutelfiguren, soft skills zijn gewoon sociale vaardigheden, input is inbreng en output resultaat, good practices zijn goede (praktijk)voorbeelden en een quick scan is een doorlichting. Het is voor elke ambtelijke schrijver een kleine moeite om dergelijke vreemde woorden te vermijden.
Vreemdewoordenlijst:
By the way: overigens Computer: computer Determination: vastberadenheid Good practices: goede praktijkvoorbeelden Input: inbreng Jeans: spijkerbroek Loud working: luid(ruchtig) werken Nurse practitioner: verpleegkundig specialist Output: uitkomst Physician assistant: medikundige Quiet quitting: op je gemak werken Soft skills: sociale vaardigheden Stakeholders: sleutelfiguren Telemedicine: digitale geneeskunde There is always hope: houd moed! Ukraine will prevail: Oekraïne zal overwinnen Whatever it takes: alles wat nodig is Wie dem auch sei: hoe dan ook
Moerstaal Toch is dat niet altijd mogelijk. In mijn tijd als notadokter bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport stuitte ik geregeld op nieuwe of moeilijk te vertalen vreemde woorden. Vaak waren dat vaktermen die nog niet zo ingeburgerd waren en ook moeilijk te vertalen, zoals destijds telemedicine, physician assistent of nurse practitioner. Elk ministerie heeft zo wel zijn vreemde woorden en vaktermen. Mijn advies is dan altijd om toch te proberen ze van een vertaling te voorzien, desnoods tussen haakjes of in een bij een brief of nota te voegen verklarende woordenlijst. Dergelijke woordenlijsten, waarin ook vaktermen (jargon) een plek kunnen krijgen, hebben een heel nuttige, want opvoedende functie. Via internet is het, als bijkomend voordeel, ook heel eenvoudig om dergelijke lijsten actueel te houden. Wat is nu de moraal van dit verhaal? Houd je moerstaal in ere waar dit kan en dat kan vaker dan je denkt. Maar wees niet blind voor de werkelijkheid dat vreemde woorden op termijn vaak hun vreemd-zijn verliezen en soms ook beter beklijven dan goedbedoelde vertaalpogingen. Niemand haalt het in z’n hoofd om een computer een tiktafel te noemen en software zachte waar. Jeans is daarentegen wel weer gewoon een spijkerbroek. There is always hope! ◼
Deel dit artikel