Inwoners bij beleid betrekken is kwestie van maatwerk
Elke gemeente is anders
Tekst Bas Nieuwenhuijsen Beeld VNG
In de nieuwe coalitieakkoorden die na de gemeenteraadsverkiezingen zijn gesloten, speelt burgerparticipatie overal een rol. ‘Er is in gemeenteraden veel energie om burgers en bedrijven bij besluiten te betrekken,’ merkt Frank Speel, programmamanager Lokale Democratie bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten die de coalitieakkoorden heeft geanalyseerd. Maar hoe pak je burgerparticipatie aan?
Frank Speel: ‘Wees duidelijk over wat je met de inbreng van burgers en bedrijven doet’
‘Burgerparticipatie wordt steeds fundamenteler aangepakt’
‘Burgerparticipatie is een containerbegrip, waarmee we alles aanduiden wat je doet om burgers en bedrijven bij de besluitvorming in de gemeente te betrekken,’ zegt Speel. ‘Dat is een variëteit aan activiteiten. De gemeente kan inwoners bijvoorbeeld laten meepraten en informeren op inspraakavonden; soms is dat ook wettelijk verankerd, zoals bij bouwprojecten. De gemeente kan ook mensen naar hun ideeën vragen, bijvoorbeeld rond strategische thema’s zoals het formuleren van een toekomstvisie, of suggesties ophalen, voor onder meer het profiel van een nieuwe burgemeester. Of burgers laten meebeslissen over belangrijke onderwerpen zoals de energietransitie, waarmee grote investeringen gemoeid zijn voor onder andere eigenaren van woningen.’ Speel: ‘Bij deze grote maatschappelijke opgaven is burgerparticipatie absoluut noodzakelijk. Wel goed om duidelijk aan te geven waarover wel en waarover niet kan worden meegesproken en mee–gedacht en in welke fase. Een voorbeeld hiervan is de gemeente Overbetuwe: “Een belangrijk onderdeel van burger–participatie is ook het tevoren helder zijn over de mate van inspraak en invloed (voorstel wijzigen, voorstel deels wijzigingen, voorstel niet wijzigen)”.’ ‘En er ligt nu een wetsvoorstel voor participatie op decentraal niveau om onder meer een uitdaagrecht te regelen. Burgers kunnen dan met voorstellen komen, als ze denken dat ze een gemeentelijke taak zelf beter of efficiënter kunnen uitvoeren. Denk aan groenvoorzieningen, een buurthuis ontwikkelen of een buitenzwembad runnen.’
Maatwerk ‘Gemeenten maken hierin zelf keuzes, zodat ze tot maatwerk kunnen komen,’ zegt Speel. ‘De afgelopen tijd heb ik veel hierover met gemeenteraden in het hele land gepraat. Vaak vragen ze me dan naar de beste voorbeelden. Daar hebben we bij de VNG wel een overzicht van, maar je moet eigenlijk eerst de vraag stellen wat de gemeente nou zelf wil, ook op de lange termijn. Want je moet burgerparticipatie niet een keer op touw zetten en je daarna weer terugtrekken in het gemeentehuis. Dat werkt niet, burgers en bedrijven willen vaker meedenken. Ik vind het ook een morele plicht voor gemeenten om dat mogelijk te maken.’ ‘Maar elke gemeente is anders. In plattelandsgemeenten met veel dorps–kernen is het vaak vanzelfsprekend dat de mensen meepraten. De afstand tot elkaar en tot het gemeentebestuur is daar vaak kleiner dan in middelgrote en grote gemeenten. Aan de andere kant hebben die juist meer middelen en kunnen ze bijvoorbeeld een aparte ambtenaar voor burgerparticipatie aanstellen.’ ‘In vergelijking met 4 jaar geleden zie je dat burgerparticipatie overal speelt en steeds fundamenteler wordt aangepakt,’ zegt Speel. ‘Gemeenten weten heel goed dat je de inwoners altijd tegenkomt en nodig hebt. Door de decentralisaties hebben gemeenten belangrijke taken erbij gekregen. Tegelijkertijd is het vertrouwen van mensen in overheden gedaald. Nu het vertrouwen in de landelijke politiek afneemt, neemt het belang van de lokale politiek toe. Gemeentebesturen beseffen dat ze de eerste overheid zijn voor hun inwoners en dat ze door burgerparticipatie goed in te vullen bijdragen aan herstel van vertrouwen.’ ‘Burgemeester Miranda de Vries van Etten-Leur zei het treffend: “Democratische vernieuwing is volhouden en planmatig leren, omdat de oplossing van inwoners soms beter is dan de oplossing van de gemeente”.’
Digitale middelen Maar hoe doe je dat dan in de praktijk? Volgens Speel is er niet een antwoord op die vraag te geven. ‘Het beste is een mix van onderwerpen en mogelijkheden. Kies welk onderwerp je centraal stelt en bepaal welk middel daar goed bij past. Veel mensen vinden fysieke bijeenkomsten prettig, omdat ze behoefte hebben aan samenkomen. Daarnaast kun je digitaal overleg inzetten, dat sinds de coronacrisis is opgekomen. Dat is ideaal voor bijvoorbeeld gezinnen met jonge kinderen, die spitsuur hebben als er een inspraakavond is. Digitale middelen kunnen ook helpen om groepen bij burgerparticipatie te betrekken, die anders niet meedoen. Vaak zie je steeds dezelfde mensen die hun mening geven of actievoeren, maar je wilt natuurlijk bredere betrokkenheid stimuleren.’ Digitale middelen voegen echt wat toe als je ze goed inzet, aldus Speel. ‘Ik zie dat er ook steeds meer aandacht is voor specifieke doelgroepen. Wil je bijvoorbeeld jongeren bereiken, dan werkt het waarschijnlijk beter om ze een appgroepje te laten vormen dan om ze een brief te sturen. En zoek de mensen op waar ze zijn. In Breda bijvoorbeeld wilde de gemeente mensen laten meepraten over wijkbegrotingen, met als voorwaarde dat zeker 75 procent van de bevolking moest meedoen. Dat lukte niet, tot ze naar de carnavals–verenigingen gingen, toen kwamen ze wel aan die norm.’ ‘Een collega zei laatst over participatie: “We hebben eigenlijk een soort doe-het-zelf-winkel voor inwoners en ambtenaren nodig voor democratisch vakmanschap”.’
Communicatie Nog een belangrijk punt als het om burgerparticipatie gaat: heldere communicatie. Speel: ‘Wees duidelijk over wat je met de inbreng van burgers en bedrijven doet. Zeg er gewoon bij dat de gemeente uiteindelijk beslist, dat vinden mensen vaak helemaal niet erg, als ze maar weten dat hun mening serieus wordt genomen. Als burgerparticipatie alleen maar een vinkje is dat nou eenmaal gezet moet worden, raken ze teleurgesteld en haken ze af.’ Over de verdere ontwikkeling van burgerparticipatie is Speel positief gestemd. Ik citeer graag de burgemeester van Zeist Koos Janssen: “Maak er ook een feestje van, participatie is ook gewoon leuk”. Je ziet dat elke gemeente er nu echt mee bezig is. En ik zie een belangrijke trend: burgerparticipatie was traditioneel een kwestie voor alleen de burgemeester, maar dat verandert. Er wordt nu vaak een combinatie gevormd van de burgemeester samen met de griffier en soms ook de gemeentesecretaris. Daardoor wordt burgerparticipatie beter dan vroeger aangejaagd en in het gemeentebestuur geborgd. Vooral de rol van griffiers is sterk geprofessionaliseerd.’ ◼
Meer informatie over burgerparticipatie, inspiratie, voorbeelden en handreikingen? Ga naar: Lokale-democratie.nl, programma Democratie in Actie.
‘Elke gemeente is er nu echt mee bezig’
Deel dit artikel