Oog op Communicatie
‘Betrouwbare informatie is de basis van alles’
Tekst Jelle van der Meulen Beeld Hilbert Krane
De Voorlichtingsraad viert dit jaar zijn 75-jarige bestaan. In Oog op Communicatie bespreken we met topambtenaren de ontwikkeling van het vak van overheidscommunicatie. In het tweede deel Stephan Schrover, directeur-generaal Rijksvoorlichtingsdienst. ‘We willen meer uitgaan van wat mensen nodig hebben en minder van wat wij als overheid zenden.’
Soms zijn sferen van vertrouwelijkheid nodig, aldus Stephan Schrover
‘We blijven Nederland, zoveel is hier niet af te dekken’
Hoe een dag er uitziet van de hoogste ambtenaar in de communicatie? Die vraag is onmogelijk te beantwoorden, zegt Stephan Schrover in zijn kantoor aan het Binnenhof. ‘We zijn een wat afwijkend departement. Zodra de dag begint, weet je nooit hoe die eindigt. We hebben altijd te maken met de waan van de dag en daarom met een mate van onvoorspelbaarheid. Dat maakt het werk spannend en uitdagend.’
Van bezuinigen naar ontwikkelen De Rijksvoorlichtingsdienst (RVD) is verantwoordelijk voor de communicatie van de minister-president en het kabinet als geheel. Ook verzorgt het de voorlichting over het Koninklijk Huis en maakt het beleid voor de overheidscommunicatie van alle departementen. ‘Regels over communicatie blijven altijd dynamisch,’ legt Schrover uit. ‘Het zijn geen tien geboden, maar richtlijnen. Zet bijvoorbeeld niet de persoon van de bestuurder centraal in je communicatie, maar het beleid. Of, wees altijd herkenbaar als overheid. Het zijn vooral zogeheten don’t be stupid-uitgangspunten, maar die brengen wel grijze gebieden met zich mee. Hoe en wat te communiceren, valt meestal niet met een schaartje te knippen.’ Schrover trad in 2008 in dienst bij de Rijksvoorlichtingsdienst en heeft de nodige veranderingen meegemaakt. In de eerste jaren was bezuinigen het credo, wat ertoe leidde dat de communicatieafdelingen van verschillende departementen meer samen gingen werken. Toen Schrover in 2015 directeur-generaal werd, wilde hij weer meer aandacht besteden aan de inhoudelijke ontwikkeling van het vak. ‘We hebben meer aandacht voor beeld, mede doordat sociale media een enorme vlucht hebben genomen. Maar we kijken ook anders naar gedrag van burgers. Vroeger zagen we burgers als rationele, calculerende wezens. Maar mensen hebben emoties en vertonen patronen in hun gedrag. Daar moet je als overheid met je communicatie op inspelen. We hebben geleerd dat positieve formuleringen, mensen een richting op wijzen in plaats van ge- of verbieden, beter werkt. Daarnaast zijn we veel meer gaan samenwerken met maatschappelijke organisaties en burgers zelf.’
Luisteren Dat laatste, legt Schrover uit, raakt aan een belangrijke functie van communicatiedirecties: weten wat er in de buitenwereld gebeurt. Daar schort het nog weleens aan. Schrover: ‘Dus moeten we daarin blijven investeren. Goed onderzoek blijven doen, in gesprek blijven met burgers. Het vertrouwen is de laatste tijd gedaald in Nederland, zowel in instituties als in de overheid.’ Schrover voert de coronacrisis en de stijgende prijzen aan als belangrijkste verklaringen voor het lage vertrouwen. Hebben de toeslagenaffaire en het Gronings gasdossier niet een veel grotere invloed gehad op het wantrouwen? ‘Het slechte nieuws is dat problemen altijd blijven bestaan,’ zegt Schrover. ‘En het zal ook voorkomen dat je als overheid soms simpelweg disfunctioneert. Vanuit communicatie kunnen wij niet de toeslagensystemen en beleidsprocessen veranderen. Wat we wel kunnen doen, is luisteren. Alles begint bij contact, maar je bent wel afhankelijk van wat er gebeurt (in beleid, red.). Ik snap dat mensen dat lastig vinden, maar de overheid is een ingewikkelde organisatie, met problemen, begrenzingen en belemmeringen.’
Dilemmalogica Dat zal ook nooit veranderen, weet Schrover. Hij werkte in het verleden enige tijd voor Piet Hein Donner, die in het begin van deze eeuw verschillende ministersposten bekleedde. ‘Donner zei ooit: “Beleid uitvoeren is leed aanrichten,” vertelt Schrover. ‘Maatwerk kan dat beperken, maar het is onvermijdelijk dat er altijd mensen ontevreden zullen zijn. Maar ook daar moet je eerlijk in zijn. Het hoort bij goede communicatie om een reëel beeld te schetsen van de mogelijkheden en vervolgens te kijken hoe je samen dingen kunt oplossen.’ Dat is de kern van dilemmalogica, een methode die binnen de overheid de laatste jaren aan terrein wint. Kern daarvan is het meenemen van mensen in de afwegingen die de overheid maakt en hen daar actief bij te betrekken. Schrover: ‘We waren er als overheid lange tijd goed in om een besluit voor te stellen als de beste, enige en ideale optie. Maar er is altijd een alternatief en bovendien heb je soms niet de keuze tussen goed en slecht. Soms heb je een keuze te maken tussen slecht en slechter, of kan iets juridisch niet, of is er geen geld. Ook dat moeten we eerlijk zeggen.’
‘Regels over communicatie zijn richtlijnen, geen tien geboden’
‘Dat er altijd mensen ontevreden zullen zijn, is onvermijdelijk’
Geheimhouden, toedekken en openbaren In 1997 promoveerde Marja Wagenaar op het werk van de Rijksvoorlichtingsdienst tussen 1945 en 1994. Het boek had een veelzeggende ondertitel: geheimhouden, toedekken en openbaren. Zijn die kwalificaties nog steeds van toepassing? Schrover glimlacht en wijst op de boekenkast in de hoek van zijn kantoor. ‘Wagenaar staat hier in de kast. In het verleden is er zeker wel geheimgehouden en waren periodes waarin sprake was van vertrouwelijkheid, met name op het gebied van het Koninklijk Huis. Maar we blijven Nederland; zoveel is hier niet af te dekken. De Rijksvoorlichtingsdienst is vooral bezig met het ontsluiten van informatie en het bewaren van eenheid in communicatie van alle departementen.’ Tegelijkertijd zijn er nu eenmaal sferen van vertrouwelijkheid nodig, vindt Schrover. ‘Neem de kabinetsformatie, waar ik zelf bijzat. De schaduwnotulen van de gesprekken aan tafel hebben meerdere partijen in verlegenheid gebracht en ervoor gezorgd dat ze zich moesten ingraven voor hun achterban. Ook heb je soms bijvoorbeeld te maken met interstatelijke of bedrijfsvertrouwelijke communicatie, wat je niet zomaar kunt openbaren.’ Openheid als uitgangspunt is goed, maar Schrover vindt dat we nu wat zijn doorgeslagen. ‘Het lijkt nu alsof ieder fundamenteel politiek debat eindigt in een feitenrelaas. Het is absurd dat honderden ambtenaren nu bezig zijn met reconstructies. Je zou zeggen: we hebben genoeg uitdagingen voor de toekomst waar je hen voor in wilt zetten.’
Kritiek weerleggen Stevige kritiek op de communicatie van de overheid lijkt de afgelopen jaren toegenomen, maar is volgens Schrover van alle tijden. ‘Die is soms terecht en soms ook niet. Zo ja, dan leggen we verantwoording af, maar zo niet, dan is het goed om de kritiek te weerleggen.’ De afgelopen jaren klinkt bijvoorbeeld vaak dat de communicatietak van de overheid te groot is geworden en vooral gericht is op beeldvorming. Schrover: ‘Kijk je naar de cijfers, dan is het aantal ambtenaren dat specifiek werkt voor bewindvoerders maar klein. Het grootste deel van de communicatieprofessionals werkt om burgers van informatie te voorzien. We krijgen soms ook de kritiek dat de overheid niet weet wat er speelt in het land, maar daar zijn nou juist deze mensen hard mee aan het werk.’ ◼
Zie ook deel 1 Openheid is altijd beter met Cas Teijssen, directeur communicatie van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat.
Deel dit artikel