Alleen ga je sneller
Maar samen kom je verder
Tekst Paul Iske Beeld Shutterstock
Het thema van deze editie van Publiek Denken is ‘Samen werken aan een beter bestaan’. Uiteraard een belangwekkende en positieve ambitie, waar je moeilijk tegen kunt zijn. Maar dat betekent natuurlijk niet dat het allemaal vanzelf gaat. Veel veranderingen, transities en innovaties zijn in onze complexe wereld niet mogelijk zonder de inbreng van diverse partijen met verschillende ideeën, kennis en ambities.
‘We moeten het belang van de individuele prestatie niet onderschatten’
Open innovatie houdt in dat men bij het oplossen van een probleem constateert dat de eigen organisatie zelf niet alle kennis of middelen in huis heeft om de gewenste ontwikkeling te realiseren en daarom op zoek gaat naar een of meerdere andere partijen om het gezamenlijk voor elkaar te krijgen. Hiervoor zijn wel aanvullende competenties nodig. Naast inzicht in de eigen mogelijkheden, is het van belang om in staat te zijn om voldoende te weten van de ontbrekende zaken en de competenties en activiteiten van andere partijen.
Gezamenlijke ambities Maar dat is nog niet genoeg: je moet ook in staat zijn om met de gewenste partijen een gezamenlijke ambitie te formuleren en de samenwerking zo in te richten dat iedereen optimaal kan bijdragen en profiteren van het resultaat. Daarbij moet aandacht besteed worden aan een drietal gebieden. Ten eerste moet er een match zijn tussen de doelen van de individuele partijen en het gezamenlijke doel (strategische fit). Je kunt moeilijk verwachten dat iemand zich kan blijven inzetten voor een doel dat in strijd is met de eigen doelen. Waar dat spanningen oplevert, moeten deze benoemd en geadresseerd worden. Vervolgens moeten partijen in staat zijn om elkaar te vinden op persoonlijk en sociaal vlak (culturele fit). Het is goed wanneer partijen van elkaar verschillen, maar wanneer men het over de belangrijkste zaken fundamenteel oneens is en de meeste tijd besteed wordt aan het overbruggen van verschillen van mening over essentiële zaken, wordt het lastig om constructief aan iets te werken. Elkaar kunnen vertrouwen speelt hierbij een cruciale rol. Als dat niet gebeurt, probeert men dat weleens te compenseren door het maken van goede afspraken, maar in de praktijk zie je dat het aantal pagina’s van een samenwerkingsovereenkomst omgekeerd evenredig is met het wederzijdse vertrouwen. Ten slotte moet het ook praktisch mogelijk zijn om samen te werken (operationele fit). Verschillen in taal, informatiemodellen, processen, tijdzone en gebruikte infrastructuur kunnen het lastig maken om samen te werken. Wanneer een bedrijf een acuut probleem heeft en een kennisinstelling om dat op te lossen een onderzoeksproject van vier jaar maakt, wordt samenwerking lastig. Een ander aspect betreft de eerdergenoemde samenwerkingsovereenkomst. Blijkt een partij in de ogen van de ander onredelijke eisen te stellen of veel te veel te willen of moeten vastleggen, dan is dat een hindernis voor de gezamenlijke activiteit. Deze inzichten uit de wereld van Open Innovatie gelden natuurlijk ook wanneer partijen breder op zoek zijn naar gezamenlijke waardecreatie in het algemeen, dus waarbij het het doel is om een toename van economisch, maatschappelijk en intellectueel kapitaal te bewerkstelligen. Omdat dit een heel breed verhaal is, kun je verwachten dat de betrokken partijen ook zeer divers kunnen zijn. Daar worden de uitdagingen bepaald niet kleiner van.
Waardevolle mislukkingen Tijdens onze reis naar een betere wereld zullen we te maken krijgen met hoogtepunten, maar ook met zaken die anders lopen dan gedacht of gehoopt. Het is een ontwikkelproces, waarbij de mislukkingen van waarde kunnen zijn wanneer we van ze leren. Het Instituut voor Briljante Mislukkingen gebruikt zogenaamde ‘faalpatronen’ om deze leerervaringen op een herkenbare en herbruikbare manier te beschrijven. Een van de meest voorkomende faalpatronen is de ‘Lege Plek aan Tafel’. Hiermee wordt bedoeld dat wanneer je belangrijke stakeholders niet voldoende weet te betrekken, het draagvlak voor de beoogde verandering te klein kan zijn. Anderzijds moet je oppassen voor het betrekken van te veel partijen, want dan ontstaat een Poolse landdag en is vooruitgang lastig en het tempo vaak laag. Dit is helemaal een risico wanneer mensen aanschuiven die de kennis, motivatie en/of achtergrond ontberen om zinvol bij te kunnen dragen. Een goed voorbeeld hiervan is de ‘Brede Maatschappelijke Discussie’ die jaren geleden werd gevoerd rond het thema kernenergie. Natuurlijk moet je proberen iedereen uit te leggen waar het om gaat, maar dat is toch iets anders dan iedereen mee te laten beslissen.
‘Mislukkingen zijn van waarde wanneer we van ze leren’
Ongelijk enthousiasme Mensen zijn verschillend en dat speelt al helemaal wanneer het gaat om problematiek op wereldschaal, want dan heb je ook nog te maken met verschillende culturen. Ook hiervoor heeft het Instituut voor Briljante Mislukkingen een ‘faalpatroon’, te weten de ‘Andere Hersenhelft’. Dingen lopen regelmatig verkeerd doordat het enthousiasme van de een niet automatisch wordt gedeeld door de ander. Dat kan komen door een andere achtergrond, andere opleiding, verschil in leeftijd, maar ook gewoon door verschillende prioriteiten in het leven. Zo maakt de een zich druk om biodiversiteit, de ander om sociale gelijkheid of de opwarming van de aarde. Wanneer iedereen een ander beeld heeft bij een beter bestaan, wordt samenwerken complex en vaak lastig. Dan gebeurt er weinig of gaan we op zoek naar de gemeenschappelijke factor, waardoor veel zaken blijven liggen. Of de meeste aandacht wordt besteed aan de wensen van de grootste schreeuwers of degenen met de meeste invloed. Daarom is het zo belangrijk dat we leren samen te veranderen en te verbeteren!
Gekte of genie Maar ook nog een One More Thing: ik ben enorm voor samenwerken, samen innoveren, samen mislukken en samen leren. Toch moeten we het belang van de individuele prestatie niet onderschatten. Er is een bekend Afrikaans spreekwoord dat luidt: ‘Alleen ga je sneller, samen kom je verder’. Los van het feit dat je om samen verder te komen wel de kunst van samenwerken moet verstaan, is het op sommige momenten (tijdelijk) belangrijker om sneller te gaan dan verder te komen. In urgente situaties moet snel gehandeld worden en moeten we wellicht genoegen nemen met een oplossing die niet de beste is, maar ons wel uit de noodsituatie bevrijdt, waardoor we vervolgens meer tijd hebben om een duurzamere oplossing te vinden. Ook komt het juist in het begin van de verandering regelmatig voor dat de voorlopers in hun eentje de beweging in gang zetten. Deze mensen worden soms zelfs voor gek versleten of verketterd. Dat zag je bijvoorbeeld bij mensen als Galilei, Darwin, Tesla, Einstein en Van Gogh. Deze individuen tonen aan dat ‘gekte’ soms een teken kan zijn van genie en innovatie. Het herinnert ons eraan dat radicale ideeën en non-conformisme vaak leidden tot enkele van de grootste doorbraken en ontdekkingen in onze geschiedenis. Bij innovatie is het ook vaak zaak om zo snel mogelijk tot een aansprekend prototype te komen, om daarna andere partijen te motiveren om mee te doen.
‘Als je belangrijke stakeholders niet voldoende betrekt, kan draagvlak te klein zijn’
Het f-woord Ik zie best wel veel partijen die zich hebben toegelegd op de procesmatige aspecten van samenwerken, zonder veel inhoudelijke kennis of ideeën toe te voegen. Op een gegeven moment werd in mijn omgeving zelfs gesproken over het ‘f-woord’, dat verwees naar het woord ‘faciliteren’. Dat had hier en daar een negatieve connotatie gekregen, waarbij de mensen die inhoudelijk wilden bijdragen zich meer dan eens voelden geremd omdat dit via de regels en methodes van de facilitator moest gebeuren. Ik word ook weleens moe van de sporter, die na een sterke wedstrijd gespeeld te hebben met het obligate, gescripte antwoord komt dat dit een teamprestatie was en dat dit belangrijker was dan zijn of haar sterke spel, mooie doelpunt of wat dan ook. Dit soort reacties zie je vaak ook bij de gelauwerde wetenschapper, de succesvolle politicus en bij mensen die succesvol een innovatie hebben bedacht en gerealiseerd of een bedrijf hebben opgezet. Natuurlijk moet iedereen die heeft bijgedragen daarvoor de verdiende waardering krijgen, maar wees ook trots op je individuele prestatie, ideeën, doorzettingsvermogen en eigenwijsheid. Zoals Nietzsche al zei: ‘Het individu heeft altijd moeten worstelen om zich niet te laten overrompelen door de stam.’ ◼
Deel dit artikel