Privacy
Privacy is een groot goed. Dat ontkent niemand. En het verklaart ook de enorme aandacht voor dit thema, zeker sinds de digitalisering. Daardoor lijkt het vaak alsof elk huis, elke plek, zelfs ons hart volhangt met camera’s – met hierbij de welhaast bizarre aantekening dat die camera’ s door onszelf opgehangen en bediend worden. Heel vervelend. En moeilijk op te lossen. Maar… Hoe ouder ik word en hoe meer ik weet en/of begrijp, des te sterker raak ik overtuigd van wat je de wetten van Meden en Perzen (zo gaat het bijna altijd) zou kunnen noemen. Een van die wetten is dat elk voordeel een nadeel met zich meebrengt. Een andere: dat het altijd (te) lang duurt totdat we dat nadeel inzien. Gestuwd door reclame, gemak, naïviteit en optimisme zijn we gewoon van de ene of andere (nieuwe) zaak aanvankelijk vooral de goede kant te zien. Pas na enige tijd realiseren we ons dat er wellicht ook een andere kant is. Dan is veel kwaad reeds geschied. Dit geldt de digitalisering. Dit geldt, raar maar niet minder waar, ook de privacy. Privacy is een groot goed, schreef ik. Maar zij brengt ook kwaad met zich mee. Je kunt er misbruik van maken. Individuele broosheid is kenmerkend voor onze samenleving. Terwijl de generaties van onze ouders steevast te horen kregen dat ze zich niet moesten aanstellen, de rug rechten, doorbijten, hebben wij de neiging onszelf en onze kinderen te pamperen. Vakantie heb je verdiend. Doe rustig aan. Probeer even tot jezelf te komen. Neem 't er eens van. Een uitwas hiervan is wat generation snowflake wordt genoemd: jongeren zijn vaak zo broos dat ze nergens tegen bestand zijn; ‘t eerste ‘t beste tegenwindje en ze liggen op apegapen.
Chris van der Heijden is historicus en publicist. Daarnaast doceert hij aan de School voor Journalistiek in Utrecht.
Een relatief jonge vrouw meldt zich ziek bij het bedrijf waar zij werkt. Zij heeft net een vaste aanstelling gekregen, net een uitbreiding ook van haar aantal uren. Net wil zeggen: 2 weken eerder. Maar dan opeens: ziek. Wat is er aan de hand, vraagt de eigenaar van het bedrijf. De vrouw zwijgt en beroept zich op haar privacy. Stilte. Na een kleine 2 maanden – ja maanden, druk, druk, personeelstekorten! – heeft de vrouw een eerste gesprek met een bedrijfsarts. Hij vertelt het bedrijf evenmin wat er aan de hand is. Privacy. Bovendien is die arts ook weer kind van onze knuffelcultuur. Rust maar ‘s goed uit. Stilte. Weer 2 maanden verder. De zieke vrouw geniet van haar tuin, gaat op vakantie, wil geen contact, elke poging in die richting verstoort haar privacy, zegt ze. En dus wordt de ziekte verlengd, en verlengd, en verlengd. Ondertussen raakt het bedrijf in de problemen. Het is klein. Men kan niemand missen. Geld om een ander aan te stellen is er niet. Bovendien zijn er geen anderen. Er zijn zoveel vacatures! Privacy is een groot goed. Blindelings doorjakkeren als het niet meer gaat, is onverstandig. Een mens moet inderdaad uitrusten. Maar elk voordeel heeft z’n nadeel. Ofwel: historische slingers hebben steevast de neiging door te slaan.
Deel dit artikel