Participatiewet in balans
Menselijke maat, vertrouwen en vereenvoudiging
Tekst Dave Schut Beeld Hilbert Krane
De Participatiewet beoogt zoveel mogelijk mensen in de bijstand aan het werk te krijgen en biedt daarnaast een vangnet voor wie (tijdelijk) onvoldoende inkomsten heeft. Om aan de signalen van de afgelopen jaren tegemoet te komen, wordt de wet nu gewijzigd. Maar alleen de regels aanpassen is niet voldoende, zegt programmamanager Loes Kragting. ‘Er moet een cultuurverandering komen.’
‘Een stereotiepe bijstandsgerechtigde bestaat niet’
Veel gaat goed, zegt Loes Kragting, coördinerend beleidsmedewerker bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), over de huidige Participatiewet. ‘Maar er zijn ook situaties waarin mensen wantrouwen ervaren bij hun contact met de overheid, onzeker zijn over hun inkomen of onvoldoende ondersteuning ervaren.’ Dus is er nu een programma om niet de regels, maar de mens centraal te stellen: ‘Participatiewet in balans’. Kragting is programmamanager. ‘Door de ruim twintig maatregelen in het wetsvoorstel zetten we op korte termijn een flinke stap in de goede richting. Voor de lange termijn werken we aan een herziening van de Participatiewet. Daarnaast kijken we samen met uitvoeringsprofessionals en alle betrokken partijen wat nodig is om de omslag in denken ook op de werkvloer tot stand te brengen.’
Eigen verhaal Kragting is al vijf jaar betrokken bij de Participatiewet en was eerder actief voor verschillende gemeenten binnen het domein werk en inkomen. ‘Ik heb dus zelf mogen ervaren hoe het is om mee te draaien in de uitvoering. Dat is nu ontzettend waardevol.’ Een van de belangrijkste lessen die Kragting toen heeft geleerd en die ze nu toepast bij het ontwikkelen van beleid is deze: ‘Iemand die bijstand aanvraagt, heeft altijd een eigen verhaal. Het is een heterogene doelgroep. Daarom weet ik dat een stereotiepe bijstandsgerechtigde niet bestaat. Het is belangrijk om oog te hebben voor de individuele omstandigheden.’ Dit is precies waar uitvoerders van de Participatiewet de afgelopen jaren tegenaan zijn gelopen, zegt Kragting. ‘Wat ik merk in de gesprekken die we voeren, is dat uitvoerders in de wetgeving niet altijd ruimte kunnen vinden om maatwerk te bieden. Soms is die ruimte er ook niet. Andere keren is die er wel, maar wordt die niet herkend. Ook komt het voor dat professionals het niet aandurven, uit angst om fouten te maken of geen steun te krijgen van hun leidinggevende. Mag er af en toe worden afgeweken van de norm? Daar moeten we voor zorgen.’
Nieuwe beleidstheorie Een deel van de oplossing zit volgens Kragting in de wet zelf. ‘We moeten bij de herziening heel goed kijken wat nu precies de uitgangspunten zijn waarop deze wet toentertijd is gestoeld. Waarom is het zo gedaan, en hoe heeft dat precies uitgepakt? Dat kunnen we alleen bepalen door het hele beeld erbij te betrekken, van wetenschappelijke inzichten tot ervaringen van bijstandsgerechtigden zelf. Van daaruit ontstaat een nieuwe beleidstheorie, waarmee we samen met professionals en uitkeringsgerechtigden de wet opnieuw kunnen bouwen.’ De huidige wet gaat ervan uit dat iedereen (uiteindelijk) betaald kan werken. Ook dat moet subtieler, zegt Kragting. ‘Niet iedereen heeft ook echt perspectief om weer mee te kunnen doen op de arbeidsmarkt. Dat is voor sommigen gewoon niet realistisch en voor anderen vraagt dat een langere weg. Dus willen we in de nieuwe wet ook andere vormen van participatie meenemen, zoals vrijwilligerswerk of mantelzorg. Als we daar de waarde van erkennen, kunnen we de wet beter aansluiten op wat mensen kunnen.’ Toch is er een maar. ‘Hoewel maatwerk en individuele ondersteuning belangrijk zijn, is er ook een bepaalde mate van voorspelbaarheid en zekerheid vereist. Onder andere wat het inkomen betreft. En dat moet juist wel centraal worden georganiseerd. Dus duidelijke regels, met ruimte voor de menselijke maat en vertrouwen in de uitvoering. Het gaat om de balans.’ Als voorbeeld noemt ze jongeren. ‘In principe is het uitgangspunt dat jongeren investeren in hun toekomst. En dat ze dus moeten zoeken naar scholing of werk. Maar we zien ook dat sommige jongeren dat niet kunnen. Dan moet er de mogelijkheid zijn om een individuele afweging te maken. Kan deze jongere zelf op zoek, of is zijn of haar kwetsbaarheid te groot en is er ondersteuning nodig?’
Vertrouwen De wijziging van de Participatiewet is belangrijk, maar niet voldoende, zegt Kragting. ‘Het is belangrijk om de uitvoering ook echt mee te nemen in wat er straks nog meer nodig zal zijn. Zodat we een cultuurverandering op gang kunnen brengen. We willen de vakkundigheid van uitvoerende professionals versterken, maar daarvoor is het ook van belang om de mensen die hen aansturen erbij te betrekken; het management, de wethouders. Zij moeten het vertrouwen geven. Hierover worden momenteel gesprekken gevoerd met onder meer de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, individuele gemeenten en de beroepsverenigingen voor klantmanagers.’ De sociale zekerheid in Nederland is de afgelopen jaren vooral negatief in het nieuws gekomen. ‘Dat is altijd moeilijk om te horen,’ aldus Kragting. ‘En dat is precies waarom we zo snel mogelijk stappen willen zetten. Maar het blijft een spanningsveld. Aan de ene kant wil je snel handelen, aan de andere kant wil je zorgen voor een oplossing die ook echt werkt. Daarom werken we met drie sporen (zie pp. 18-19, red.) en is het goed om te blijven uitleggen waarom we doen wat we doen.’ Tot slot wil Kragting nog iets anders benadrukken. ‘Ook handhaving mogen we niet vergeten. Want er bestaat nu vaak de angst dat we een te grote slinger de andere kant op maken, waardoor we over een aantal jaar weer het tegenovergestelde gesprek voeren. De kern van het programma is de menselijke maat, vertrouwen en vereenvoudiging. Maar er moet ook een passende reactie zijn wanneer mensen bewust de regels overtreden. Het gaat om het juiste evenwicht dat voorop moet staan, waarin oog is voor de mogelijkheden en omstandigheden van betrokkenen. Niet voor niets is ‘Participatiewet in balans’ de naam van het programma.’ ◼
‘Oog hebben voor de individuele omstandigheden is belangrijk’
Deel dit artikel