Openheid is altijd beter
Slimme sabotage voor een beter digitaal klimaat
Tekst Bas Nieuwenhuijsen Beeld ANP Foto
De afgelopen jaren is er veel veranderd op het gebied van de overheidscommunicatie. Van spinnen en framen is de cultuur omgeslagen naar meer openheid. ‘Maar we zijn er nog lang niet,’ vindt Cas Teijssen, directeur communicatie van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat.
De relatie tussen ministeries, de Tweede Kamer en de journalistiek is een gevoelig punt. Op de foto: minister van Economische Zaken Micky Adriaansens staat de pers te woord
Cas Teijssen: ‘We maken nu soms mee dat journalisten niet eens meer een vraag stellen, maar meteen een Woo-verzoek doen om documenten te krijgen, waar ze een zin uit trekken en daar een verhaal omheen bouwen’
Cas Teijssen is een groot voorstander van openheid en hij is dan ook blij dat transparantie nu wordt bevorderd in plaats van tegengehouden. Een totaal andere cultuur dan toen hij, vijftien jaar geleden, vanuit het bedrijfsleven naar het rijk overstapte. ‘Dat was in de tijd van het kabinet Balkenende-IV. Toen werd er volop gespind en in framing gedacht. We namen een voorbeeld aan Alastair Campbell, de spindoctor van Tony Blair. Die tijd is voorbij gelukkig. Bij de overheid denkt nu niemand meer zo, iedereen is er nu wel van overtuigd dat transparantie noodzakelijk is.’
Openheid vraagt veel Om die cultuuromslag te bereiken, zijn veel projecten opgezet. Teijssen: ‘Het gaat elke maand beter, vind ik, maar we zijn er nog lang niet. Een open overheid is niet zomaar even gerealiseerd, daarvoor heb je heel wat nodig. Het begint bij de wens om te werken vanuit openheid. Daarvoor is durf nodig, want je moet lastige keuzes maken. Je hebt er ook goede systemen voor nodig, bijvoorbeeld op het gebied van documentmanagement, waarmee je informatie kunt opslaan en ontsluiten. Daar moet je goed over nadenken en die systemen moet je correct gebruiken.’ En medewerkers moeten de discipline daarvoor opbrengen. Teijssen: ‘Ze moeten geen belangrijke informatie weglaten, en niet vergeten om zaken op te slaan op de juiste manier. De uitvoering is dus belangrijk. Maar bovenal heb je onderling vertrouwen nodig, want informatie kan zeer gevoelig zijn.’
Openheid vraagt veel Om die cultuuromslag te bereiken, zijn veel projecten opgezet. Teijssen: ‘Het gaat elke maand beter, vind ik, maar we zijn er nog lang niet. Een open overheid is niet zomaar even gerealiseerd, daarvoor heb je heel wat nodig. Het begint bij de wens om te werken vanuit openheid. Daarvoor is durf nodig, want je moet lastige keuzes maken. Je hebt er ook goede systemen voor nodig, bijvoorbeeld op het gebied van documentmanagement, waarmee je informatie kunt opslaan en ontsluiten. Daar moet je goed over nadenken en die systemen moet je correct gebruiken.’ En medewerkers moeten de discipline daarvoor opbrengen. Teijssen: ‘Ze moeten geen belangrijke informatie weglaten, en niet vergeten om zaken op te slaan op de juiste manier. De uitvoering is dus belangrijk. Maar bovenal heb je onderling vertrouwen nodig, want informatie kan zeer gevoelig zijn.’
Beperkingen Daar signaleert Teijssen een punt, waarop spanning zit. ‘Je kunt als overheid niet letterlijk alle informatie openbaar maken. Op ons ministerie hebben we bijvoorbeeld veel te maken met informatie van bedrijven, die echt niet naar buiten kan worden gebracht, bijvoorbeeld vanwege wettelijke beperkingen en de regels rond beursgenoteerde ondernemingen. Ook informatie over personen kun je niet altijd openbaren vanwege de terechte bescherming van hun privacy.’ ‘Soms is een kwestie onder de rechter, dan kunnen we ook niet alles zeggen. Het ministerie zit ook regelmatig in onderhandelingen en dan maken we sommige informatie niet openbaar, omdat dat onze onderhandelingspositie zou schaden. Maar ook al kun je dus niet altijd alles openbaren, je kunt wel uitleggen waarom dat zo is. Dat is al anders dan vooral de positieve kanten benadrukken of niet alles vertellen.’
Vertrouwen Dat laatste is te vaak gebeurd, vindt Teijssen, met funeste gevolgen voor onder meer het publieke vertrouwen in de overheid. ‘Neem het gaswinningsdossier, waarvoor we bij ons ministerie verantwoordelijk zijn. Er is te veel misgegaan, te vaak zijn het leed en de gevolgen voor de Groningers onderschat, geen wonder dat het vertrouwen dan verdwijnt.’ ‘We hebben het er als rijk zelf naar gemaakt door te spinnen en niet voldoende naar de inwoners te luisteren. Daar moeten we echt vanaf, we moeten zo transparant mogelijk zijn en ervoor zorgen dat wat we vertellen echt volledig is. Dan kunnen we weer vertrouwen opbouwen. Het publiek heeft gewoon recht op openheid vanuit de overheid. Er moet controle mogelijk zijn op wat de overheid zegt en doet. Dat is belangrijk in onze democratie.’ Teijssen raakt daarmee een ander gevoelig punt: de relatie tussen ministeries, de Tweede Kamer en de journalistiek. Hij erkent opnieuw volmondig het belang van democratische controle, maar wijst ook op de minder positieve gevolgen van wantrouwen. Hij schetst een soort prisoner’s dilemma. ‘Het is niet eenvoudig om een goede balans te vinden tussen vertrouwen en wantrouwen. We zitten met z’n allen in een klem. Journalisten moeten erop kunnen vertrouwen dat de overheid de waarheid spreekt. Tegelijkertijd is een gezond wantrouwen nodig, waardoor journalisten en Tweede Kamerleden zich afvragen of het wel klopt wat we zeggen.’ ‘We maken nu soms mee dat journalisten niet eens meer een vraag stellen,’ zegt hij, ‘maar meteen een Woo-verzoek doen om documenten te krijgen, waar ze een zin uit trekken en daar een verhaal omheen bouwen. Dat dan regelmatig niet juist is, maar waar bijvoorbeeld Tweede Kamerleden wel op aanslaan.’ ‘Openheid is dagelijks een worsteling,’ stelt Teijssen vast. ‘Iedereen vraagt zich telkens af: kan ik dit vertellen, mag het wettelijk wel, hoe kan ik informatie het beste openbaar maken? Dat zie ik niet alleen intern bij ons, maar ook op andere departementen. Nieuwe technologie zoals Artificial Intelligence roept ook vragen op. Wat zijn de kansen en bedreigingen?’
‘Een spindoctor als Alastair Campbell was ons voorbeeld’
‘De volledige waarheid komt toch boven water’
Cirkel van wantrouwen Openheid betekent veel werk, aldus Teijssen. ‘Over het coronabeleid bijvoorbeeld zijn miljoenen documenten opgevraagd, die handmatig moeten worden opgezocht en gescand op vertrouwelijkheid. AI kan ons helpen om informatie veel sneller en efficiënter te ontsluiten. Maar mede dankzij de toeslagenaffaire weten we dat aan algoritmes bijvoorbeeld grote risico’s kleven.’ Hoe dan ook, de cultuuromslag naar meer transparantie is in gang gezet. Teijssen: ‘Op de lange termijn is openheid altijd beter. De volledige waarheid komt uiteindelijk toch boven water, dus wees gewoon meteen eerlijk. Om uit de cirkel van wantrouwen te komen, zal de overheid echt de eerste stap moeten doen. Gelukkig wordt het rijk steeds transparanter, maar een herstel van het vertrouwen in de overheid zie ik nu nog niet. Dat moet nog komen.’◼
Deel dit artikel