Een eID, ja of nee?
‘Je moet je als burger anoniem kunnen bewegen’
Tekst Dave Schut Beeld Shutterstock
De Europese Commissie is van plan een eID te lanceren: een soort digitale portemonnee waarin EU-burgers hun belangrijkste persoonsgegevens kunnen opslaan. Vincent Böhre van Privacy First vindt dit gevaarlijk.
Kan de overheid ons straks overal en op elk tijdstip in de gaten houden?
‘Het begint vrijwillig maar als snel volgt een soort dwang’
Het eID zou een manier moeten worden om je in alle EU-landen gemakkelijk te kunnen identificeren. Zo kan een Nederlander bijvoorbeeld in een café in Duitsland aantonen dat hij oud genoeg is om alcoholische drank te bestellen. Ook wordt het simpeler om in een ander EU-land een auto te huren, of een bankrekening te openen.
Onder druk ‘Wij hebben hier zeer kritische vragen over,’ zegt Vincent Böhre, voormalig directeur van Privacy First en nog steeds actief als jurist voor de stichting. ‘Het is altijd ons standpunt geweest dat je als burger zowel online als offline anoniem moet kunnen bewegen. Met zo’n identiteitsbewijs komt dit onder druk te staan.’ Volgens Böhre is dit al langer aan de gang. ‘Van oudsher, dus voor het internet, bestond er een heel grote anonieme ruimte. Waar mensen in alle vrijheid zichzelf konden zijn, zonder dat iemand voortdurend over hun schouders meekeek en zag wat ze deden, wat hun interesses waren en wat hun hele levenspatroon was.’ Hij vraagt zich af in hoeverre die ruimte blijft bestaan. ‘Nu zijn er online nog mogelijkheden. Je kunt winkelen met een gastaccount, bijvoorbeeld. Of onder een andere naam. Maar als dat eID er straks is, kan dat dan nog steeds?’
Het gaat Böhre vooral om de lange termijn. ‘Het begint vrijwillig, het tonen van zo’n bewijs, maar wordt vervolgens op steeds meer plekken ingevoerd en is dan al snel vrijwillig tussen aanhalingstekens. Dan gaat er toch een soort dwang van uit. En dat kan weer doorsijpelen naar de offline wereld. We vinden het nu al normaal om je te moeten identificeren als je naar een museum, zwembad of bioscoop gaat.’ Böhre vreest dat het identiteitsbewijs ook voor zaken gebruikt zal gaan worden die nu nog niet bekend zijn. ‘Nieuwe technologie wordt in eerste instantie altijd voor een of twee legitieme doelen ingevoerd, en in de loop der tijd wordt die lijst uitgebreid. Neem cameratoezicht. Oorspronkelijk werd dit ingezet om beelden te kunnen bekijken als er zware strafbare feiten waren gepleegd. Tegenwoordig kan het gebruikt worden om mensen simpelweg te monitoren, om afwijkingen te detecteren. Dat is heel wat anders dan wat vroeger het idee was.’ De gevolgen van het huidige plan zouden verstrekkend kunnen zijn, concludeert hij. ‘In het ergste geval zullen mensen zich niet meer vrij durven uiten op het internet. Het zijn allemaal inkoppertjes, maar ja, iemand moet ze aankaarten. Identificatie zou alleen nodig moeten zijn als de eigenschappen van een persoon een werkelijk verband hebben met de diensten of producten die hij of zij afneemt, zoals een uitkering of toeslagen. Dan is het volstrekt legitiem. Maar anders niet.’ ◼
Deel dit artikel