PublicSpaces
Voor een vrij en veilig digitaal dorpsplein
Tekst Jelle van der Meulen Beeld Shutterstock
Onze afhankelijkheid van grote online spelers als Meta en Alphabet is enorm. De stichting PublicSpaces werkt aan een alternatief digitaal ecosysteem op basis van publieke waarden, zoals vrijheid, onafhankelijkheid en openheid.
‘We zijn te afhankelijk van Big Tech en hun platformen’
Het onbehagen speelde al langer. Bijvoorbeeld wanneer het VPRO-programma Tegenlicht een kritische uitzending maakte over datakapitalisme en de surveillance economy, om vervolgens de instrumenten van dat datakapitalisme te gebruiken om zijn boodschap bij het publiek te krijgen. ‘Dat schuurt, of is misschien zelfs hypocriet,’ zegt Geert-Jan Bogaerts, hoofd Innovatie & Digitale Media bij de VPRO. ‘De publieke omroep is ooit opgericht om een onafhankelijke en publieke rol te vervullen in het verschaffen van informatie, maar die rol wordt nu bedreigd door onze grote afhankelijkheid van Big Tech en hun platformen voor onze communicatie, informatie en mediacirculatie.’
Digitale spoelkeuken Dat besef leidde in 2018 tot de oprichting van PublicSpaces, een coalitie van publieke organisaties die werken aan een alternatief digitaal ecosysteem op basis van publieke waarden, zoals transparantie, autonomie en onafhankelijkheid. Het volgt drie operationele lijnen, zegt Bogaerts, die het initiatief tot PublicSpaces nam. ‘De eerste is bewustwording, uitbreiding van het netwerk en vermeerderen van kennis. De tweede is het doen van onderzoek en ontwikkeling naar projecten waar de markt niet in voorziet. Je bent momenteel volledig afhankelijk van Meta en Alphabet om je boodschap te laten landen. Misschien is het lastig om daarvan af te komen. Maar als je een nieuw, beter platform kunt ontwikkelen en zorgt dat daar genoeg content is te vinden, dan kan het gaan rollen. En laat de publieke omroep daar nou net over veel content beschikken.’ De derde lijn is de transitie van een internet gedreven door commerciële waarden naar een internet dat werkt vanuit publieke waarden. Belangrijk onderdeel daarvan vormt de methodiek van de “digitale spoelkeuken”. ‘Via een vragenlijst kunnen organisaties de instrumenten die zij gebruiken, toetsen op de kernwaarden van PublicSpaces,’ legt Bogaerts uit. ‘Bijvoorbeeld over openheid: is het instrument dat je gebruikt open source? Bewaar je data in een opslagplaats en worden meer data opgeslagen dan strikt noodzakelijk?’ De antwoorden monden uit in een score die vertelt hoe je het doet als organisatie. ‘Zo ontstaat er een database en kun je van elkaar leren,’ vertelt Bogaerts. ‘Deelnemende partijen krijgen de kennis, de instrumenten om keuzes te maken in lijn met waar je als organisatie voor staat. Je hoeft niet meteen alles af te schrijven: wij stellen voor dat je al je digitale instrumenten om de 5 jaar herijkt. Zijn er betere, doen ze wat we nodig hebben en voldoen ze aan onze waarden?’
Brede beweging Een aantal maanden geleden sloot Amsterdam zich als eerste gemeente aan bij PublicSpaces. Met de ministeries van BZK, OCW, VWS en JenV lopen gesprekken, vertelt Bogaerts. ‘Het was van meet af aan het streven om een brede beweging op te zetten. In principe kan iedere organisatie de vragenlijst downloaden en invullen. Dus neem contact met ons op en kom aan boord.’ ◼
Deel dit artikel