Regie op IDO
Tekst Marc Notebomer Beeld Shutterstock
De gemeenten hebben sinds januari de regie over de Informatiepunten Digitale Overheid. Ze zijn er ook financieel verantwoordelijk voor geworden en krijgen daarvoor een specifieke uitkering (waarvoor in totaal € 17 miljoen is uitgetrokken). Dat roept bij gemeenten veel vragen op. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) helpt ze op verschillende manieren, vertelt Rachida Moreira Figueiredo, projectleider Lokale Regie op IDO’s bij de VNG.
Ook jongeren kunnen hulp gebruiken in hun omgang met de digitale overheid
‘Inwoners digitaal vaardig maken is een gezamenlijke opgave’
De IDO’s, die veelal gevestigd zijn in bibliotheken, moeten iedereen helpen om digitaal mee te komen. Belangrijk, want terwijl de samenleving en de overheid steeds verder digitaliseren, vindt een groot aantal mensen (naar schatting 4 miljoen) het moeilijk om daaraan mee te doen. ‘Bijvoorbeeld omdat ze ouder zijn of laaggeletterd,’ zegt Rachida Moreira Figueiredo. ‘Maar het gaat ook om jongeren, want dat ze handig zijn met sociale media en appjes sturen betekent niet dat ze makkelijk de weg vinden binnen de overheid. Denk ook aan anderstaligen, of mensen die hun partner verliezen die altijd de administratie deed en dat nu zelf moeten oppakken. De doelgroep is dus heel divers.’
Handreiking Al die mensen kunnen terecht bij een IDO. Daar worden ze niet inhoudelijk geholpen, ze krijgen dus geen advies over de vraag of ze een bepaalde tegemoetkoming kunnen aanvragen. Ze krijgen wel hulp bij hoe ze dat moeten doen. De IDO-medewerkers zijn er dan ook op getraind een eventuele hulpvraag of leervraag achter de vragen op te merken. Bij een leervraag worden de mensen doorverwezen naar het grote aanbod van gratis trainingen zoals de Klik & Tik-cursus of Digisterker. Bij een vraag die persoonsgebonden is, wordt de persoon in kwestie doorverwezen naar lokale partners, bijvoorbeeld naar Humanitas, welzijnsinstellingen of sociaal raadslieden.’ Nu de gemeenten de regie over de IDO’s hebben, krijgt de VNG veel vragen. Moreira Figueiredo: ‘We hebben daarom een handreiking ontwikkeld, waarin we gemeenten stap voor stap laten zien wat ze zouden kunnen doen. Er zijn veel verschillen tussen gemeenten, of je bijvoorbeeld een grote of kleine gemeente bent, op het platteland of in de Randstad maakt wel wat uit. Waar beleg je de rol ten aanzien van de IDO’s? Bij de ambtenaar voor cultuur, die ook over bibliotheken gaat? Of bij dienstverlening, of het sociaal domein? Waar zit je doelgroep? Zijn er specifieke groepen die aandacht nodig hebben? Aan welk ander beleid raakt dit nog meer?’ De VNG heeft verder een forum Digitale Inclusie opgezet, waarvoor al ruim 900 aanmeldingen binnen zijn. Moreira Figueiredo: ‘Daarop delen we informatie en prikkelen we ambtenaren uit verschillende gemeenten om met elkaar in contact te komen, want je hoeft niet altijd zelf het wiel uit te vinden. Ook hebben we de meest gestelde vragen over de specifieke uitkering verzameld en op het forum gezet. Daarnaast bieden we webinars aan over de regierol.’
Ketenaanpak Op dit moment is de VNG in samenwerking met de Alliantie Digitaal Samenleven bezig met een lokale ketenaanpak digitale inclusie. Moreira Figueiredo: ‘Het digitaal vaardig en bewust maken van inwoners of passende ondersteuning bieden is een gezamenlijke opgave van publieke, private en maatschappelijke organisaties. We brengen in kaart op welke wijzen gemeenten digitale inclusie met lokale ketenpartners aanpakken en wat de impact is hiervan is. We kijken naar mogelijke gemeenschappelijke kenmerken en de toegevoegde waarde zodat er vroegtijdig inzicht is in de opschaalbaarheid van de lokale ketenaanpak. Ook onderzoeken we wat de maatschappelijke kosten en baten zijn voor zowel de gemeente en de inwoner als de Nederlandse economie. Samen met de Vereniging van Openbare Bibliotheken en de Koninklijke Bibliotheek gaan we later dit jaar netwerkbijeenkomsten organiseren om mensen van gemeenten en bibliotheken met elkaar in contact te brengen. Want dat is erg belangrijk: praat met elkaar en maak afspraken voor de komende periode. ◼
Deel dit artikel