‘De ambtenaar van vandaag heeft een broertje dood aan competentiestrijd’
Dienend leiderschap
Het aantal en de aard van de competenties die je als gemiddelde ambtenaar nodig hebt om je werk te doen, is de afgelopen decennia sterk toegenomen. Lang geleden was het voldoende om inhoudelijk sterk op een beleidsthema te zijn. Dat volstaat al lang niet meer.
De overheid heeft te maken met wat we bij de Raad voor het Openbaar Bestuur ‘veranderend samenspel’ noemen. In de eerste plaats vinden grote verschuivingen plaats tussen overheden onderling. Als gevolg van decentralisaties en vormen van regionalisering worden decentrale overheden steeds belangrijker. De grote opgaven van deze tijd (klimaatverandering, schaarste aan energie, voedsel en water) moeten vooral ook op een internationaal toneel worden opgepakt. De consequentie is dat de nationale overheid te maken heeft met middelpuntvliedende krachten.
Naast deze ‘glokalisering’ ervaart het rijk op de terreinen waar het nog wel een rol heeft te vervullen dat ook andere partijen zich manifesteren met elk hun belangen en ambities. Het is bij het realiseren van zijn beleidsdoelen inmiddels afhankelijk van maatschappelijke organisaties, bedrijven en bewonersorganisaties. De rijksoverheid reageert op deze horizontalisering van de verhoudingen door grote opgaven op te pakken door middel van het sluiten van maatschappelijke akkoorden. In het huidige regeerakkoord wordt op tal van terreinen een akkoord aangekondigd, bijvoorbeeld voor klimaat, energie, gezondheid, sport en grondstoffen.
‘De ambtenaar van vandaag is een dienaar van de publieke zaak en stelt niet zichzelf maar de maatschappelijke opgave centraal’
Vaardige procesmanager
Bij decentrale overheden zien we dat we onze overheidsrol bij elk maatschappelijk vraagstuk bewuster moeten bepalen; met wie doen we wat, hoe en wanneer. De erkenning dat er vele afhankelijkheden zijn, de netwerken waarin we functioneren en welke rol dat in de tijd vraagt, maakt het werk spannend, leuk en uitdagend. In deze context moet een ambtenaar werkelijk een schaap met vijf poten zijn. Hij of zij dient niet alleen een inhoudsdeskundige te zijn, maar ook te weten wat er bij komt kijken om plannen tot uitvoer te brengen. Hij of zij kan niet volstaan met de vaardigheid om goede nota’s te schrijven, maar moet daarnaast een vaardige procesmanager zijn waarbij hij of zij in het proces ruimte geeft aan mensen om hun eigen inbreng te leveren. Hij of zij moet de politieke bestuurder niet alleen goed adviseren over wat gevoelig ligt, maar moet zelf ook om kunnen gaan met de assertiviteit van bewoners.
Inspirerende voorbeelden
De kern is volgens mij dat ambtelijk leiderschap in deze nieuwe context dienend leiderschap is. De ambtenaar van vandaag is een dienaar van de publieke zaak, stelt niet zijn afdeling, gemeente, organisatie, departement - laat staan zichzelf - centraal maar de maatschappelijke opgave. Daar wil hij of zij aan werken, die wil hij helpen oplossen - samen met mensen die ook voor die opgave gaan. Hij heeft een broertje dood aan discussies over wie waar over gaat, aan competentiestrijd. Die helpen de mensen, de samenleving en die opgave waarvoor hij werkt geen stap verder.
De mensen die waren genomineerd voor de ‘Beste ambtenaar van het Jaar’ hebben precies die instelling. De jury heeft vele inspirerende voorbeelden voorbij zien komen van gedreven en bevlogen mensen die zich eerst en vooral voor de publieke zaak inzetten!
Han Polman,
commissaris van de Koning in de provincie Zeeland
Deel dit artikel