Overheid zoekt nerdfluisteraars
Tekst Marc Notebomer
Beeld Hilbert Krane
In hun werk houden ze zich vooral met innovatie bezig. Niet alleen met de technologie, hoewel die belangrijk is, maar vooral met de maatschappelijke impact en publieke waarde ervan. Jonge ambtenaren moeten meer experimenteren maar durven vaak niet, aldus Nick Toet en Arjan Spruijt. ‘Ze spiegelen zich te veel aan die grijze ABD’ers.’
Arjan Spruijt (l.) en Nick Toet
Arjan Spruijt is adviseur Digitale samenleving bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Via de provincie Zuid-Holland, waar hij zich met ethiek en digitalisering bezighield, is hij de digitaliseringswereld ingerold. ‘Technologie leidt altijd tot een oplossing,’ zegt hij. ‘Maar als overheid kijken wij naar: is het ook een maatschappelijke wenselijke oplossing?’
Zijn collega Nick Toet was de afgelopen jaren projectleider bij Startup in Residence, een programma van BZK dat is bedoeld om de samenwerking tussen overheid en start-ups te stimuleren. Sinds kort is hij community manager van de Rijks Innovatie Community (RIC), die mensen met interesse in technologie en innovatie bij de rijksoverheid samenbrengt en meer innovatieve samenwerking stimuleert. ‘Nu zijn departementen soms nog ivoren torens en weet men niet wat er op andere plekken binnen de rijksoverheid gebeurt. Ik wil met de community een brug zijn.’
Niet sexy
Verbinding is in het innovatiebeleid momenteel een belangrijk thema, aldus Spruijt en Toet. Spruijt: ‘Voor het eerst hebben we een bewindspersoon met de specifieke opdracht om de digitale transitie in goede banen te leiden en te coördineren. Dat is staatssecretaris Van Huffelen. We zijn nu bezig om op beleidsniveau uit te zoeken: wat gebeurt er op welke departementen? En vooral ook: wat kunnen we combineren?’
‘Die samenwerking is ook innovatie,’ legt Toet uit. ‘Want innovatie gaat niet over technologie alleen. Het kan ook gaan over nieuwe manieren om iets voor elkaar te krijgen of de wijze waarop de burger erbij wordt betrokken.’
‘Is een innovatie maatschappelijk wenselijk?’
Arbeidsmarkt
Toch is en blijft technologie een belangrijke component. Hoe houd je als overheid op dat terrein je kennis op peil? ‘De overheid heeft per definitie niet alle kennis en expertise,’ zegt Spruijt. ‘Daarom zegt kwartiermaker Digitale Samenleving en plaatsvervangend directeur-generaal Digitalisering Ron Roozendaal regelmatig: we hebben meer nerdfluisteraars nodig. Mensen die deskundig zijn op een bepaald gebied maar niet aarden in een publiek-bestuurlijke omgeving maar die je wel nodig hebt om een oplossing te vinden of dat op de juiste manier te doen.’
‘We hebben het bedrijfsleven nodig,’ vult Toet aan. ‘Maar het is belangrijk dat we er niet te afhankelijk van worden. Als de arbeidsmarkt blijft zoals die is en we gaan niet meer betalen, verliezen we een hoop jonge mensen aan de Deloittes en Ernst & Youngs van deze wereld. Op de lange termijn kost dat alleen maar geld.’
Spruijt en Toet roepen jonge ambtenaren op om zich niet te laten verleiden door “het grote geld” en bij de overheid te blijven. Spruijt: ‘Het mooie van werken bij de overheid is: je kunt ertoe doen. Je kunt aan de knoppen draaien. Het is bevredigend om je ideeën een plek te zien krijgen op beleidsniveau. Of op uitvoeringsniveau te zien dat iets werkt.’
‘Durf te experimenten,’ zegt Toet. ‘Helaas durven veel jonge mensen dat niet. Met het oog op hun carrière spiegelen ze zich aan de ABD’ers.’ Lachend: ‘Niks mis met ABD’ers, maar het zijn oudere grijze mannen en vrouwen.’ ◼
Deel dit artikel