Dwarsdenker Kaj van Brummelen
‘Voor mij geen ivoren torens’
Tekst Hadassa Lok
‘Eerlijk gezegd twijfelde ik of ik thuishoorde bij een overheidsinstelling,’ bekent Kaj van Brummelen. ‘Ik ben niet per se rebels, maar ik kijk vaak wel op een andere manier.’ In zijn 5 jaar bij de Amsterdamse Belastingdienst is hij van gedetacheerd medewerker kwijtschelding opgeklommen naar afdelingsmanager incasso en invordering, met vijf teams onder zich. ‘Als je medewerkers stimuleert om te groeien, kan de organisatie ook groeien.’
Kaj van Brummelen wil voor iedereen benaderbaar zijn
‘Ik stap ’s ochtends echt met zin in mijn werk op de fiets’
Telkens wanneer een nieuwe functie vrijkwam, werd Van Brummelen (30) benaderd of hij die plek wilde innemen. Wat maakte dat managers juist hem eruit pikten en wat houdt hem bij de Belastingdienst? Volgens van Brummelen heb je een beetje geluk nodig met opmerkzame managers. ‘Maar als je een functie ambieert, laat dan ook iets zien,’ zegt hij. ‘En spreek je uit. Ik geef het altijd aan als ik meer wil of denk dat ik meer kan. Als je je uitspreekt is de kans groter dat er ruimte voor je is.’
Wat daarbij hielp is dat Van Brummelen zijn doel scherp voor ogen heeft: ‘Manager worden, dat was mijn droombeeld.’ Zijn vader was directeur en dat boeide hem van jongs af aan. ‘Als kind dacht ik al: dat wil ik ook. Je moet er uiteraard wel iets voor doen. In de studies die ik heb gedaan en in mijn werk heb ik laten zien dat ik gemotiveerd was.’
Winst
Die motivatie wordt aangewakkerd als Van Brummelen mogelijkheden tot verbetering ziet: ‘Een ander zou misschien zeggen: het werkt toch? Ik ben sterk resultaatgericht, dat probeer ik te koppelen aan doorontwikkeling, automatisering en het verbeteren van datakwaliteit. Als je dat verbetert, maakt dat een verschil in het dagelijks werk. Financieel pakt dat goed uit en klanten hebben er baat bij.’
Een concreet voorbeeld daarvan is de doorlooptijd die op de afdeling kwijtschelding van maanden naar weken is teruggebracht. Hiervoor zijn zowel in de werkwijze aan de achterkant als aan de voorkant, in de communicatie naar inwoners, veranderingen aangebracht.
De organisatie verbeteren en een nieuwe richting in sturen, dat vindt Van Brummelen leuk. ‘Dat gebeurt zowel op macroniveau – de strategie, het vergezicht – als op microniveau. Als je medewerkers stimuleert om te groeien, kan de organisatie ook groeien. Dat geldt voor jonge medewerkers maar ook voor hun oudere collega’s: wanneer een manager die zijn werk al jaren hetzelfde doet een nieuwe weg durft in te slaan, is dat echt winst.’
Met zin
Persoonlijk contact is voor Van Brummelen belangrijk. Hij zorgt ervoor dat hij regelmatig op de werkvloer te vinden is: ‘Ik hoop dat ik voor iedereen benaderbaar ben. En dat ik concreet ben, dat ik een doel heb voor de individuele werknemer en voor de afdeling. Voor mij geen ivoren toren.’
Ondanks zijn aanvankelijke twijfel, biedt zijn werk genoeg uitdaging: ‘Ik zie nog steeds veel mogelijkheden tot verbetering bij de Belastingdienst. Kansen voor het gezamenlijk verder brengen van de organisatie en ook voor mijn persoonlijke ontwikkeling.’ Van Brummelen lacht: ‘Ik stap ‘s ochtends echt met zin in mijn werk op de fiets. ◼
Deel dit artikel