Tekst Maurits van den Toorn
Brandstofaccijns
Er is veel kritiek op de accijnsverlaging. Beeld Shutterstock
De benzinepompen zullen het op 31 maart niet erg druk hebben gehad, met de accijnsverlaging op benzine en diesel per 1 april in het vooruitzicht. Autorijdend Nederland is te vriend gehouden, wat duidelijk te merken is op de weg. Als het een beetje regent of waait, sneuvelen de filerecords aan de lopende band. Er is veel kritiek op de accijnsverlaging, niet alleen – een tikkeltje plichtmatig – van de oppositie, maar ook van economen en klimaatwetenschappers. De klimaatambities van het kabinet, in ieder geval de geloofwaardigheid daarvan, hebben een knauw gekregen. In Duitsland gaan de brandstofaccijnzen vanaf 1 juni nog veel forser omlaag, maar daar wordt ook gewerkt aan de invoering van extra goedkope abonnementen in het stads- en streekvervoer. Critici daar vinden dat nog te weinig, maar het is in ieder geval iets en het is hoe dan ook een prijsreductie die het aantrekkelijker moet maken om de auto te laten staan. Het effect op het klimaat zal beperkt zijn, maar het Nederlandse kabinet heeft, ondanks de grote ambities rond dit onderwerp, niet de fantasie of de durf gehad om ook met zo’n maatregel te komen.
Miljardenstroppen
Premier Rutte gaf de natie als weinig vrolijke paasboodschap mee dat er niet aan lastenverzwaringen te ontkomen was om een dreigend gat van 10 tot 15 miljard euro te vullen. Beeld Shutterstock
Voor het kabinet tekent zich de ene na de andere miljardenstrop af. De genoemde brandstoftoeslag kost bakken met geld, de lagere benzine- en dieselaccijns schelen inkomsten en compensatie van de op fictief rendement gebaseerde vermogensrendementsheffing kost nog veel meer geld. Voorlopig krijgen alleen de 60.000 bezwaarmakers hun geld terug, maar er hangt nog een uitspraak van de Hoge Raad boven de markt. Bovendien kun je je afvragen hoe het met de rechtsgelijkheid zit, als het hierbij zou blijven. Bouwprojecten worden uitgesteld door de snel stijgende kosten van staal, de transportsector zit met de handen in het haar vanwege de brandstofprijzen en de hoge inflatie dreigt de koopkracht aan te tasten (waarschijnlijk het probleem dat kabinetten het meest vrezen). Premier Rutte gaf de natie als paasboodschap mee dat er niet aan lastenverzwaringen te ontkomen was. Op het moment van schrijven was de Voorjaarsnota er nog niet, maar het beeld is ongetwijfeld niet erg vrolijk. Een oude wijsheid wil dat kabinetten in zwaar weer het vaak langer uithouden dan kabinetten waarbij het geld tegen de plinten klotst, zoals dat rond de eeuwwisseling werd genoemd. Als dat inderdaad klopt, vormen de huidige problemen een stevig cement om de samenwerking tussen de vier coalitiepartijen te versterken.
Informatievoorziening
Minister Conny Helder voor Langdurige Zorg en Sport had zich door minister De Jonges wijze van informatieverschaffing zo op sleeptouw laten nemen dat ze moest worden bijgepraat over de grondwettelijke inlichtingenplicht van ministers en staatssecretarissen. Beeld Martijn Beekman
In het Kamerdebat naar aanleiding van de openbaar gemaakte appjes over de mondkapjesdeal en – in een moeite door – het gebruik van privémail door minister De Jonge, bleek dat de nieuwe minister Conny Helder voor Langdurige Zorg en Sport zich zo door De Jonges wijze van informatieverschaffing op sleeptouw had laten nemen dat ze moest worden bijgepraat over de grondwettelijke (art. 68) inlichtingenplicht van ministers en staatssecretarissen. Alleen informatie verschaffen als een minister (in dit geval De Jonge) dat wil, is een te beperkte opvatting van dit wetsartikel. Eerder ging het ministerie van VWS ook al in de fout met een vergelijkbare interpretatie van de Wob-verplichtingen. Dat De Jonge het debat zou overleven, was op voorhand al duidelijk, waarmee de bijna gebruikelijke moties, een zware van wantrouwen (52 stemmen voor) en een lichtere van afkeuring (24 stemmen voor – wie snapt het?) tot de even gebruikelijke rituelen waren gereduceerd. De indieners hadden hun moment of fame weer kunnen twitteren, over tot de orde van de dag. Nu loopt het onderzoek van Deloitte naar de deal nog, dus ook de komende maanden is het ongetwijfeld never a dull moment met en voor deze minister. Het aanzien van de – van incident naar incident hobbelende – politiek wordt er niet beter op. Minister Bruins Slot van BZK laat een commissie onderzoeken waarom de opkomst bij de laatste raadsverkiezingen zo laag was, maar de verklaring voor de politieke desinteresse zou weleens dicht bij huis kunnen liggen. De begrippen “nieuwe bestuurscultuur” en “nieuw leiderschap” kunnen inmiddels alleen nog ironisch worden gebruikt.
Alweer: mondkapjes
Zou het een aardig idee zijn om een prijs in te stellen voor de meest versluierende politieke taalvondst? Indien ja, dan is minister De Jonge kanshebber voor de eerste prijsuitreiking met zijn (geparafraseerde) uitspraak over de mondkapjesdeal met Van Lienden: ‘Ik ben niet betrokken, maar had wel betrokkenheid.’ Het is bijna poëtisch van onbegrijpelijkheid. Alleen de ‘actieve herinnering’ van premier Rutte is als taalvondst net nog wat mooier. Oud-Kamervoorzitter Frans Weisglas was op Twitter daarentegen een wonder van duidelijkheid en pelde de zaak af tot zijn essentie: ‘Het is toch niet zo ingewikkeld: als Hugo de Jonge niet aan zijn hoge ambtenaar had gevraagd contact met Van Lienden op te nemen was de deal met Van L toch nooit tot stand gekomen.’ En laten we ook niet vergeten dat het speciaal hiervoor opgetuigde Landelijk Consortium Hulpmiddelen uitdrukkelijk tegen de deal met Van Lienden was, maar dat wuifde de minister weg. Aardig om in herinnering te roepen wat LCH-chef Rob van der Kolk vorig jaar in Met het Oog op Morgen zei over Van Lienden in wat toen al een affaire was geworden: ‘De meeste mensen deugen, maar niet iedereen. En dan kunt u denk ik heel goed invullen wie ik bedoel.’
Tegemoetkoming brandstofkosten
Een mooi gebaar van het kabinet, een tegemoetkoming voor de hoge energiekosten van 800 euro. Beeld Pixnio
Een mooi gebaar van het kabinet, een tegemoetkoming voor de hoge energiekosten van 800 euro voor huishoudens met lage inkomens. Alleen bleken gemeenten er een eigen draai aan te geven en keerden soms veel lagere bedragen uit. De reden: er was niet voldoende geld voor alle huishoudens. Dat bleek te kloppen. Het kabinet had rekening gehouden met zo’n 800.000 huishoudens die ervoor in aanmerking kwamen, maar uit CBS-gegevens bleek dat het om minstens 980.000 huishoudens zou gaan. De verklaring? Het kabinet was ervan uitgegaan dat gemeenten niet iedereen die in aanmerking kwam zou kunnen bereiken en dat een aantal mensen geen aanvraag zou doen omdat ze niet van de regeling op de hoogte waren. Maar wie is er, met dank aan de sociale media, tegenwoordig niet op de hoogte van zo’n regeling, en wie reageert er nu niet als er “gratis geld” beschikbaar komt? Het is bovendien wat vreemd dat een regeling waarvan de jure iedereen die aan de criteria voldoet gebruik kan maken, de facto erop neerkomt dat een aantal mensen – enigszins woordspelig gezegd – in de kou blijft staan. Het lijkt een patroon te worden. Het vorige kabinet had immers ook bewust te weinig geld uitgetrokken voor woningverbetering in Groningen. Ook dat was in de verwachting dat niet iedereen een aanvraag zou indienen. In beide gevallen werd het een kwestie van “ten halve gekeerd” en kwam het geld er alsnog, na een oogst van ergernis en negatieve publiciteit. En we hebben weer een toeslag erbij, ondanks de voornemens om het aantal juist te verminderen. Pieter Omtzigt waarschuwde al dat de rommeligheid bij de toekenning van deze toeslag ook in een uitvoeringsschandaal kan eindigen en hij kan het weten.
Crisismanagement
Terwijl in België medio april een kleine tien miljard euro aan Russische tegoeden was vastgezet en in Frankrijk zelfs al 22 miljard, stond in Nederland de teller op ruim 660 miljoen. Beeld Shutterstock
Niet voor het eerst blijkt crisismanagement niet de sterkste zijde te zijn van het kabinet, van de hele overheid eigenlijk. De Onderzoeksraad voor Veiligehid wees er in haar eerste rapport over de corona-aanpak al op dat de overheid grote crisissen niet aankan. Grootste manco: er wordt traag gereageerd op momenten dat snel optreden noodzakelijk is. Neem de aanpak van de sancties tegen de vrienden van Poetin. In de ons omringende landen werden vlot miljarden aan Russische tegoeden en transacties geblokkeerd; zo had België medio april een kleine tien miljard euro vastgezet en in Frankrijk zou het zelfs al 22 miljard zijn. In Nederland stond de teller op dat moment op ruim 660 miljoen. Volgens minister Hoekstra nam Nederland een ‘ongekend stevig pakket’ aan maatregelen, maar desondanks benoemde hij oud-minister Stef Blok toch maar tot nationaal coördinator sanctienaleving om te onderzoeken of het sneller en effectiever kon. Een beetje handige Rus had inmiddels ruim een maand de tijd gehad om zijn tegoeden weg te laten sluizen. Natuurlijk: het is moeilijk om de vaak versluierde eigendomsverhoudingen van bijvoorbeeld vastgoed te ontrafelen, daar heeft Hoekstra gelijk in. De vraag is dan waarom het in België, Duitsland, Frankrijk, Zwitserland, waar dat ongetwijfeld ook het geval is, wel is gelukt om vele miljarden aan tegoeden en onroerend goed te blokkeren. Er moet in Nederland meer te vinden zijn; het fiscale klimaat en de dienstverlening aan de Amsterdamse Zuidas heten immers geliefd te zijn bij Russische biznizmenni van al dan niet twijfelachtig allooi. Dat zijn vast niet alleen maar “kleine krabbelaars”.
Deel dit artikel