Voltijdprinsjes
Laten we vooral weer vrouwen opjagen
Tekst Mark van Ostaijen Beeld Shutterstock
Vol verwachting klopte mijn hart. Het was bijna december, de tijd van het jaar. Toch was het niet Sinterklaas maar de eerste emancipatienota van minister Dijkgraaf waarop ik gespannen wachtte. Dijkgraaf staat bekend als een gerenommeerde wetenschapper die als reflexief intelligente minister alom waardering weet te oogsten. Van zo’n bewindspersoon mag je iets verwachten, als zijn eerste emancipatienota verschijnt.
‘Het is eenvoudig
om de positie
van de vrouw
te problematiseren’
De nota draagt de titel Emancipatie: een opdracht voor ons allen. Nu hoef je geen historicus te zijn om vast te stellen dat titels van beleidsnota’s doorgaans vrij nietszeggend zijn, maar de huidige nota spant de kroon. In 2006 ging het nog, onder de noemer Emancipatie vanzelfsprekend, maar het gaat niet vanzelf. En daarna via Meer kansen voor vrouwen. Maar de huidige nota Emancipatie: een opdracht voor ons allen is toch wel een nieuw dieptepunt te noemen. Want wie is dat, ons allen? Bovendien, als iedereen onder zoiets algemeens als ons allen valt, dan valt niemand eronder, of zoals de Italiaanse filosoof Giorgio Agamben stelde over dat soort gemeenplaatsen: wie mensheid zegt, wil vooral bedriegen. Wat bovendien vooral opvalt, is datgene wat via ons allen wordt verzwegen. Want als we even turven, rept de nota van Dijkgraaf 137 keer over vrouwen en 30 keer over mannen. En als het over mannen gaat, dan gaat het over mannen als de norm (voltijd), als gemiddelde inkomen (loonkloof) of als ideale standaard (topfuncties). Zo bevestigt deeltijdwerk vooral voltijdwerk, financiële afhankelijkheid vooral financiële onafhankelijkheid en onbetaalde arbeid vooral betaalde arbeid. Met als gevolg dat mannen niets hoeven.
Neutrale categorie In het huidige beleid figureren mannen als emancipatoir neutrale categorie, zij zijn blijkbaar al geëmancipeerd. Er wordt vanzelfzwijgend vanuit gegaan dat mannen al een volwaardige positie innemen of zelfs de volwaardige positie zijn en bovendien dat mannen geen aandeel hebben in het creëren van achterstelling. Ter illustratie stelde de VVD vorig jaar al dat ‘mensen met een deeltijdcontract’ meer moeten gaan werken om de tekorten in de zorg en het onderwijs op te vullen. D66 opperde recentelijk de ‘voltijdsbonus’. Zoals iedereen weet, hebben vrouwen de meeste deeltijdbanen in Nederland, en dus werd maar weer eens de deeltijdpositie van vrouwen ter discussie gesteld. Terwijl mannen ook deeltijdkampioen zijn in Europa. Maar laten we vooral maar weer vrouwen opjagen.
Fluitend Het toont hoe eenvoudig het is om de positie van de vrouw te problematiseren. En dat gebeurt vaker in Nederland. En daarmee blijft de dominantie van mannen buiten schot. De reden bij uitstek dat Nederlandse vrouwen in deeltijdbanen worden geduwd. Want du moment dat er in een Nederlands gezin kinderen komen, blijven 9 op de 10 mannen hetzelfde aantal uren werken, terwijl 73 procent van de mannen een voltijdsbaan heeft. Daarnaast bestaat er wet- en regelgeving die bij de komst van kinderen de arbeidsmarktpositie van mannen versterkt ten koste van de vrouw. Op het moment dat er namelijk sprake is van een gerealiseerde kinderwens, zijn vrouwen maanden uit de roulatie terwijl mannen na een paar dagen weer fluitend terugkeren op de werkvloer. Voor mannen levert een gezin geen breuk op in de carrièreplanning. Veelal omdat hun vrouw een stapje terug doet. Daarmee kunnen mannen eenvoudig in die voltijdsbaan blijven hangen. Op die manier is het vrij eenvoudig voor voltijdprinsjes om de positie van vrouwen te problematiseren. Met andere woorden, praten over vrouwenemancipatie is praten tegen. Het is praten tegen de masculiene norm van voltijdprinsjes.
‘In beleid figureren
mannen als
emancipatoir
neutrale categorie’
‘De nieuwste
emancipatienota is een herhaling
van zetten’
Meidenblad Wat is er mis met Nederlandse meiden? Of: waarom werken vrouwen niet? Of het nu gaat om de cover van een bekend meidenblad of de titel van een NPO 3-documentaire, het is in Nederland heel gewoon om vrouwen te bevragen en te problematiseren. Want wat we goed en belangrijk vinden, doen vrouwen uiteindelijk toch weer te weinig of minder. Maar de kern van het creëren van een afwijking is dat de norm verzwegen kan blijven. Want een norm bevraag je niet, die bestaat bij de gratie van vanzelfzwijgendheid. En op basis van die onbereflecteerde status is het makkelijk afwijkingen produceren. Want waarom wordt er nooit de vraag gesteld hoe het gesteld is met de emancipatie van Nederlandse jongens of wanneer mannen meer onbetaald werk op zich gaan nemen? Dat komt doordat het vanuit mannelijkheid eenvoudig afwijkingen produceren is.
One of the boys Zo is het normaal om aan een vrouw in een topfunctie te vragen hoe ze haar topbaan combineert met het moederschap, of om aan Ingrid Thijssen, de voorzitter van VNO-NCW bij Op1 te vragen of zij wel one of the boys kan zijn. En die norm zorgt ervoor dat vrouwen zich altijd mogen verantwoorden, altijd te bevragen blijven op hun vrouw-zijn en te problematiseren zijn. Roxane van Iperen stelde tijdens haar 4 mei-lezing: ‘Een kenmerk van ongelijkwaardigheid is dat leden van de inferieur geachte groep altijd een taakje hebben; ze moeten hun bestaansrecht bewijzen om gehoord te worden.’ Zo hebben vrouwen in Nederland altijd een taakje en via dat taakje wordt hun bestaansrecht verleend om gehoord te worden. Dat taakje wordt in Nederland veelal via emancipatie uitgedeeld. Zo moeten vrouwen nu meer economisch zelfstandig worden, meer financieel onafhankelijk worden en meer zelfredzaam zijn.
Absolute waarheid En dat brengt ons terug bij de huidige nota, want ‘de tijd waarin de bal voor emancipatie bijna helemaal werd gelegd bij degenen die geëmancipeerd moeten worden, ligt achter ons. Je kunt zelf niet in isolement emanciperen,’ zo stelt die. Toch is het tegendeel waar en hebben vrouwen het monopolie op emancipatie. Met als gevolg dat mannen ook niets hoeven, en valt het vooral vrouwen aan te rekenen dat ze te weinig doen, te weinig werken en minder verdienen. Er bestaat ook geen emancipatiebeleid voor mannen, laat staan een minister die voor de achterblijvende emancipatie van de man naar de Kamer wordt geroepen. Dat is een teken aan de wand. Want daarmee wordt ervan uitgegaan dat mannen al een ‘volwaardige positie’ innemen of de volwaardige positie zijn en bovendien dat ze geen aandeel hebben in het creëren van achterstelling. Immers, wie de norm bestendigt, hoeft zich niet te verantwoorden of zoals Simone de Beauvoir stelt: ‘De voorstelling van de wereld is, net als de wereld zelf, het werk van mannen; zij bepalen die van hun eigen standpunt uit en verwarren dat standpunt met de absolute waarheid.’ Daar waar vrouwen als de te emanciperen en mannen als de geëmancipeerde categorie worden opgevoerd, heeft dat als consequentie dat vrouwen altijd geproblematiseerd kunnen worden. En dat mannen dispensatie van emancipatie hebben. Zodoende is de nieuwste emancipatienota daarmee allesbehalve nieuw maar eerder een teleurstellende herhaling van zetten. Je mag als man van een man, van een wetenschappelijk nieuwsgierige bestuurder als Robbert Dijkgraaf, toch iets meer verwachten lijkt me. ◼
Deel dit artikel