Echte samenwerking begint met taal
Tekst Dave Schut Beeld ANP Foto
Volgens Henk Korvinus, inspecteur-generaal Justitie en Veiligheid, lopen overheidsinstanties het risico elkaar verkeerd te begrijpen. Dat zou een belangrijke reden zijn waarom de burger soms in de steek wordt gelaten.
Henk Korvinus: ‘Inwoners moeten weten dat er een organisatie is die altijd naar ze luistert’
‘Publiek vertrouwen
is essentieel’
De Inspectie Justitie en Veiligheid houdt toezicht op alle uitvoeringsorganisaties in ‘het justitiedomein’, aldus Korvinus. ‘Met uitzondering van de Rechtspraak en het Openbaar Ministerie. We kijken bijvoorbeeld wel naar het functioneren van de politie. Hoe komt informatie bij de politie terecht? Wat gebeurt er als mensen worden opgepakt? Waar kunnen zij dan nog terecht? Zo gaan we de hele justitiële keten na, tot de reclassering of de Raad van de Kinderbescherming aan toe.’
Veerkracht en weerbaarheid Telkens wanneer de inspectie die keten onderzoekt, valt Korvinus iets op. ‘De verschillende organisaties zijn pas echt effectief wanneer ze zich afvragen wat er eerder in de keten is gebeurd. En wanneer de volgende in de keten goed wordt geïnstrueerd, zodat ook die instantie meteen begrijpt wat de volgende stap zou moeten zijn.’ Volgens Korvinus zijn er twee belangrijke redenen waarom een samenwerking soms vastloopt. De eerste: bezuinigingen. ‘Dat weet ik nog uit mijn vorige functie bij het OM. Zodra organisaties worden geconfronteerd met bezuinigingen, is bijna altijd de eerste reactie: we gaan terug naar onze kerntaken. We beperken ons alleen nog tot onze eigen opgave. Zodoende beoordeelt men niet meer waar informatie vandaan komt en waar die naartoe moet. Bezuinigingen zijn een enorme motor om netwerkgewijze samenwerking te verminderen. Men trekt zich terug in de eigen beperkte leefwereld. Dat is altijd een risico.’ De inspectie probeert daarom de ‘veerkracht en weerbaarheid’ van organisaties te vergroten. ‘Dat wil zeggen dat ze ook in tijden van bezuinigingen weten wat ze in ieder geval overeind moeten houden om veerkrachtig en weerbaar te zijn. Daar willen we organisaties preventief voor waarschuwen. Desalniettemin zal er altijd een risico bestaan. Als er een tijdje veel geld is uitgegeven, komt er ook weer een tijd van minder geld. Dat is nu eenmaal de conjunctuur.’ De tweede oorzaak van vastgelopen samenwerking heeft te maken met taal, zegt Korvinus. ‘Men begrijpt elkaar niet. Vaak is dat onbedoeld. De terminologie sluit simpelweg niet op elkaar aan. Recent kreeg ik een voorbeeld aangereikt van hoe het wel moet. Uit de wereld van forensische opsporing. Drie partijen – de politie, het OM en het Nederlands Forensisch Instituut – hadden met elkaar afgesproken om dezelfde begrippen te hanteren. Dat hebben ze ook vastgelegd in een folder. Dat helpt enorm om elkaar beter te verstaan. Wij zijn daar als inspectie door geïnspireerd en hebben dit aan meerdere organisaties voorgesteld. Als je een gemeen-schappelijk begrippenkader hebt, weet je zeker dat je informatie op dezelfde manier duidt. Je spreekt letterlijk dezelfde taal.’
‘Misverstanden kunnen
dodelijk zijn’
Verkeerd begrepen Hoe ernstig de gevolgen van een onbedoeld misverstand kunnen zijn, bleek na de moord van een vader op zijn achtjarige dochter in het Maasstad Ziekenhuis te Rotterdam. Signalen van een onveilige thuissituatie werden wel opgepikt, maar niet duidelijk gecommuniceerd. Korvinus: ‘We constateerden allereerst dat er niet apert iets fout was gedaan door een van de betrokken instanties. Maar wat we wel onmiskenbaar zagen, was dat ze elkaar verkeerd begrepen. Een ambulancemedewerker belde met Veilig Thuis: jullie moeten hier echt iets aan doen. We gaan ermee aan de slag, was het antwoord. De ambulancemedewerker dacht toen dat Veilig Thuis naar het ziekenhuis zou gaan waar vader en kind waren. Andere ambulancemedewerkers, die na hun dienst juist in het ziekenhuis waren gebleven vanwege vergelijkbare zorgen, vertrokken; want ook zij dachten dat er actie werd ondernomen. Terwijl Veilig Thuis slechts bedoelde: we bellen met het ziekenhuis. Zo volgden er meer misverstanden. Informatie werd niet goed gedeeld of ging verloren tussen diverse organisaties. Helaas kan dit soort misverstanden dus zelfs dodelijk zijn. Dat wil niemand. Dus moet je er zeker van zijn dat je elkaar heel precies begrijpt.’
Maatschappelijke wenselijkheid Korvinus stelt dat uitvoeringsorganisaties zich bewust zouden moeten zijn van hun verantwoordelijkheid. ‘De overheid is er om maatschappelijke wenselijkheid te realiseren. Voor de samenleving, voor de burgers. Daar is ze voor opgericht. Als inspectie komen we daarvoor op. En publiek vertrouwen is essentieel. We willen dat de inwoners weten dat er een organisatie is die altijd naar ze luistert. De verdenking van sommige burgers is namelijk dat de politiek vooral met de eigen agenda bezig is en niet noodzakelijkerwijs voor ogen heeft wat die agenda betekent voor de samenleving.’ Omdat de inspectie vindt dat de overheid de burger moet dienen, stelt ze hoge eisen. ‘Het is aan ons als toezichthouder om instanties scherp te houden, om ze aan te spreken, om ze op fouten te wijzen. Van de uitvoering wordt door de politiek soms verlangd dat de zaken vlot worden afgedaan, terwijl de consequenties daarvan niet worden onderkend. Het meest vreselijke voorbeeld is natuurlijk het drama met de kinderopvangtoeslagen, waarin de politiek – onder leiding van degenen die er nu het felst tegen ageren – heel consequent is geweest om geen enkele genade te kennen als een ouder ook maar een formuliertje verkeerd had ingevuld; een klein bedrag verkeerd had opgegeven en tienduizenden euro’s moet terugbetalen. Dat is een rigoreusheid waarvan je zou willen dat organisaties en medewerkers denken: daar zijn wij niet voor. Dit past niet bij onze samenleving. Het druist volledig in tegen de proportionaliteit die wij als leidend motief hebben, dus mogen we er nooit mee akkoord gaan. Maar als uitvoeringsorganisaties dat wel willen, maar van de politiek niet mogen, dan zijn er toezichthouders om hun vinger op te steken; altijd met de intentie om de prestaties van de overheid te verbeteren en het vertrouwen van de samenleving te versterken.’ ◼
Deel dit artikel