Hoe meer partijen meedoen, hoe beter
Doorbraak in schuldenproblematiek
Hoe meer partijen meedoen, hoe beter
Doorbraak in schuldenproblematiek
Tekst Ellen Röling Beeld SchuldenlabNL
De schuldenproblematiek in Nederland groeit, met alle maatschappelijke en financiële gevolgen van dien. Binnen SchuldenlabNL werken meer dan 300 publieke en private organisaties op verschillende manieren samen om de problemen aan te pakken. Het is een gedeeld probleem en er is dus een gedeeld belang om er met elkaar iets aan te doen, aldus directeur Sadik Harchaoui. Een publiek-private samenwerking is volgens hem een voorwaarde om daadwerkelijk iets voor elkaar te krijgen.
Maak succes meetbaar, zegt Sadik Harchaoui
‘De schuldenproblematiek
is een zaak
van ons allemaal’
SchuldenlabNL komt voort uit Schuldenlab070, een initiatief van de gemeente Den Haag en private partners. Directeur SZW Fred Dukel constateerde in 2016 dat de gemeente de schuldenproblematiek niet in haar eentje aankon, dat ze te weinig voor elkaar kreeg om mensen een duurzaam perspectief te geven en die mensen niet goed wist te bereiken. In Schuldenlab070 zocht de gemeente samen met private en publieke partijen naar doorbraakoplossingen om Den Haag schuldenzorgvrij te krijgen. Ook Harchaoui en zijn Society Impact waren er toen al bij betrokken: ‘Schulden zijn niet alleen het probleem van de schuldenaar, maar raken de hele maatschappij: mensen kunnen hun energie, huur of belastingen niet betalen, ze zijn vaker ziek en minder productief. Door samen aan schulden te werken, bespaar je de maatschappij dus veel geld en leed. Daarnaast is er ook een welbegrepen eigen belang van organisaties om mee te doen, want het kost ontzettend veel geld. We ontdekten dat het zogenoemde welbegrepen eigen belang een goed startpunt was om samen te werken.’ Dat resulteerde in een aantal concrete projecten die wel zoden aan de dijk zette, waaronder het Jongeren Perspectief Fonds (JPF) voor jongeren van 18-27 jaar zonder inkomen, maar met schulden.
Succesverhaal JPF is een stichting met een revolverend fonds waarin de gemeente, ING en Aegon de jongeren helpen door ze schulden(zorg)vrij te maken en ze nieuw perspectief te bieden. Een ander Haags succesverhaal is De Doorbraakmethode. CZ zag dat mensen die schulden hebben 30 procent meer zorg consumeren dan mensen zonder schulden. Daarom ging de verzekeraar meer maatwerk bieden bij betalingsachterstanden. Gezinnen met multiproblematiek kon ze echter niet alleen helpen. Zo ontstond in Den Haag een samenwerking tussen CZ, de gemeente, Society Impact en het Instituut voor Publieke Waarden. Door innovatieve financiering via een zogenaamde Health Impact Bond kon maatwerk worden geleverd. Harchaoui: ‘De Doorbraakmethode is tegenwoordig de norm in het sociaal domein en levert een maatschappelijke winst op die aantoonbaar groter is dan de investering.’
Landelijke opschaling De effectiviteit van de publiek-private samenwerking in de Haagse projecten bleef niet onopgemerkt. Andere gemeenten, de Belastingdienst, energiebedrijven, woningcorporaties, banken en meer organisaties zagen de toegevoegde waarde en wilden meedoen. Om te voorkomen dat elke gemeente het wiel zelf zou uitvinden en versnippering van hulpaanbod tegen te gaan, ontstond SchuldenlabNL. Harchaoui: ‘We willen beproefde lokale schuldhulpmethoden opschalen en uitrollen voor heel Nederland, waardoor de impact groter wordt. Opschaling maakt samenwerking ook aantrekkelijker. Grote partijen als de Belastingdienst, verzekeraars en banken zijn eerder bereid een deal te maken met twintig of dertig gemeenten dan met elke gemeente apart.’ Wat maakt een aanpak succesvol, volgens Harchaoui? Hij noemt als eerste de publiek-private samenwerking die nodig is omdat partijen de schuldenproblematiek niet alleen kunnen oplossen, juist ook bij de opschaling. Ten tweede is een goede business case of een solide financiering essentieel. Hij stelt dat je zo voorkomt dat je project stopt, als je funding stopt. Ook kun je zo de relevantie van het project onderbouwen voor je eigen organisatie. Ten derde: gun elkaar het podium. Harchaoui: ‘De schuldenproblematiek is een zaak van ons allemaal. Dus hoe meer partijen meedoen, hoe beter. Daarvoor is het belangrijk dat partijen gelijkwaardig samenwerken, empathie hebben voor de belangen van anderen en ook naar elkaar verwijzen. Een goed voorbeeld is Geldfit.nl waar mensen met geldzorgen (lokale) hulp kunnen vinden. Hoe meer organisaties hun klanten met betalingsproblemen naar Geldfit verwijzen, hoe krachtiger het initiatief. Gedeeld succes zorgt voor positieve energie binnen de samenwerking en trekt nieuwe partijen aan.’ Tot slot: maak succes meetbaar. ‘Met een onafhankelijke impactmeting van onze impactpartner Deloitte kunnen we aantonen dat je door samenwerking binnen een van de schuldhulpmethoden verschil kunt maken in het leven van mensen en wat de kosten en baten zijn.’
‘Krachtenbundeling
blijkt in de praktijk geen vanzelfsprekendheid’
Intrinsieke motivatie Maar krachtenbundeling blijkt in de praktijk geen vanzelfsprekendheid. Dat vergt noeste arbeid. Nog niet alle gemeenten doen bijvoorbeeld mee. Harchaoui: ‘Er zijn altijd genoeg redenen om iets niet te doen. Soms is het de AVG, soms past het niet, soms zien ze te veel risico’s of hebben ze zelf al een project lopen. Soms ontbreekt het ook aan intrinsieke motivatie, of is er sprake van overmacht. Wat we vaak tegenkomen is dat gemeenten en private partners liever zelf de nieuwe methoden ontwikkelen, het not-invented-here-syndroom. Dat is jammer, waarom niet gewoon iets overnemen dat werkt? Dan houd je kostbare tijd, energie en middelen over voor de mensen voor wie je het doet.’ ‘We zien ook copycat-gedrag, waarbij sociale ondernemers een goed werkende aanpak overnemen, tweaken en er zelf subsidie voor aanvragen. Zo krijg je veel gelijksoortige initiatieven, dat is zonde. Daarnaast is samenwerken complex. In elke organisatie moeten interne initiatiefnemers obstakels overwinnen en voldoen aan de regels en protocollen in hun eigen organisatie en dat vergt uithoudingsvermogen en tijd. Ook in de samenwerking tussen private en publieke partijen ontstaat soms spanning. Partijen verwijten elkaar te weinig kennis van zaken. Of men betwijfelt elkaars motieven zonder daar echt over te spreken. Waar het om gaat is de intentie om vanuit een positieve grondhouding samen doorbraken in maatschappelijke opgaven te willen realiseren. Dan kom je er bijna altijd uit.’ ◼
Deel dit artikel