Hoe de overheid inwoners betrekt bij beleid
Niet langer uit een ivoren toren
Tekst Jelle van der Meulen Beeld Bart van Vliet
Het kennisknooppunt Participatie voelt de noodzaak om participatie verder te ontwikkelen en wetenschap en praktijk nader tot elkaar te brengen. In het tweede deel van dit drieluik een voorbeeld hoe dit in de praktijk kan uitwerken: het participatietraject dat het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) organiseerde rond de stelseloptimalisatie medische rijgeschiktheid. ‘Met deze methode maak je beleid met mensen samen.’
Participatie is niet nieuw, zeggen Tom Radstaak (r.) en Sebastiaan van Niele, maar de uitdagingen van het huidige tijdsgewricht vragen wel om nieuwe participatievormen en -kennis
‘De maatschappij accepteert het niet meer als ze niet betrokken wordt’
Ben je als bestuurder medisch geschikt om te kunnen autorijden? Dat is een vraag die heel veel mensen aangaat en die veel mensen na aan het hart gaat, weet Sebastiaan van Niele, senior beleidsmedewerker en projectleider van het optimalisatietraject medische rijgeschiktheid bij het ministerie van IenW. Vanwege het grote belang van het onderwerp voor veel inwoners besloot het ministerie een grootschalig participatietraject op te zetten.
Nationale raadpleging In dat traject ontwikkelden Van Niele en zijn collega’s samen met start-up Populytics van TU Delft een raadpleging volgens de Participatieve Waarde Evaluatie-methode (PWE), een nieuwe methode die bedoeld is om beleidsopties te evalueren en de participatie van grote groepen inwoners te faciliteren. ‘Uit een rapport vorig jaar bleek dat de aanpak op het gebied van medische rijgeschiktheid adequaat is, maar op bepaalde vlakken “risicogestuurder” kan worden dan dat het nu is,’ legt Van Niele uit. ‘Risicogestuurd betekent dat je maatregelen inzet waar de echte risico’s zitten, met het middel dat daarbij past.’ Dit jaar onderzoekt het ministerie welke veranderingen mogelijk zijn op dit gebied. Vanwege de emotionele betrokkenheid van veel mensen bij het onderwerp – het rijbewijs is immers voor veel mensen haast van levensbelang, benadrukt Van Niele – werd inwoners gevraagd actief mee te denken. Het ministerie werkte samen met betrokken organisaties verschillende suggesties uit. Onder meer patiënten- en ouderenorganisaties zijn actief betrokken bij het traject. Verschillende suggesties zijn samen verkend en geconcretiseerd tijdens een viertal ontwerpsessies. De suggesties zijn vervolgens online voorgelegd aan de participanten. ‘Inwoners kregen keuzes voorgelegd en zagen wat de effecten zijn van die keuzes,’ vertelt hij. ‘Klik je een maatregel aan, dan zie je de effecten voor de verkeersveiligheid, wat het kost, enzovoorts. Je zet mensen echt op de stoel van de beleidsmakers.’
Nieuw speelveld Zo’n directe koppeling van de wetenschap naar de praktijk is precies waarvoor het kennisknooppunt in het leven is geroepen, zegt Tom Radstaak, programmamanager kennisknooppunt Participatie bij het ministerie van IenW. ‘We willen, als een soort kennismakelaar, nieuwe en andere manieren van participatie de praktijk inbrengen. We willen de juiste vragen verbinden met de juiste inzichten, om de kloof tussen wetenschap en praktijk te dichten en het vak participatie verder te ontwikkelen.’ Participatie is niet nieuw maar de uitdagingen van het huidige tijdsgewricht vragen wel om nieuwe participatievormen en -kennis. Radstaak: ‘De maatschappij accepteert het gewoonweg niet meer als ze niet betrokken wordt en men wil ook steeds eerder betrokken worden,’ zegt hij. ‘Daarnaast is er de enorme snelheid waarmee informatie verspreid wordt, en een afnemend vertrouwen in de overheid. Dat zijn allemaal ontwikkelingen die van invloed zijn op participatie. Bij ons departement is er ook steeds meer het besef: we hebben niet alle kennis in huis. Je kunt de kennis van de buitenwereld maar beter benutten, daar wordt beleid alleen maar beter van.’
‘Je kunt de kennis van de buitenwereld maar beter benutten’
Uniek Radstaak en Van Niele zijn bijzonder te spreken over de opbrengst van de methode Participatieve Waarde Evaluatie voor de stelseloptimalisatie medische rijgeschiktheid. ‘Bij het maken van beleid kijken we vaak vooral naar de technische en cijfermatige kant,’ zegt Radstaak. ‘Maar door de participanten in dit geval veel ruimte te geven voor suggesties en te laten kiezen uit mogelijke beleidsopties, hebben we op een gevalideerde manier de maatschappelijke effecten in kaart gebracht om deze vervolgens mee te nemen in de belangenafweging. Dat is uniek.’ Aan de methode namen een kleine 7000 mensen deel: een enorm aantal, en door inspanningen om diverse maatschappelijke groepen te betrekken bij de raadpleging en een representatief panel in te zetten, leidde dit tot een zeer representatief resultaat, meent Radstaak. ‘Daardoor kun je beter duiden wat er speelt. Je wilt een Nederlands perspectief op de kwestie, maar je kunt onmogelijk alle mensen met een rijbewijs vragen om hun ideeën. Met deze methode hebben we desalniettemin een grote, diverse maar representatieve groep inwoners weten te bereiken.’ Het ontwerp van de raadpleging die Populytics ontwikkelde heeft er volgens Van Niele voor gezorgd dat de input van inwoners voor het ministerie erg waardevol bleek. ‘We hebben niet gevraagd: bent u voor of tegen, maar: welke keuze zou u maken met een beperkt budget? We hebben laten zien wat effecten zijn van mogelijk beleid, met veel achtergrondinformatie zodat burgers zich goed konden informeren. Daardoor maken ze een onderbouwde keuze en krijgen wij serieuze en inzichtelijke adviezen vanuit de maatschappij.’ ‘Met geen enkele andere methodiek zou dit goed te doen zijn geweest,’ vult Radstaak aan. ‘Als je mensen een simpele enquête laat invullen, dan krijg je vaak een heel zwart-witte uitkomst. Terwijl de werkelijkheid veel genuanceerder is! Deze methode maakt scherp inzichtelijk wat belangrijk is voor mensen, maar ook hoe ze komen tot een besluit. Daardoor hebben we geen meningen, maar afwegingen van inwoners. Dat is enorm waardevol want daar doen we het immers voor.’
Slimmer en beter Nu de raadpleging is afgerond, rest de taak voor het ministerie om de puzzel te leggen, zegt Van Niele. ‘We hebben nu goed in kaart wat de behoeften en zorgen zijn van mensen. Nu gaan we kijken of er maatregelen zijn waarvan blijkt dat ze passen bij de richtingen die de participanten voor ogen hebben en die natuurlijk van toegevoegde waarde zijn. We gebruiken daarbij ook een afweegkader, waarvan het tussenrapport binnenkort bekend zal zijn, zodat we ook op basis van objectieve informatie kunnen onderbouwen welke maatregelen haalbaar, doelmatig en uitvoerbaar zijn. Pas begin 2022 zal de minister bekendmaken of er verbeteringen naar voren zijn gekomen die van toegevoegde waarde zijn voor het stelsel medische rijgeschiktheid.’ Hij hoopt dergelijke participatiemethoden vaker toe te passen in zijn toekomstige werkzaamheden. ‘Je bent echt beleid aan het maken met de samenleving, en niet uit de ivoren toren. Dat zorgt voor slimmere, betere uitkomsten en een mooier eindresultaat.’ ◼
Bent u geïnteresseerd naar de raadpleging? Via https://denkmeeoverkeuren.raadpleging.net kunt u zien hoe de raadpleging eruit heeft gezien. U kunt helaas niet meer meedoen aan de raadpleging.
Deel dit artikel