Op weg naar tegenspraak
Moedig en mondig
Tekst Jelle van der Meulen Beeld Shutterstock
Hoe zien modern leiderschap en ambtelijk vakmanschap er vandaag de dag uit? Twee gesprekken over leiderschap en tegenspraak, met in het eerste deel Mark Frequin, die tijdens een reis door de overheid wensen en opvattingen over publiek leiderschap ophaalde en die bundelde in het Reisverslag Visie op Leiderschap. In het tweede deel Erik Pool, wiens nieuwste boek Macht en moed, ambtelijk vakmanschap en de kunst van het tegenspreken binnenkort verkrijgbaar is.
‘Ambtenaren moeten beschikken over feiten en onderzoek’
Tijdens zijn lange loopbaan bij de overheid leerde Mark Frequin, momenteel buitengewoon adviseur met als speciale opdracht een visie opstellen voor publiek leiderschap bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), een hoop over leiderschap en ambtelijk vakmanschap. Een thema komt telkens terug: tegenspraak. ‘Dat er te weinig tegenspraak zou zijn, is iets te kort door de bocht,’ vindt Frequin. ‘Wel is duidelijk dat ambtenaren voorzichtiger zijn geworden. Maar zoals ook de ondertitel van mijn boek over tegenspraak luidt: geen pantser, maar wel ruggengraat. Ambtenaren moeten openstaan voor wat van ze gevraagd wordt, maar ook de moed hebben dingen naar voren te brengen wanneer iets niet goed gaat.’
Versnellen en vertragen Neem bijvoorbeeld de verhouding tussen ambtenaren en de minister. Ambtenaren lijken meer dan voorheen zich te voegen naar de politiek, meent Frequin. ‘Vandaag de dag wordt politieke sensitiviteit vaak uitgelegd als de minister naar de mond praten en haar of hem uit de wind houden. Maar dat is niet onze primaire opdracht. Wij moeten onze kennis en ervaring inbrengen zodat de minister over alle informatie beschikt. Ook als die politiek onwelgevallig is.’ Frequin denkt zeker niet dat vroeger alles beter was, maar het is wat hem betreft duidelijk dat ambtenaren te maken hebben met een enorm toegenomen complexiteit. ‘Het tempo ligt veel hoger dan vroeger. Zodra iets gebeurt, word je geacht binnen een uur antwoord te geven, ook omdat de mediabetrokkenheid zo verweven is geraakt met overheidswerk: er ligt een grote mediadruk op bestuurders. De vraag om snel handelen neemt toe, maar de opgave is ook om regelmatig te vertragen en even de tijd te nemen. Dat blijkt lastig. Terwijl het hard nodig is, wil je tot goede uitvoering en tot goed beleid komen.’
Klappen en complimenten Om meer tegenspraak te geven en zo te komen tot meer ambtelijke professionaliteit, is de rol van ambtelijk leiders cruciaal, benoemt Frequin. Zij moeten ruimte scheppen voor tegenspraak en zorgen voor meer ambtelijke autonomie, waardoor medewerkers hun ambtelijke professionaliteit kunnen laten zien. ‘De ambtelijke top wordt vaak meegezogen in de politieke hectiek. Met een cameraploeg voor de deur kan het ook lastig zijn om rustig aandacht te geven aan onderliggende vraagstukken. Maar beleidswet nummer 1 luidt: de belangrijkste oorzaken van problemen zijn oplossingen. Zeker als die zitten in snelle politieke beloftes. En juist in tijden van crises, zoals nu, is het van belang dat ambtenaren beschikken over feiten en onderzoek en die durven te presenteren aan hun bestuurders. Ambtelijk leiders moeten die gelegenheid bieden. Als er klappen worden uitgedeeld, moet je voor je mensen gaan staan, maar bij complimenten achter hen.’ De kip met de gouden eieren heeft Frequin tijdens zijn reis door de overheid niet gevonden, maar enkele adviezen kan hij zeker bieden. ‘Je ambtelijk vakmanschap ontwikkelen of verbeteren is niet een kwestie van even aan een knopje draaien, maar je kunt beginnen door jezelf een aantal vragen te stellen. Laat ik me tegenspreken? Waar zit mijn eigen aarzeling om iets te zeggen, bij een vergadering of bijeenkomst? Zodra je snapt waarom je die dingen moeilijk vindt, heb je de eerste stap naar meer tegenspraak en beter vakmanschap al gezet.’
Op 19 november vindt online de boekpresentatie plaats van Macht en moed, ambtelijk vakmanschap en de kunst van het tegenspreken plaats. Erik Pool schreef het boek terwijl hij directeur Participatie was bij het ministerie van IenW en gaat het pleidooi dat erin staat in zijn nieuwe functie als programmadirecteur Dialoog & Ethiek vormgeven voor de hele rijksoverheid. Meld je hier aan om daarbij te zijn. Mark Frequin is momenteel bezig met het afronden van zijn Kompas ambtelijk leiderschap, (gebaseerd op het Reisverslag Visie op Leiderschap) waarvan je op hier een voorpublicatie kunt zien. Eerder schreef hij het boek Tegenspraak graag.
Macht en moed Ook Erik Pool, programmadirecteur Dialoog & Ethiek bij het ministerie van BZK, houdt zich al jaren bezig met de vraag hoe we meer tegenspraak kunnen krijgen in de ambtenarij. In essentie gaat het volgens Pool om de vraag: ben je als overheid in staat om het andere geluid in de samenleving te horen, ook als het niet bij jouw beleid past, en dit dan toch mee te nemen als afweging in je beleidsvorming? Twee zaken maken het moeilijk die tegenspraak voor elkaar te krijgen, legt Pool uit. ‘In de eerste plaats is er een hiërarchische verhouding waarin iemand macht heeft over jou. Daarnaast heb je te maken met de groep, die een sociale machtspositie inneemt. Als jij degene bent die steeds een ander geluid laat horen, word je langzamerhand een outcast. Die dreiging, van de baas en van de groep, maakt het zo’n ingewikkeld vraagstuk.’
Geknakt Meer tegenspraak, meer openheid, meer vakmanschap: dat zijn stuk voor stuk mooie ideeën, waar de samenleving veel baat bij zou hebben. Maar wil de ambtenarij het ook? Pool: ‘Willen is iets anders dan een wens hebben. Veel ambtenaren wensen deze zaken, maar om het te willen, moet je het in daden kunnen omzetten. Mensen drukken het verlangen uit en maken er wel werk van, maar grosso modo is de wil in ambtelijke organisaties gewoonweg geknakt op dit punt.’ De toeslagenaffaire en problemen bij de uitvoeringsorganisaties leggen structurele mechanismen bloot, meent Pool. ‘We zitten simpelweg in een grote rechtsstatelijke crisis. Daarom vind ik het nodig een dringend appel te doen op mezelf en op alle collega’s om de ernst van de situatie te betrekken op je eigen verantwoordelijkheid. Denk niet: het moet anders in de politiek of in de top van departementen, betrek het op jezelf! Ben je open minded? Ben je inclusief? Durf je in te gaan tegen je leidinggevende? Het is geen klein bier! Iedere stap die je zet als individu kan ons vooruit helpen.’
Welbevinden Een eerste stap op weg naar verbetering schuilt voor Pool in het organiseren van een werkelijke dialoog. ‘Dan heb ik het niet over een leuk babbeltje bij de koffieautomaat. Het gaat om een goed gesprek, onder begeleiding, dat je voert in een vrije ruimte, waarin je niets hoeft, alleen met elkaar in gesprek gaat.’ Op de vraag of dat niet moet leiden tot iets concreets, moet Pool lachen. ‘Dat is precies het probleem van deze tijd! Alles moet concreet zijn, er is druk van de omgeving, het tempo ligt hoog; dat doet een grote aanslag op ons welbevinden.’ Pool wil zichzelf verre van een voorbeeld voor andere leiders noemen, maar zijn eigen carrière bood ook hem de nodige inzichten. ‘Vroeger vond ik het moeilijk om werkelijk te vertrouwen op de kwaliteiten van andere mensen. Via de filosofie heb ik dat leren te oefenen. Daarom is dialoog zo belangrijk: je geeft je over aan je gesprekspartners, en wat blijkt? Die blijken daar heel goed mee om te kunnen gaan. Dat moet je ontdekken als leider, medewerker of collega en dat vergt een kwetsbare opstelling, maar dat brengt de hele ambtenarij – of beter gezegd, de hele samenleving – een stuk verder.’ ◼
‘We zitten in een grote rechtsstatelijke crisis’
Deel dit artikel