Etnisch profileren filosofisch gefileerd
Objectiviteit kan discriminierend zijn
Etnisch profileren filosofisch gefileerd
Objectiviteit kan discriminierend zijn
Tekst Ivana Ivkovich Beeld ANP Foto
Etnisch profileren door de marechaussee is onderdeel van een breder probleem. Wij lijken een onbegrensd geloof te hebben in methodes die werken op basis van data-analyse en objectieve criteria, en staan er onvoldoende bij stil of die wetenschappelijke pretenties daadwerkelijk kloppen, en bij de wijze waarop we statistiek gebruiken. Hoe vaak moet dit leiden tot een schandaal, voordat we beginnen een meer fundamentele discussie te voeren?
Mpanzu Bamenga (met bord) poseert voorafgaand aan de uitspraak van de rechtbank dat etniciteit onderdeel mag zijn van MTV-controles (Mobiel Toezicht Veiligheid) door de Koninklijke Marechaussee
‘Het klinkt als: zwarte man is aangehouden omdat hij in te dure auto reed’
De marechaussee mag etniciteit meewegen bij de selectie van reizigers voor veiligheidscontroles, bepaalde de rechtbank in Den Haag onlangs. Etniciteit kan onderdeel uitmaken van risicoprofielen die de marechaussee opstelt om mensen te selecteren voor de zogenoemde Mobiel Toezicht Veiligheidscontroles. Binnen de Schengenzone zijn geen systematische grenscontroles, maar op deze manier vinden er gerichte controles plaats, bedoeld om onrechtmatige immigratie, mensensmokkel en identiteitsfraude op te sporen. In de kritiek die op deze uitspraak volgde, is al vaak gezegd dat zulk beleid discriminerend is, en inherent racistisch. Dat is een waarheid als een koe, maar kennelijk is niet iedereen hiervan overtuigd, onder andere de rechtbank niet, en ik vraag me af hoe dat kan: etnisch profileren beroept zich op een zekere objectiviteit en wetenschappelijkheid die voor de kritiek immuun bleken. Het lijkt me de hoogste tijd om etnisch profileren nog eens dunnetjes filosofisch te fileren.
Zwarte man Allereerst dat woord: profileren. Zodra je iets profileren noemt, heeft het de schijn en allure van wetenschappelijkheid mee; de marechaussee stelt immers risicoprofielen op. Je waant je bijna in een aflevering van de Amerikaanse dramaserie Mindhunter, waarin geniale wetenschappelijke inzichten helpen om de daders op te sporen die anders onvindbaar zijn. Alle eer aan de wetenschap achter het profileren, daar wil ik niets aan af doen, en evenmin wil ik het reduceren tot het geromantiseerde beeld uit de serie. Maar deze wetenschap is heel geraffineerd: het vereist heel veel specifieke kennis en heel veel data om profielen op te stellen. Ik weet ook niet hoe de training van de marechaussee precies eruitziet, welke datasets er worden gebruikt en wat er allemaal staat in de risicoprofielen. Maar dan hoor ik dat een zwarte man voor controle wordt aangehouden. Want hij liep vlot, was goedgekleed, reisde alleen en hij had daarnaast het uiterlijk van een niet-Nederlander zijnde mogelijke vreemdeling. Dit overkwam het Eindhovense gemeenteraadslid Mpanzu Bamenga, een van de mede-eisers in de rechtszaak. Serieus? Waarom heet dit profileren? Want voor mij klinkt het meer als: een zwarte man is aangehouden omdat hij in een dure auto reed. Het zou goed zijn om het woord profileren voor dit soort zaken niet meer te gebruiken.
Framing Selectie op basis van bepaalde criteria kun je in mijn ogen niet altijd profileren noemen, dat is simpelweg framing bedoeld om een praktijk legitimiteit te verschaffen. Maar daarnaast is de uitspraak van de rechtbank gebaseerd op de claim dat selectie op basis van criteria zoals etniciteit is toegestaan, mits de criteria objectief zijn. Dit is gestoeld uit een bepaling uit het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens, waarin staat dat etnisch profileren wel is toegestaan als daar een “objectieve rechtvaardiging” voor bestaat. Ook dit woord, objectief, mag onder de loep. Als er objectieve maatstaven worden gebruikt, dan is er dus geen plaats voor willekeur. Maar in welke zin zijn die criteria objectief? Doorgaans op basis van bepaalde statistische correlaties die worden afgeleid uit de datasets. Bijvoorbeeld: als economische migranten uit Nigeria vaak via Rome naar Nederland reizen, dan kan de controle van zwarte mensen van de vlucht uit Rome tot meer aanhoudingen van ongewenste vreemdelingen leiden. Stel dat die aanname waar is, en dat die controles inderdaad tot meer aanhoudingen leiden. Zowel de marechaussee als de rechtbank redeneert dat de praktijk daarmee gerechtvaardigd is. Wij kunnen namelijk niet ontkennen dat dit daadwerkelijk tot meer aanhoudingen leidt? Dat klopt, maar daarmee is de kous nog niet af, want ook selectie op basis van objectieve criteria kan discriminerend zijn. Dit lijkt een heikel punt te zijn dat niemand in het debat wenst te benoemen. Een deel van het probleem ligt in het gebruik van statistische gegevens om individuele gevallen aan te wijzen. Stel, je hebt een methode om de potentiële verdachten aan te wijzen, en die methode is heel effectief: 80 procent van de mensen die je er op basis van die methode uitpikt, blijken schuldig te zijn. Dat klinkt veelbelovend, maar we vergeten daarbij dat dit tevens betekent dat twee op de tien mensen die als potentiële verdachte worden aangewezen, onschuldig zijn. Nou en, zou de scepticus tegenwerpen, ook andere opsporingsmethoden leiden soms tot dead ends, geen enkele methode is 100 procent efficiënt. Dat is waar, maar het probleem is dat deze methode die 20 procent onschuldigen systematisch aanwijst. Dat is niet altijd zo. Als de politie de vingerafdrukken op een plaats delict natrekt, dan kunnen die leiden naar iemand die schuldig is of niet, maar er is hier geen systematische foutmarge. Bij een statistische methode is dat per definitie het geval. Je kunt net zo goed zeggen dat dit een methode is om onschuldigen als potentiële verdachten aan te wijzen. Dit wordt in morele zin goedgemaakt doordat het er getalsmatig minder zijn. Maar als we over efficiëntie praten, dan vergeten we gemakshalve dat deze keerzijde bestaat.
Andere etniciteit Het doet er echter ontzettend veel toe, en des te meer omdat de criteria die er worden gebruikt weliswaar objectief kunnen zijn in de statistische zin, maar daarmee geenszins neutraal in hun maatschappelijke of politieke betekenis. Hierin ligt de kern van het probleem, de reden waarom zo’n beleid discriminerend en stigmatiserend is. De criteria zijn niet neutraal omdat ze verband houden met wat maatschappelijk gezien de norm is en wat daarvan afwijkt, al is dit soms slechts impliciet aanwezig. Neem alleen al de uitspraak: selectie op basis van etniciteit. Er wordt helemaal niet op basis van etniciteit geselecteerd, maar op basis van afwijkende etniciteit, dat wil zeggen: niet-wit, een vreemde taal, etcetera. Etniciteit is niet het selectiecriterium, maar andere etniciteit. Dit criterium is niet neutraal omdat mensen op basis van hun etniciteit, of huidskleur, sowieso worden gediscrimineerd. Ten tweede is de toepassing van dit criterium niet neutraal omdat het de norm bevestigt. Dit geldt ook voor andere mogelijke criteria als basis voor allerlei screenings, zoals de sociaal-economische positie (armoede), of iemand gescheiden is of alleenstaand, etcetera. In feite plaatst iedere afwijking van de norm mensen in een potentieel kwetsbare positie. Het liefst zou ik willen dat dit niet zo was, maar zolang dit de sociale realiteit is, moeten we beseffen dat de toepassing van “objectieve” criteria helemaal niet neutraal is als dit de norm ten opzichte van “de afwijking” bevestigt en versterkt.
Ivana Ivkovic
is filosoof en schrijft over politiek en maatschappij. Dat combineert ze met het geven van cursussen en publieksoptredens. Voor meer informatie, ga naar haar website: Nowishfulthinking.nl.
Andere etniciteit In die zin is etnisch profileren door de marechaussee een onderdeel van een breder probleem. Wij lijken een onbegrensd geloof te hebben in methodes die werken op basis van data-analyse en objectieve criteria, en staan er onvoldoende bij stil of die wetenschappelijke pretenties daadwerkelijk kloppen, en bij de wijze waarop we statistiek gebruiken. Hoe vaak moet dit leiden tot een schandaal, voordat we beginnen een meer fundamentele discussie te voeren? Hebben we dan niets geleerd van de toeslagenaffaire? Denken we dat het toevallig is dat zulke risicoanalyses uitmonden in discriminatie? Denken we dit te verhelpen is met een betere training of een beter systeem? Niets, maar dan ook werkelijk niets zal er veranderen zolang we die discussie niet breder gaan trekken. Objectiviteit is niet hetzelfde als neutraliteit. ◼
Deel dit artikel