Streven transparantie heel doorzichtig
Transparantie. Het is een van de nieuwe trilwoorden in het Haagse. Transparantie betekent dat vanaf nu alles in het open moet, alles openbaar. Transparantie is nu het motto voor al het handelen in het openbaar bestuur. Dit hallelujabegrip knalt vanaf elke bladzijde in overheidsteksten. Iedereen heeft er de mond vol van. Bijzonder vind ik het als iemand zegt dat hij of zij vanaf nu heel transparant wil zijn. Dan vraag ik meestal bezorgd of dat tot nu toe nog niet het geval was. Het dreigt een soort stokpaardje te worden. Met vaak de intonatie van: ik ben ook heel erg voor wereldvrede. De kriebels krijg ik daarvan. Als ik ter toelichting vraag of iemand met “ik wil heel transparant zijn” bedoelt dat hij/zij “heel doorzichtig” wil zijn, valt er vaak een ongemakkelijke stilte. Terwijl dat toch de betekenis is van transparant zijn. Alleen klinkt het zo veel verdachter.
Mark Frequin is buitengewoon adviseur op het gebied van publiek leiderschap en voorzitter van de Vereniging voor OverheidsManagement (VOM).
Paul Frissen heeft in zijn mooie boek Het geheim van de laatste staat op de interessante paradox gewezen dat de burger recht heeft op geheimen en door de staat daarin moet worden beschermd. En omgekeerd heeft de staat ook het recht zelf geheimen te hebben. Uiteraard binnen grenzen. ‘Het is een paradox die voor burger en staat tegelijk geldt. Zonder geheimen is de burger niet vrij, en zonder geheimhouding kan de staat de vrijheid van burgers niet beschermen’. Ook het vertrouwelijke heeft waarde. Belangrijk is het doel. Transparantie, dus doorzichtigheid, is een middel en geen doel. Het kan gaan om het onthullen van fouten, het uiten van onmacht of om een kanaal voor boosheid. Helaas is de bedoeling van transparantie meestal niet onderwerp van gesprek. En wat helaas helemaal onderbelicht blijft, is de keerzijde van transparantie. Want volledige openheid is eigenlijk een vorm van onzichtbaarheid. Als ambtenaren hebben wij al langer te maken met de informatieparadox: te weinig informatie is niet goed, maar te veel ook niet. Alle informatie geven, kan zorgen voor wat ik het interneteffect noem: daar zie je door alle informatiebomen het bos niet meer. Volledige openheid is niet inzichtelijk. Alles openbaar leidt bovendien tot geslotenheid. Met herinnering aan Deep Throat: vanaf nu niet meer alle informatie in nota’s of mail maar fluisteren in parkeergarages waar niemand je ziet, gekleed in regenjas en met gleufhoed. Beleidswet nummer 1 luidt: de belangrijkste oorzaken van problemen zijn oplossingen. De roep om openheid leidt tot ondoorzichtigheid.
Deel dit artikel