Ook overheid is niet gendergelijk
Praktijk verre van ideaal
Tekst Jelle van der Meulen Beeld Aad Goudappel
Genderongelijkheid komt nog altijd meer voor dan we denken. Er blijft veel onbenoemd en weggestopt en vaak houden we dat zelf – bewust of onbewust – in stand. Het College voor de Rechten van de Mens hoopt dat de overheid het onderwerp blijft agenderen en zich blijft inzetten om traditionele rolpatronen te doorbreken. Maar duidelijk is: er mag nog wel een tandje bij.
‘De overheid heeft nog niet de voorbeeldige rol die je zou verwachten’
Je zou willen, zegt Jacobine Geel, voorzitter van het College voor de Rechten van de Mens, dat ongelijke behandeling op basis van gender inmiddels beperkt is tot nog maar een enkel terrein. Maar in de praktijk komt genderongelijkheid nog altijd in allerlei vormen en op tal van plekken voor. ‘Van gelijke beloning, arbeidsparticipatie en deelname aan de politiek tot geweld tegen vrouwen: het is over een grote breedte een thema dat onze aandacht nodig heeft.’
Direct en indirect Het College voor de Rechten van de Mens belicht, beschermt en bevordert als onafhankelijk toezichthouder de mensenrechten in Nederland. Op het gebied van genderongelijkheid voert het een meerjarig programma, werkt het aan bewustwording, betrekt het werkgevers en adviseert het op wetgevend gebied. Geel: ‘Bewustmaken is een groot deel van ons werk. We komen in de praktijk niet vaak tegen dat er keihard en bewust gediscrimineerd wordt. Maar ook onbewuste vormen dragen bij aan de genderongelijkheid en zijn volgens de wet gewoonweg verboden.’ Per jaar krijgt het college in totaal zo’n 5000 meldingen binnen om te beoordelen. Bij ongeveer een op de tien daarvan gaat het om onderscheid of discriminatie op grond van geslacht, vertelt Geel. Een directe vorm van discriminatie kan zijn dat een vrouw vanwege zwangerschap geen contractverlenging krijgt of wordt afgewezen bij een sollicitatie.1 Een meer onzichtbare variant van ongelijkheid is bijvoorbeeld het onderbreken van de carrière om zorgtaken op je te nemen, vertelt Geel. ‘In de praktijk doen vrouwen dat veel vaker dan mannen. Ze zetten niet alleen hun loopbaan op pauze, maar wanneer ze weer aan het werk gaan sluit hun salaris dikwijls aan op hun laatstverdiende loon. De verschillen die al bestonden, blijven zo bestaan en worden hardnekkiger.’
Werk aan de winkel Hoewel je van de overheid zou verwachten dat ze op het gebied van gendergelijkheid beter scoort, blijkt dat in de praktijk tegen te vallen. Kijk je naar de loonkloof, dan blijkt dat ook bij de overheid mannen nog altijd beter betaald worden dan vrouwen. In 2020 was het loonverschil gemiddeld 6 procent, zo becijferde het Centraal Bureau voor de Statistiek. Ter vergelijking: in het bedrijfsleven bedroeg dit verschil gemiddeld 19 procent. ‘Ook voor de overheid is er genoeg werk aan de winkel,’ vindt Geel. ‘Ze heeft nog niet de voorbeeldige rol die ze zou moeten spelen, of die je zou hopen of verwachten. Wel weet iedereen bij de overheid dat het een aandachtspunt is en dat er werk te verzetten is. Maar dat betekent nog niet dat de praktijk het ideaal al benadert.’
Onderliggende patronen In november vorig jaar kondigde minister Van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) een maatschappelijke dialoog over genderongelijkheid op de arbeidsmarkt aan. De komende 2 jaar wil ze in gesprek met burgers en ondernemers om problemen te signaleren en gezamenlijk te werken aan oplossingen. Volgens Van Gennip is een cultuuromslag noodzakelijk, maar gaat deze nog niet snel genoeg. Geel is blij met het Nationaal Actie-programma Seksueel Grensoverschrijdend Gedrag en Seksueel Geweld dat begin dit jaar werd gepubliceerd door ministers Dijkgraaf (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) en Van Gennip. Geel: ‘Het is goed dat rolpatronen en gender daarin benadrukt worden. Maar het zou nog beter zijn als je de onderliggende patronen die je met dat beleid wilt doorbreken, ook benoemt en zichtbaar maakt. We nodigen de ministers heel hartelijk uit daar de komende tijd vol op in te zetten.’
Bewust beleid Om die cultuuromslag te bewerkstelligen, dient de overheid volgens Geel een aantal sporen te volgen. Ten eerste moet de overheid het onderwerp agenderen. Daarnaast moet het bewust inzetten op het bereiken van gelijkheid. ‘Wil je de arbeidsparticipatie verhogen, dan kun je bijvoorbeeld kinderopvang toegankelijker maken of schooltijden aanpassen. Dat zijn allemaal dingen die kunnen helpen.’ Beleidsmedewerkers zouden er goed aan doen zich te realiseren dat in veel gevallen genderpatronen een rol spelen, stelt Geel. ‘Denk bijvoorbeeld aan professionals die werken met ingewikkelde gezinssituaties. Het is belangrijk dat zij erkennen dat er mannelijke en vrouwelijke patronen aan zo’n crisis ten grondslag kunnen liggen. Die moet je benoemen om het probleem te kunnen verhelpen. Het is een mantra in Nederland om te zeggen dat waar twee vechten, twee schuld hebben. Dat kun je wel zeggen, maar dan blijft een heleboel onbenoemd en verstopt. Vaak is er juist sprake van eenzijdig geweld.’2
Koffiezetapparaat Beleid en regels zijn een ding, individuele verantwoordelijkheid is een belangrijk ander punt. ‘Het blijft ook iets waarover je jezelf en een ander vragen moet blijven stellen,’ weet Geel. ‘Dat kan ongemakkelijk zijn, maar laat het dat ook vooral zijn. Kijk in de spiegel en vraag je af: hoe sta ik er persoonlijk in en houd ik zelf misschien genderongelijkheid op een bewuste of onbewuste manier in stand? Dat is een goede oefening. Het kan al helpen het gewoon eens bij het koffiezetapparaat over die reflectie te hebben met je collega’s.’ Het College voor de Rechten van de Mens legt in die reflectie meer dan voorheen de nadruk op de rol van jongens en mannen. Geel: ‘Genderongelijkheid wordt vaak gezien als een probleem van vrouwen, maar draai het ook eens om. De meeste jongens en mannen zijn geen dader, maar juist zij kunnen bijdragen en hun verantwoordelijkheid pakken, door anderen aan te spreken op hun gedrag of te reageren wanneer zich op de werkvloer of op straat ongelijke behandeling voordoet. Iedereen heeft baat bij gendergelijkheid en iedereen moet zijn of haar steentje bijdragen.’
Agressieve weerstand Of de gendergelijkheid op de langere termijn toeneemt, vindt Geel moeilijk om te zeggen. ‘We hebben veel bereikt, maar de weerstand is vandaag de dag ook agressiever en groter.’ Zo liet de meest recente jaarrapportage van het College voor de Rechten van de Mens, Een veilig publiek debat, zien dat het publieke debat onder druk staat als gevolg van bedreiging en intimidatie. ‘De pijlen worden extra gericht op vrouwen, of ze nu journalist zijn of politica. Kijk bijvoorbeeld naar Sigrid Kaag: wat zij voor de kiezen krijgt, is niet mals. Dat heeft voor een groot deel met haar vrouw-zijn te maken. Het geeft te denken: misschien maakt de voortschrijdende emancipatie de weerstand groter en zichtbaarder. Het kan zeker veel slechter, maar we zijn er nog lang niet.’ ◼
- Een aantal voorbeelden van zwangerschapsdiscriminatie vind je hier: https://www.mensenrechten.nl/actueel/nieuws/2021/08/25/zwanger-als-je-werkt-of-tijdens-je-studie-zwangerschapsdiscriminatie-ligt-op-de-loer.
- Het College voor de Rechten van de Mens heeft verschillende handreikingen en fact-sheets gepubliceerd om beleidsmedewerkers hierbij te ondersteunen. Zie hier bijvoorbeeld actiepunten voor een gendersensitieve aanpak: https://www.mensenrechten.nl/actueel/nieuws/2021/11/25/gendersensitieve-aanpak-broodnodig-om-geweld-tegen-vrouwen-aan-te-pakken.
Deel dit artikel