Neem milieuschade op in het strafrecht
Moord op de natuur
Neem milieuschade op in het strafrecht
Moord op de natuur
Tekst Jelle van der Meulen Beeld Shutterstock
Als we haar niet beschermen, is de natuur weerloos. Stichting Stop Ecocide wil het toebrengen van schade aan het milieu daarom opnemen in het strafrecht. ‘We hebben een zorgplicht voor de aarde, niet het recht haar uit te buiten.’
‘Keer op keer blijken beleid en uitvoering tekort te schieten’
Zodra ze voor het eerst las over het strafbaar stellen van ecocide, wist Femke Wijdekop: dit kan het verschil maken in de strijd tegen milieuvervuiling. ‘We zien de aarde daarmee niet langer als gebruiksobject, maar als drager van rechten.’ Dat idee leek de afgelopen jaren soms romantische toekomstmuziek, maar Wijdekop, jurist bij Stichting Stop Ecocide, ziet dat het nu is ingedaald. ‘Mensen vonden ons radicaal, of negatief om het strafrecht erbij te halen. Maar nu gaan de ontwikkelingen in zo’n hoog tempo, dat wel blijkt dat de tijdgeest er rijp voor is.’
Zorgplicht De juridische definitie van ecocide is: het verrichten van onrechtmatige of moedwillige handelingen met de wetenschap dat er een aanzienlijke kans bestaat dat ernstige alsmede omvangrijke dan wel langdurige schade aan het milieu wordt toegebracht door deze handelingen. Door het op te nemen in het strafrecht, wordt een ondergrens getrokken hoe we met aarde en milieu mogen omgaan. ‘Het strafrecht laat zien waar de grenzen van aanvaardbaar gedrag liggen,’ zegt Wijdekop. ‘Het volgt uit een veranderende moraal en stuurt tegelijkertijd de ontwikkeling van nieuwe maatschappelijke normen aan. De maatschappij ziet steeds meer in dat we een zorgplicht hebben voor de aarde, niet het recht haar uit te buiten.’ Stichting Stop Ecocide pleit voor persoonlijke strafrechtelijke aansprakelijkheid. Dat houdt in dat leidinggeven en CEO’s van vervuilende bedrijven vervolgd kunnen worden als zij zich schuldig maken aan ecocide. Persoonlijke aansprakelijkheid dient meerdere doelen, legt Wijdekop uit. ‘Er moet een afschrikwekkende, een preventieve werking van uitgaan, om een gedrags- en normverandering teweeg te brengen. We willen heus niet zorgen dat allerlei mensen in de gevangenis belanden, maar persoonlijke aansprakelijkheid is belangrijk.’ De route van de stichting loopt nationaal, Europees en via het Internationaal Strafhof. Grote vervuilers zoals de Verenigde Staten en China blijven daarmee voorlopig buiten schot. ‘Dat is heel jammer, maar het werkterrein van bedrijven uit die landen wordt wel steeds kleiner als ze in andere territoria vervolgd kunnen worden. Bovendien hebben rechtspersonen vaak zetels in meerdere landen. Door ecocide strafbaar te maken, verander je het speelveld dus drastisch. Het is niet de heilige graal, maar gaat wel een groot verschil maken.’
‘Als je ecocide strafbaar maakt, verandert het speelveld’
Van pionier tot paria In 2015 won Stichting Urgenda de zogeheten Klimaatzaak tegen de Nederlandse staat. Uit het vonnis kwam voort dat de staat meer moest doen tegen de uitstoot van broeikasgassen. In progressieve kringen werd dit ontvangen als een grote overwinning en in latere jaren zou het een precedent vormen voor vergelijkbare rechtszaken in andere landen. ‘Met Urgenda hadden we een voortrekkersrol, maar dat kunnen we niet zeggen van onze politici,’ vindt Wijdekop. ‘De regering heeft veel te traag gereageerd en maatregelen afgehouden, ondanks de bevestiging van de Hoge Raad in 2019. Eigenlijk best wel schandalig, natuurlijk.’ Naast lof kreeg het vonnis echter ook kritiek. Die luidde dat de rechter op de stoel van de politiek kroop en daarmee de scheiding der machten schond. Vergelijkbare bezwaren tegen het strafbaar stellen van ecocide voorziet Wijdekop niet. ‘Als ecocide als misdaad wordt toegevoegd aan het Statuut van Rome van het Internationaal Strafhof, is het aan de Nederlandse regering en wetgever om dit amendement wel of niet te ratificeren. Dat is de soevereiniteit van onze staat. Het is niet de rechter, maar de wetgevende macht die ecocidewetgeving dient te maken.’ Het Centraal Bureau voor de Statistiek becijferde eind 2021 dat zo’n driekwart van de Nederlanders zich zorgen maakt over de gevolgen van klimaatverandering. Maar de politieke partijen die vergaande maatregelen willen nemen om klimaatverandering een halt toe te roepen, blijven relatief klein. De huidige regering lijkt inmiddels weliswaar wakker geschud, keer op keer blijkt dat beleid en uitvoering nog altijd tekortschieten om te voldoen aan het Parijsakkoord.
Zaadjes planten De sneeuwbal rolt, zegt Wijdekop. Nu al gebeuren onwaarschijnlijke, onvoorziene dingen, die ze een aantal jaar geleden nog voor onmogelijk hield. ‘De tijdgeest is er. Achter de schermen is er heel veel interesse en steun voor ons idee, zowel op nationaal als op Europees niveau. Maar we blijven ons enorm inspannen om het gesprek breder te laten plaatsvinden en verbindingen te maken. Meer conservatieve politici en kiezers zijn meestal niet de grootste voorstanders van groene wetgeving, maar behoud van de natuur is in wezen ook iets conservatiefs. Het gaat immers om het goed doorgeven van een erfenis aan de toekomst.’ Het lukt steeds beter om verbindingen te maken, ziet Wijdekop. Zo sprak onlangs de patriarch van de oosters-orthodoxe kerk zich uit om ecocide strafbaar te maken. ‘Een enorm conservatief persoon, die zich net als wij grote zorgen maakt over de natuur. Dat soort steun is enorm waardevol.’ Wijdekop vervolgt: ‘We planten zaadjes voor iets wat regeneratief is. Al bloeiden die zaadjes eerst in een klein perkje, het bereik wordt inmiddels steeds groter. Wie had 2 jaar geleden gedacht dat er nu in zeker tien landen moties liggen om wetgeving te maken over ecocide? Of dat het Europees Parlement al om zou zijn? Het wordt opgepikt, nu is het alleen nog zaak zo veel mogelijk tempo te maken.’ ◼
Femke Wijdekop
is jurist bij Stichting Stop Ecocide.
Deel dit artikel