Eén strategie voor twaalf provincies
Tekst Jelle van der Meulen Beeld Dimitry de Bruin
De Interprovinciale Digitale Agenda (IDA) kan alleen succesvol zijn als ook de digitale randvoorwaarden goed geregeld zijn. Door interne processen en bedrijfsvoering beter op elkaar af te stemmen, krijgen de provincies samen één gezicht. Ook maakt samen digitaal optrekken het prominente werk van de provincies beter zichtbaar.
Als je een vergunning aanvraagt bij de provincie in Groningen, kan het niet zo zijn dat even verderop in Drenthe het effect hiervan voor de afnemer anders is, vindt Arthur Wetzel, strategisch programmamanager bij de provincie Utrecht. ‘Voorheen hanteerden provincies verschillende systemen en kwaliteitsnormen,’ legt hij uit. ‘Nu werken we juist aan een gezamenlijke visie en strategie. De leidende vraag daarbij is: hoe maken we zaken eenvoudiger en eenduidiger voor de afnemers van onze diensten, de burger of de ondernemer?’
Eenduidige organisatie Om de dienstverlening richting de burger verder te verbeteren, is het belangrijk dat allereerst de interne bedrijfsvoering en databeheer bij de provincies zelf goed functioneren. De provincies organiseren daarom gezamenlijk informatiesystemen en stroomlijnen de gemeenschappelijke producten en processen. ‘Neem bijvoorbeeld subsidieaanvragen,’ zegt Wetzel. ‘Die zijn in verschillende provincies niet eenduidig en kosten bovendien heel veel handmatig werk. Door dat gezamenlijk te automatiseren, werken we efficiënter en wordt het voor de burger eenvoudiger.’ De provincies moeten daarbij constant rekening houden met veranderende wetgeving. ‘Elke wettelijke wijziging heeft ook een digitale component,’ weet Jacco Vonk, concernmanager Informatievoorziening en Automatisering bij de provincie Gelderland. ‘Zo is er voor de Omgevingswet het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO), een digitaal loket voor de fysieke leefomgeving. Daar krijgen alle provincies mee te maken. Dan is het handiger om niet twaalf keer het wiel uit te gaan vinden, maar gezamenlijk één keer, om dat vervolgens uit te rollen naar alle provincies.’ Overigens waren de interne bedrijfsvoering en dienstverlening voorheen niet slecht geregeld, benadrukt Vonk. ‘De basisdienstverlening is prima op orde. Wel hebben lokale overheden er de afgelopen jaren flink wat taken bijgekregen. Dat leidt nog weleens de aandacht af van digitale innovaties. Maar we zijn met de IDA inmiddels goed op weg. Informatievoorziening, en alle aanverwante zaken, zijn nooit af. Je moet continu bijblijven en meegaan in digitale en maatschappelijke ontwikkelingen.’
Zichtbaar middenbestuur ‘De provincies hebben als middenbestuur een heel prominente, maar wel wat onzichtbare plek in het overheidslandschap,’ zegt Vonk. ‘Maar er gebeurt ontzettend veel bij ons. Neem stikstof, dat is echt een opgave van de provincies. Wanneer alle interne processen zo soepel mogelijk verlopen, kunnen we het meeste uit de interprovinciale samenwerking halen. En die zorgt ervoor dat wij het stikstofprobleem en andere maatschappelijke opgaven zo efficiënt mogelijk kunnen behandelen.’◼
Deel dit artikel