Ladders tegen wolken
Innoveren is niet van vandaag of gisteren. Dat doen we al jaren. Volgens Hans Bakker, Dirk-Jan de Bruijn en Michiel Jak zijn we in het vijfde innovatietijdperk aanbeland. ‘Niet één organisatie is in de lead, maar het ecosysteem.’
‘Iedere innovatie is weer anders’
Als het gaat om impact kun je innovaties verdelen in het optimaliseren (evolutionair: doing the same things better), het vernieuwen (verbreden/vervangen: doing good, by doing new things) en disruptief innoveren of systeemvernieuwing (revolutionair, gericht op doorbraken: doing new things together with others). Duurzaam ondernemer en thought leader Marga Hoek lichtte dat een paar jaar geleden uitgebreid toe in haar boek Zakendoen in de Nieuwe Economie. Niet voor niets toen gekozen tot het managementboek van het jaar!
Cotton gin In dat boek wordt op basis van de theorie van Scott D. Anthony, innovatiedeskundige en auteur van The Little Black Book of Innovation, een viertal kenmerkende innovatietijdperken beschreven. Beginnend uiteraard bij het eerste innovatietijdperk (zo’n beetje tot WOI), gekenmerkt door de solitaire uitvindingen. Met als bekende voorbeelden de cotton gin (een machine die katoenvezels- en -zaden scheidt, red.) door Eli Whitney (1795), de gloeilamp door Thomas Edison (1895) en Henry Fords assemblagelijn (1913). Juist door de perfectionering van die assemblagelijn werd innovatie in de loop van de jaren steeds meer geïncorporeerd in ondernemingen. Zo ontstond (met een looptijd tot ongeveer de jaren 60) het tweede innovatietijdperk van innovatie-exploiteurs en -creators. Hun laboratoria brachten klinkende innovaties voort, zoals nylon (Wallace Carothers, 1935), het U2-spionagevliegtuig Lockheed (Clarence Johnson, 1957) en pampers (Vic Mills, 1961). Maar omdat bedrijven log en bureaucratisch werden, brokkelde dat innovatieve Fingerspitzengefühl zo rond de jaren 50/60 wat af: het derde innovatietijdperk werd gekenmerkt door de afsplitsing van innovators van grote bedrijven. Met een sterke focus op een technische doorbraak. Daarbij geholpen door verstrekkers van venture capital die de opkomst van Microsoft (Bill Gates, 1975), Apple (Steve Jobs, 1976), Cisco Systems, Amazon, Facebook en Google financierden. De adembenemende snelheid en de bijbehorende tools en condities daarachter leidden sinds de jaren 80/90 het vierde innovatietijdperk in. Waarin innovatie geïntegreerd werd in het businessmodel en van elk individu kon komen, toegankelijker dan ooit. En in ijltempo kon worden opgeschaald. Denk maar aan de platformeconomie met organisaties als Uber, Airbnb, Facebook, Booking.com en Thuisbezorgd.
Systeeminnovatie Interessant is de vraag of deze indeling ons gaat helpen bij het organiseren van ingewikkelde systeeminnovaties, die we onmogelijk langer kunnen negeren. Denk bijvoorbeeld maar aan taaie transities in energie, klimaat, zorg of mobiliteit. Waarbij twee ervaringen cruciaal zijn: meer dan 90 procent van de innovaties komt tot stand tussen organisaties én technologie is slechts in een kwart van de gevallen de echte driver. Helemaal als we kijken in welk tempo we in staat zijn om nu (onder druk van de coronacrisis) zaken als thuiswerken in werkelijk een vloek en een zucht gefikst te krijgen. Wat naast een stevige urgentie vraagt om professioneel georganiseerd netwerkleiderschap. Waarbij een coalition of the willing wordt gevormd uit de 4 O’s: Overheden, Ondernemers, Onderwijs- en kennisinstellingen en Omgeving) en het dominante belang van sociale innovaties ook echt wordt geïmplementeerd. Want zo’n systeeminnovatie kenmerkt zich doordat niet één organisatie de lead heeft: niet het instituut of koninkrijk maar het ecosysteem vervult de centrale rol. Vanuit een community met actieve participatie van zowel publieke als private partijen. Waarin geen partij de baas speelt. Er sprake is van een sluitende collectieve valuecase en van zodanige saamhorigheid dat iedere participant ook wordt verleid om vanuit zijn of haar intrinsieke motivatie de verantwoordelijkheid te laten zien. In de geest van think big, start small, act now.
Hans Bakker, Dirk-Jan de Bruijn en Michiel Jak
zijn ervaringsdeskundigen als het er om gaat om op praktische wijze richting te geven aan systeeminnovaties.
Ladders tegen wolken; excelleren in het 5e innovatietijdperk is vanaf half september te bestellen bij Publiek Denken via info@publiekdenken.nl
Wolken Vanwege dit unieke karakter – wat in de bestaande innovatietheorieën onvoldoende tot uiting komt – introduceren we als driemanschap in ons nieuwste boek Ladders tegen wolken deze aanpak als het vijfde innovatietijdperk. Een benadering die we zelf in de praktijk meerdere malen hebben mogen toepassen. Waarbij we inzichtelijk maken hoe die nieuwe vormen van sturing en leiderschap er uitzien en in de o zo taaie praktijk succesvol kunnen worden toegepast. Uiteraard voorzien van lessons learned: want iedere innovatie is weer anders. Bovendien: trial and error betekent regelmatig je neus stoten waarbij het helpt als je leert van je fouten én deze ook durft te delen. In de geest van de Amerikaanse ondernemer, blogger en auteur Eric Ries (The Startupway): 'Just because innovation is decentralized and unpredictable doesn't mean it can't be managed'. Voor het type systeeminnovaties – met een centrale plek voor het ecosysteem – is er volgens ons goed nieuws: deze crisis laat het belang van een stevige overheid maar weer eens zien! Geen omvangrijke overheid, maar een invloedrijke en professioneel opererende overheid. Die duidelijk regie neemt en partijen bij elkaar brengt en verleidt om na te denken over een betere wereld. Een wereld waarin partijen worden aangesproken om hun eigen rol en verantwoordelijkheid te pakken. Zonder “top-downerig” de baas te willen spelen. In de geest van het NSOB-model (zie kader hieronder): niet zozeer de focus op een presterende of rechtmatige overheid, maar op een netwerkende, verbindende en participerende overheid. Wij zijn ervan overtuigd dat het huidige klimaat het bereik van onze boodschap alleen maar gaat versterken. ◼
‘Leer van je fouten en durf ze te delen’
Nederlandse School voor Openbaar Bestuur – dit model beschrijft de 4 rollen van de overheid in de samenwerking met de energieke samenleving: 1) een rechtmatige overheid (voorbeeld: uitvoering wet- en regelgeving); 2) een presterende overheid (bijvoorbeeld: overheid als bedrijf, efficiency en effectiviteit staan centraal); 3) een netwerkende overheid (bijvoorbeeld: overheid in de lead, zoekt horizontale samenwerking op) en 4) een responsieve/participerende overheid (bijvoorbeeld: netwerksturing, initiatief van onderop).
Deel dit artikel