Digitale brandweer
Afhankelijkheid roept angst op. Dat zien we in onze relatie met geliefden, maar ook met de technologie waarmee we ons omringen. Over deze afhankelijkheid publiceerde de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) recent haar rapport Voorbereiden op digitale ontwrichting. ‘Als het onverhoopt misgaat,’ aldus de WRR, ‘dan dient de overheid een “digitale brand” meester te kunnen worden.” De raad staat hierin niet alleen. Ook minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid pleitte recent voor meer doorzettingsmacht voor de overheid. De voorstellen van de WRR en de minister getuigen van cyberexceptionalisme: de gedachte dat cyber of digitaal een eigen domein vormt dat eigen structuren nodig heeft. Maar als digitaal en fysiek innig verweven zijn geraakt, is het niet langer zinnig ze te scheiden. Neem het voorbeeld van Maersk, de containerrederij die in 2017 getroffen werd door de NotPetya ransomware. De bedrijfsvoering viel stil en dat had gevolgen voor de Rotterdamse haven. Het belangrijkste gevolg: lange files. Hebben we een “digitale brandweer” van de WRR nodig om de files in de Rotterdamse haven op te lossen? Nee, daarvoor hebben we politie en verkeersbegeleiders nodig. Door de nadruk te leggen op de digitale aanleiding, wordt ten onrechte de indruk gewekt dat we hier met nieuwe vormen van verstoring te maken hebben waarop we niet zijn voorbereid.
Michel van Eeten is hoogleraar cybersecurity aan de TU Delft. Xander Bouwman is promovendus aan de TU Delft
Twee jaar na 9/11 sprak ik een Amerikaanse onderzoeker op het gebied van high reliability organisations. Hij had onderzocht hoe de Amerikaanse luchtvaartautoriteit op die fatale dag ineens duizenden vliegtuigen op de grond had gezet. Het besluit om het luchtruim leeg te maken kwam van een operations manager, vrij laag in de hiërarchie. Het was ook nog eens zijn eerste werkdag. Je verzint het niet. Een enorme operatie. Het was een doorslaand succes. Zonder ongelukken werd iets gedaan dat nog nooit eerder gedaan was. Waar zelfs nooit eerder over was nagedacht. De conclusie na afloop: geluk gehad. Laten we snel een protocol opstellen. Nee, zei de onderzoeker. Dit ging goed omdat capabele professionals in het complexe operationele proces de ruimte hadden om te handelen. Dat is precies wat het protocol stuk zou maken. Andere culturen hadden de regendans, de pauselijke zegen en het bloedoffer. Onze samenleving heeft het protocol. Met het protocol in de hand willen we de complexe en chaotische realiteit onze wil opleggen. Het protocol is een totem waarmee we onze afhankelijkheid van technologie bezweren. Maar voor die afhankelijkheid hoeven wij niet bang te zijn. Hoe meer alles digitaliseert, hoe meer digitaal ophoudt een eigen domein te zijn. Laat de overheid zich richten op haar bestaande taak en structuren om de gevolgen van ontwrichting te bestrijden. Met inzet van alle middelen daarvoor, inclusief de analoge brandweer. Voor meer informatie: https://www.bestuurskunde.nl/2019/11/14/blussen-met-nullen-en-enen-cyber-rampen-cyber-exceptionalisme-en-de-rol-van-de-overheid/
Deel dit artikel