Pleidooi voor herbezinning op werk en inkomen
Moment voor anders en beter is nu
Tekst Jelle van der Meulen Beeld Hilbert Krane
Wigo4it geeft samen met gemeenten vorm aan de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo), waarmee financiële steun wordt verstrekt aan ondernemers en zzp’ers die door de coronacrisis in moeilijkheden komen. Maar medewerkers benadrukken dat de tijdelijke regelingen slechts doekjes voor het bloeden zijn. ‘We moeten fundamenteel anders gaan kijken naar het domein werk en inkomen.’
Het team van Wigo4it dat aan de Tozo werkt
‘Het wekelijks of soms dagelijks contact met gemeenten is goed’
Door de coronacrisis is het aantal mensen dat financiële steun nodig heeft flink toegenomen. ‘Op korte termijn zorgen we ervoor dat we betrouwbaar en rechtmatig de Tozo kunnen uitkeren, zodat mensen financiële zekerheid hebben in een onzekere tijd,’ zegt Larissa Zegveld, algemeen directeur bij Wigo4it, dat als partner van de vier grote gemeenten ict-oplossingen ontwikkelt met maatschappelijke meerwaarde. ‘Maar Tozo is een pleister op de wonde. De mechanismen om armoede en problematische schulden te voorkomen zijn uitermate complex geworden en hebben soms zelfs schrijnende effecten. Het zou goed zijn om juist nu na te denken over ingrijpende hervormingen van het stelsel. Laten we deze periode benutten voor een soort herbezinning op ons denken over werk en inkomen. Helaas zie ik dat nog te weinig gebeuren.’
Werk onder druk Uit recente rapporten van de Commissie Borstlap en de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) kwam onder meer naar voren dat de huidige wet- en regelgeving op het gebied van werk en inkomen niet toekomstbestendig is en dat de waarde van werk onder druk staat. ‘En de huidige crisis zet de waarde van werk verder onder druk,’ zegt Zegveld. ‘Een aantal sectoren wordt dusdanig geraakt dat het nog maar de vraag is of ze wel voldoende weer opkomen.’
De crisis benadrukt daarmee andermaal de noodzaak van een ander perspectief op werk en inkomen, vindt Zegveld. ‘Werk geeft zin aan het bestaan, maar moeten we er niet op een andere manier naar kijken? Basisbanen en een basisinkomen zijn goede opties om mensen bestaanszekerheid te garanderen. En moeten we niet beter nadenken over alle bijstandsregelingen? Ook de Tozo is slechts een tijdelijke oplossing: op korte termijn helpen we er mensen mee uit de brand, maar we weten dat het voor de samenleving niet draagbaar is om zoveel mensen in de bijstand te blijven opvangen.’
Minder controles De Tozo lijkt erg op de reguliere Participatiewet, maar is veel minder complex vormgegeven, legt Dennis Hermans, product owner bij Wigo4it, uit. ‘Normaliter toetsen gemeenten wel op dertig punten of iemand recht heeft op bijstand,’ vertelt hij. ‘Maar in de huidige situatie is een groot deel van die controles geskipt. Omwille van een snelle afhandeling toetsen gemeenten maar op drie tot vijf punten. Onze ict zorgt daarbij voor maximale automatisering van controles. De meer dan honderdduizend aanvragen in de vier grote steden kun je simpelweg niet handmatig controleren en verwerken.’
Ondanks de automatisering kosten de Tozo-aanvragen de gemeenten nog ontzettend veel werk, ziet Hermans. ‘Kijk je er puur bedrijfseconomisch naar, dan is het slimmer geen enkele controle uit te voeren. Alle kosten voor het behandelen, controleren en uitvoeren komen nog bovenop de bedragen die je uitkeert. Met een basisinkomen zou je uiteindelijk goedkoper uit zijn, maar daar is politieke lef voor nodig, omdat je eventueel uitkeringen geeft aan mensen die er sec geen recht op hebben.’
Voor invoering van het basisinkomen mag (voorlopig) de politieke wil ontbreken, de minder bureaucratische manier van werken bij de invoering van de Tozo is Wigo4it goed bevallen. ‘Een mooi bijeffect van de regeling is dat beleid en uitvoering heel dicht bij elkaar zaten om zo snel mogelijk de regeling van de grond te laten komen,’ legt Zegveld uit. ‘Met de Tozo hebben we laten zien dat stroperige bureaucratische besluitvorming onnodig is wanneer beleid en uitvoering in een vroeg stadium met elkaar aan tafel zitten om beide terreinen goed op elkaar af te stemmen. Het kan dus wel en het smaakt naar meer; zullen we dus ook aan die tafels gaan nadenken over structurele hervormingen?’
‘De crisis maakt duidelijk dat meer standaardisering wenselijk is’
Larissa Zegveld: ‘We moeten nadenken over ingrijpende hervormingen van het stelsel’
Van de regen in de drup In 2019 concludeerde het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) dat de Participatiewet, 5 jaar na invoering, nauwelijks effect sorteerde. Bijstandsgerechtigden zagen de kans op een baan nauwelijks toenemen en bovendien werd het systeem alleen maar complexer. ‘Iemand in de bijstand raakt gemakkelijk verstrikt in een wirwar van regelingen en toeslagen, elk met een eigen systematiek van betalingen en correcties, ’ legt Zegveld uit. En dat maakt het ingewikkeld om overzicht te houden op alle regelingen en dus op je inkomsten, vult Hermans aan. ‘Als iemand een (bij)baan krijgt, moet het inkomen daaruit verrekend worden met de bijstandsuitkering, Dat gebeurt soms pas na 6 maanden. Maar tegen die tijd kan je situatie veranderd zijn; het kan zijn dat je die bijbaan niet meer hebt, maar wel een naheffing krijgt van de Belastingdienst. Dan houd je aan het begin iets meer over, los je wat schulden af, maar komen die als een boemerang weer terug. Zo raken mensen van de regen in de drup en ontstaat er een weerstand tegen parttime werk, terwijl dat juist een opstap is uit de bijstand.’
Melkertbaan 2.0 Om mensen meer inzicht te geven in het ingewikkelde veld van inkomen, werk en bijstand pleit Wigo4it voor standaardisering van de loonstrook. Ook heeft het bedrijf een app ontwikkeld die berekent wat mensen overhouden na inkomsten uit verschillende regelingen en werk. ‘Loonstroken zijn totaal niet gebruiksvriendelijk,’ vindt Hermans. ‘Geef je een loonstrook aan vier medewerkers, dan krijg je vijf verschillende uitkomsten. Als je de loonstroken standaardiseert, maak je het mensen veel gemakkelijker.’
‘De manier waarop bijstand en werk nu georganiseerd is, maakt het financieel juist onrustiger en onvoorspelbaarder,’ vult Zegveld aan. ‘Al die met elkaar verknoopte regelingen zijn met goedbedoelde intenties vormgegeven, maar in de uitvoering werken ze elkaar tegen. Er ontstaat een voedingsbodem om nog verder in de schulden te zakken. Zo’n situatie brengt ontzettend veel stress mee voor mensen en schaadt het vertrouwen in de overheid.’
Het is de hoogste tijd voor een fundamentele herziening van het stelsel, aldus Zegveld. ‘Met grote belangstelling volg ik dan ook het Groningse experiment met de zogenoemde basisbaan. Dat is een soort Melkertbaan 2.0, bedoeld voor mensen voor wie een reguliere baan een brug te ver is.’
Krenten De medewerkers van Wigo4it hebben een bijzonder drukke tijd achter de rug. Toch geven dit soort grote, intensieve projecten juist ook energie, zegt Jessica Meijer, teammanager Ontwikkeling bij Wigo4it. ‘Mensen die hier werken hebben bewust gekozen voor het sociale domein,’ legt ze uit. ‘Medewerkers willen iets terugdoen voor de maatschappij. Projecten als deze, waarbij we onder hoge druk veel mensen kunnen helpen, zijn voor ons dan ook de krenten in de pap.’
Bovendien leverde de afgelopen periode ook waardevolle inzichten op over de werkwijze in het sociaal domein. Zo heeft intensiever contact met de vier grote gemeenten het werk aanzienlijk verbeterd, constateert Hermans. ‘In zo’n crisistijd is het essentieel dat je met elkaar kunt lezen en schrijven. Het wekelijks of soms zelfs dagelijks contact met gemeenten is echt fenomenaal goed geweest.’
Tegelijkertijd maakte de crisis duidelijk dat meer standaardisering wenselijk is, zegt Meijer. ‘Je merkt dat elke grote stad dingen op haar eigen manier probeert te implementeren. Maar onze toegevoegde waarde zit juist in het zoeken van de overlap, de synergie. Een meer gestandaardiseerde aanpak houdt de kosten lager en zorgt voor minder fouten. Daar valt in de toekomst dus nog wel winst te behalen.’
‘De intensievere samenwerking die tijdens deze crisis met gemeenten is ontstaan, moeten we inzetten om het hele mechanisme te verbeteren,’ besluit Zegveld. ‘Nu is er ruimte en momentum om het echt anders en beter te doen. Die kans moeten we niet laten liggen.’ ◼
Deel dit artikel