‘Klimaatverandering draait om milieu en economie’
Tekst Maurits van den Toorn Beeld Universiteit van Amsterdam/Kirsten van Santen
Subsidies voor vergroening zijn hard nodig, maar zetten weinig zoden aan de dijk zolang grote vervuilende bedrijven nog veel meer worden gesubsidieerd of vrijstellingen voor hun emissies krijgen. Nederland doet dat op grote schaal, ziet econoom Rick van der Ploeg. Ondertussen treft klimaatverandering vooral mensen met lage inkomens. De politiek moet daar oog voor hebben, vindt hij, want anders is het draagvlak voor de klimaatmaatregelen snel verdwenen. ‘Rutte kan dan wel zeggen: het moet wel betaalbaar blijven. Maar hij heeft nog nul compensatiemaatregelen voor de lage inkomens in het vooruitzicht gesteld.’
‘Ga het vooral niet in je eentje doen’
Sinds eind vorig jaar is Rick van der Ploeg hoogleraar environmental economics aan de Universiteit van Amsterdam en daarnaast – sinds langere tijd – hoogleraar economie aan de Universiteit van Oxford. ‘Het is een wereldwijd fenomeen dat fossiele brandstoffen en de bedrijven die ze gebruiken – denk aan de staalindustrie, de zeescheepvaart, de binnenvaart, de luchtvaart en Schiphol – nog steeds zwaar worden gesubsidieerd of vrijgesteld van milieuheffingen. Het gaat om 6 procent van het wereldwijde bruto binnenlands product, dat is dus nogal wat. De subsidies voor groene energie zijn daar maar een fractie van en dat moet andersom! De eerste no-brainer is dan ook het afschaffen van die belachelijke subsidiëring voordat je met ander beleid begint.’
Slimme subsidie Wellicht gaat dat over enige tijd gebeuren, want op voorstel van het Europees Parlement gaat Europa mogelijk een zogenoemde klimaatmuur oprichten. Doel daarvan is om alle producten van buiten Europa die zonder CO2-belasting zijn geproduceerd alsnog aan de buitengrenzen van de EU te belasten. Van der Ploeg: ‘Als dat lukt, is er sprake van een revolutie. Alle huidige vrijstellingen en subsidies kunnen dan niet meer en alle grote vervuilende bedrijven moeten dan gaan betalen. Het argument van Europese bedrijven – als wij voor onze CO2-uitstoot moeten gaan betalen, dan produceren ze het buiten de EU goedkoper – geldt dan niet meer. De klimaatmuur is een goede ondersteuning van de vergroening, maar ik heb Rutte er nog niet een keer over gehoord.’ En als je dan meer groene activiteiten gaat subsidiëren, zoals Van der Ploeg hoopt, doe dat dan een beetje slim. ‘Richt je op groene subsidies waar de markt het nu nog niet kan. Voor zaken als zonnepanelen, batterijen en windmolens geldt dat elke verdubbeling van de productie leidt tot een daling van de productiekosten met 20 tot 40 procent. Er worden nu nog te weinig “groene” dingen gekocht om die productiestijging mogelijk te maken; zolang dat niet gebeurt, moet je dus subsidie geven om learning by doing een kans te geven. Je stimuleert de markt en de productie en gaandeweg dalen de prijzen.’
Vervuilend barrel Nog een voorbeeld van een slimme subsidie: stimuleer niet het aanschaffen van een nieuwe schone auto, zoals dat eerder is gedaan, maar geef een sloopsubsidie voor de verkoop van het oude vervuilende barrel. ‘Dat is veel effectiever; of mensen vervolgens een nieuwe auto kopen moeten ze zelf weten, zolang dat maar niet een benzine- of dieselauto is.’ Een probleem is dat de klimaatverandering vooral mensen met lage inkomens treft. Het is hoe dan ook noodzakelijk om de CO2-uitstoot stevig te beprijzen en andere maatregelen te nemen, maar de slachtoffers van dat beleid - zoals mensen die geen geld hebben om hun dak te isoleren - moeten daarvoor wel worden gecompenseerd. ‘De politiek moet daar oog voor hebben, want anders is het draagvlak voor de klimaatmaatregelen snel verdwenen. Rutte kan dan wel zeggen: het moet wel betaalbaar blijven. Maar hij heeft nog nul compensatiemaatregelen voor de lage inkomens in het vooruitzicht gesteld.’
Groene industriepolitiek Van der Ploeg zou graag zien dat de Europese aanpak bij de ontwikkeling van coronavaccins ook wordt gevolgd als het om vergroening gaat. Het gezamenlijke opgetreden heeft snel tot enorm veel daadkracht en innovatie geleid. ‘Doe dit ook bij de groene industrie, wed op zes paarden tegelijk – ook op waterstof en kernfusie, al levert dat misschien pas over 10 jaar of als je pech hebt nooit echt iets op, en werk in heel Europa samen met universiteiten en het bedrijfsleven. Zo creëer je schaalgrootte waardoor er veel meer mogelijk is. Ga het vooral niet in je eentje doen.’ Het betekent overigens niet dat Nederland wel achterover kan leunen omdat Europa het gaat doen. Ook op nationaal niveau moeten we aan de bak: ‘Een nieuw kabinet moet in het regeerakkoord een groene industriepolitiek opnemen.’
Prudent financieel beleid Van der Ploeg ziet het ook als een taak voor de overheid om ervoor te zorgen dat pensioenbeleggingen vergroenen. Het ABP loopt met zijn beleggingen enorm achter bij andere beleggingsinstellingen, zoals Noorse en Zweedse pensioenfondsen, waarschuwt hij. ‘Het belegt nog steeds in de fossiele energiesector. Op afzienbare termijn dreigt dat gestrand vermogen te worden en blijf je als pensioenfonds met een waardeloos portfolio zitten. De ECB en DNB waarschuwen daar al voor, maar zonder effect. Ik vind dat het ABP een roekeloos beleid voert.’ De overheid gaat weliswaar niet over het beleggingsbeleid van een pensioenfonds, maar diezelfde overheid moet er wel voor waken dat er geen financiële crisis ontstaat als gevolg van klimaatverandering. ‘Dat is niet links of rechts, dat is een kwestie van prudent financieel beleid. Het is ook niet alleen een milieukwestie, het gaat om de economie. Het maakt dan ook niet uit welke partij het doet, het gaat er alleen om dat de problemen worden aangepakt.’ ◼
‘Ook op nationaal niveau moeten we aan de bak’
Deel dit artikel