Burgemeester als online sheriff?
APV is doodlopende weg
Tekst Dave Schut Beeld Willem Bantema
Een aantal burgemeesters probeert via de Algemene plaatselijke verordening (APV) burgers aan te pakken die via sociale media oproepen tot wanorde. Maar dat heeft helemaal geen zin, zegt onderzoeker Willem Bantema.
Volgens Willem Bantema willen we als burger beschermd worden tegen willekeur van de overheid, en vraagt dat om duidelijke wetgeving
Willem Bantema is lector bestuur in een digitaliserende samenleving aan de NHL Stenden Hogeschool en projectleider van het onderzoek APV 2.0. Het doel van dat project: achterhalen welke mogelijkheden de Algemene Plaatselijke Verordening biedt voor burgemeesters om online oproepen tot ordeverstoringen aan te pakken. ‘De APV staat vol met lokale regels over leefbaarheid en openbare orde,’ legt Bantema uit. ‘Denk aan vergunningen voor evenementen, maar ook aan regels rondom het kappen van bomen en het uitlaten van honden.’ Iedere gemeente heeft een eigen versie. ‘En bij sommige staat in de APV dat je niet mag oproepen tot uitdagend gedrag dat leidt tot wanordelijkheden zoals een vechtpartij.’ Niet onlogisch dus dat meerdere burgemeesters dachten: hier kunnen wij iets mee.
Complicatie Maar er is een complicatie. ‘De meeste regels uit de APV zijn bedacht voordat het internet er was,’ zegt Bantema. ‘Een groot gedeelte van de regels rondom openbare orde komt zelfs uit de negentiende eeuw. Toen was er nog niet eens televisie.’ Lange tijd vormde dit geen probleem. Maar sinds corona, en de vervaagde grens tussen fysiek en online die daarop volgde, is daar verandering in gekomen. ‘Met name de laatste 2 jaar is er echt een zoektocht geweest naar mogelijkheden om als gemeente op te kunnen treden. Een aantal gemeenten heeft toen het idee gekregen dat de APV iets kon betekenen.’ Zo was er een geval in de gemeente Utrecht. ‘In de APV van Utrecht staat een verbod om in de openbare ruimte uitdagend gedrag te vertonen dat leidt tot wanordelijkheden. De gemeente heeft dit verbod geprobeerd toe te passen op een oproep op sociale media.’ Dit pakte voor Utrecht niet goed uit. ‘De rechter heeft gezegd: dit kan de gemeente helemaal niet doen. Een van de redenen was dat in de APV een fysieke ruimte wordt bedoeld, en niet een online ruimte.’ Maar dat was niet het enige bezwaar. De rechter stelde ook dat het verbieden van online uitingen een beperking is van de vrijheid van meningsuiting, en dat de APV daar niet aan mag tornen. Dit zou betekenen dat niet alleen de APV van Utrecht ongeschikt is voor dit doel, maar dat dit geldt voor elke APV.
‘We willen worden beschermd tegen de willekeur van de overheid’
Fysieke domein
Bantema vindt de uitspraak interessant, maar is teleurgesteld over de summiere verklaring van de rechter. ‘Wij zijn als onderzoeksgroep tot een vergelijkbare conclusie gekomen, maar het heeft toch meer effect als een rechter duidelijke uitleg geeft.’ Als de APV ongeschikt is, wat kunnen burgemeesters dan wel doen? Volgens Bantema moet een en ander hoe dan ook via Den Haag worden geregeld. ‘De wetgeving moet worden aangepast. En niet de APV, maar de Gemeentewet. Er zouden nog tien verschillende APV’s gemaakt kunnen worden, maar wij zeggen: dat levert niets op.’ Het zou hem niet verbazen als gemeenten al weten dat de APV ongeschikt is, maar dat ze het blijven proberen om zo de politieke druk verder op te voeren. ‘Ze hopen dat de Tweede Kamer hiermee aan de slag gaat.’ Want ook als de Gemeentewet wordt gebruikt, is nog steeds een aanpassing nodig. ‘Alle artikelen in de Gemeentewet zijn eveneens voor het fysieke domein bedoeld.’
Kanttekening Bantema plaatst overigens een kanttekening bij het idee dat alle gemeenten staan te popelen om in te grijpen. ‘Van 41 burgemeesters is bekend dat ze meer bevoegdheden willen, maar er zijn 352 burgemeesters in totaal. Ik zou ook weleens willen horen hoe de rest erover denkt. Volgens mij zijn er genoeg burgemeesters die juist geen extra bevoegdheden willen, die helemaal niet de behoefte hebben om als een soort online sheriff te moeten opereren.’ Daarnaast vraagt hij zich af hoe bijvoorbeeld zo’n aangepaste Gemeentewet, als die er komt, vervolgens gehandhaafd kan worden. ‘Kunnen gemeenten het überhaupt uitvoeren? Hebben ze daar de mensen voor? Het is nog maar de vraag in hoeverre gemeenten zijn toegerust op de massaliteit van het internet.’ Een andere optie zou zijn dat het aanpakken van online ordeverstoringen landelijk wordt geregeld. ‘Want ook vanuit onder meer het strafrecht zijn er mogelijkheden.’
Bantema noemt het een politiek-maatschappelijk vraagstuk, en hoopt daarom op debat. ‘Wij zouden hier met z’n allen over moeten discussiëren. Want dit is een grote vraag. Het risico is dat je anders heel vage regels krijgt waarin de gemeente alle ruimte krijgt om er een eigen invulling aan te geven. Daar moeten we voor uitkijken. Wij willen als burgers ook beschermd worden tegen willekeur van de overheid, en dat vraagt om duidelijke wetgeving.’ ◼
Deel dit artikel