Samen werken aan brede welvaart
Zoektocht naar welzijn en geluk
Tekst Jelle van der Meulen Beeld Aad Goudappel
Overheidsbeleid is te veel gericht op het faciliteren van winstmaximalisatie voor bedrijven en te weinig op het welzijn van inwoners. Dat stellen Vincent Hoek en Mark Dierkes, die beiden een bijdrage leverden aan De Democratische Lente; de strijd om de welvaart.
‘Wat betekent het
bbp voor
het welzijn?’
Kijk je naar het bruto binnenlands product, dan kun je gemakkelijk concluderen dat het goed gaat met de Nederlandse economie. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) becijferde dat het bbp per inwoner in 2021 uitkwam op ruim 49.000 euro. Maar dat staat in schril contrast met andere cijfers van datzelfde CBS, waaruit blijkt dat ruim 1 miljoen mensen het risico loopt op armoede. Mark Dierkes is programmamanager bij I-Interim Rijk en bedrijfskundige. ‘Het bbp kan groeien,’ zegt hij, ‘maar wat betekent dat voor het welzijn van inwoners? Dat is de vraag die we onszelf als maatschappij moeten stellen om de toegevoegde waarde van de staat te optimaliseren.’ Die vraag staat centraal in het boek De Democratische Lente; de strijd om de welvaart. De onlangs overleden futuroloog en emeritus hoogleraar toekomstonderzoek aan de Universiteit Twente Wim de Ridder beschrijft daarin de zoektocht naar het vergroten van de brede welvaart, een graadmeter die volgens hem draait om welzijn of geluk. In tien cases laten de auteurs zien op welke manieren overheid, bedrijfsleven en inwoners samen kunnen werken om aan die brede welvaart bij te dragen. Het World Economic Forum (WEF) schreef in 2017 voor het eerst over de noodzaak van een zogeheten fourth-sector economic strategy. Volgens het WEF dient er een vierde sector te komen, naast de publieke, de private en de non-profitsector: for benefit. In deze vierde sector komen de andere sectoren samen om doelen te realiseren die bijdragen aan het welzijn van de gehele samenleving. Voorbeelden van dergelijke doelen zijn de Sustainable Development Goals (SDG’s) of het Klimaatakkoord van Parijs.
Leidraad Aan de theorie van de vierde sector ligt een diepere, meer existentiële vraag ten grondslag: wie is de eigenaar van grotere maatschappelijke vraagstukken? Dierkes: ‘Om die vraag te beantwoorden, moeten we bedrijfskundig kijken naar de overheid. Hoe zijn we georganiseerd? Iedereen in de keten – overheid, bedrijfsleven en inwoners – heeft iets te doen, maar niemand plakt de brokstukjes aan elkaar.’ Die brokstukjes zijn bijvoorbeeld rapportages van de Raad van State of van het CBS. In het bedrijfskundige model van de auteurs dienen die als leidraad voor beleid. ‘Die gegevens zijn objectief en onafhankelijk. Laten we die dan als maatschappij omarmen en beleid afstemmen op die onafhankelijke indicatoren.’ Daarmee komt een tweede essentiële punt naar voren: het gebruiken van data om de democratie te versterken en beleid beter af te stemmen op de behoeften van de inwoner. Vincent Hoek is enterprise architect bij I-Interim Rijk. Hij legt uit: ‘Data Spaces rond specifieke onderwerpen omvatten relaties tussen vertrouwde partners die worden beheerst door open standaarden voor veilige en soevereine gegevensuitwisseling, certificering en governance. Een voorbeeld daarvan zijn digital twins, virtuele representaties van bestaande systemen of producten. Hiermee kan de overheid, aan de hand van geverifieerde en in context geplaatste data, alternatieve handelingsperspectieven en scenario’s doorleven die de impact van handelen op alle stakeholders en vanuit elk juridisch en bestuurlijk perspectief helder maakt.’ Dat geeft andere inzichten, vervolgt Hoek. ‘Neem het stikstofdossier, dat nu voor veel problemen zorgt. Word je het eens over de onderliggende feiten – in dit geval de meetmodellen en sensoren die je gebruikt om data te genereren1 – dan kun je met betere metingen komen en op basis daarvan scenario’s maken. Dit berust op intersubjectieve feiten en biedt handelingsperspectieven. Het is bovendien transparant en zorgt voor rust in de samenleving, omdat iedereen kan verifiëren dat het beleid niet een of ander politiek dealtje is geweest. Je vindt dit denken al volledig terug in i4trust.org (een initiatief dat de ontwikkeling van innovatieve diensten rondom data value chains in verschillende sectoren stimuleert, red.).’
Slechte data Door aan de hand van data de doelstelling centraal te stellen, moet het welzijn van inwoners vergroot worden. Het probleem is dat de informatiehuishouding en het datagebruik van de overheid nog onvoldoende op orde zijn, stelt Hoek. ‘ISO 8000 is de kwaliteitsstandaard voor data, maar niemand binnen de overheid houdt zich daar generiek aan. Momenteel nemen we noodgedwongen soms besluiten op basis van lousy data. Dan is het garbage in, garbage out. Er is onvoldoende data confidence. We moeten veel fijnmaziger gaan werken met data, die onafhankelijk, objectief en verifieerbaar zijn.’ Hoek realiseert zich dat niet iedereen al even ver is in bewustzijn over digitalisering en de mogelijkheden van data. Dat een meer digitale werkwijze te ingewikkeld zou zijn, daar wil hij absoluut niet aan. ‘Natuurlijk is het hier en daar abstracte kost, maar mensen kunnen het moeiteloos aan. Daarvoor hoef je alleen maar naar de coronacrisis te kijken. Thuis werken en onderwijs geven zou jarenlang te lastig zijn, maar werd binnen no time opgezet en succesvol uitgevoerd. Het kan heus wel.’
‘We moeten innoveren
maar ook
terug naar de basis’
‘Soms nemen we
besluiten op basis
van lousy data’
Meer vertrouwen Vanuit die werkwijze worden ministeries vakinhoudelijke departementen, waar ambtenaren context toevoegen aan onafhankelijke indicatoren. Hoek: ‘We moeten innoveren, maar ook terug naar de basis. Waarom hebben we eigenlijk een ministerie, bijvoorbeeld van Financiën? Dat klinkt heel logisch, maar het is ooit bedacht en was er daarvoor niet. Het staat in de Grondwet, dat is de essentie. Maar dan moeten de sommetjes wel kloppen.’ De organisatie van de overheid is al jaren hetzelfde, vult Dierkes aan. ‘Er gaat af en toe een ministerie af of komt er een bij, maar dat is het ook wel. Kijk je bedrijfskundig naar de overheidsorganisatie, maar ook naar het bedrijfsleven en naar de inwoner, dan hebben we een nieuwe uitdaging. Die gaat niet om winst maximaliseren, maar om de vraag hoe je collectieve goederen – verifieerbaar doordacht – levert omwille van welvaart en welzijn.’
Gerenoveerd sociaal contract Door de overheidsorganisatie onder te loep te nemen en te streven naar welzijn en welvaart, kan tevens het vertrouwen in de overheid weer toenemen, zegt Dierkes: ‘We willen daaraan werken en praten erover, maar we zien het nog niet overal terugkomen. Door met onafhankelijke indicatoren op verifieerbare wijze en binnen heldere contexten te werken aan algemeen welzijn, krijgen inwoners dat vertrouwen terug. We moeten het gesprek voeren over de generieke principes waarop ons beleid zal berusten en vervolgens alles zo inrichten. Zo krijgen we een gerenoveerd sociaal contract, dat uiteindelijk een helder en belangrijk doel dient: meer welzijn voor de gehele maatschappij.’ ◼
Deel dit artikel