We zijn met z’n allen verantwoordelijk
Erkenning is een eerste stap
Tekst Jelle van der Meulen Beeld Dick Vos
De compensatieregeling voor gedupeerden van de toeslagenaffaire blijft traag verlopen. Khadija Bozia, die als advocate tientallen gedupeerden bijstaat, pleit voor een andere aanpak. ‘De Belastingdienst denkt nog steeds in fases, maar we hebben een deltaplan nodig om dit goed op te lossen.’
Volgens Khadija Bozia ben je medeverantwoordelijk als je misstanden ziet gebeuren en er niet tegen opstaat
‘De Belastingdienst moet zeggen: we hebben zelf fouten gemaakt’
Toen Khadija Bozia begon met het bijstaan van gedupeerden in de toeslagenaffaire, was er ‘helemaal niets’. De Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT, zie pp. 26-27) moest worden opgetuigd en het initiële contact tussen ambtenaren en gedupeerden verliep erg stroef. ‘Er was veel wantrouwen en boosheid. Gaandeweg werd een en ander iets verlicht, een grote groep kreeg de 30.000 euro (de Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag). Tegelijkertijd werden inwoners aangespoord zich te melden voor de beoordeling of ze gedupeerden zijn.’
Omkering bewijslast En toen begon de ellende, zegt Bozia. ‘Een enorm juridisch traject ontstond, met interne en externe adviescommissies, bezwaartrajecten, ingebrekestellingen en beroepsprocedures. De grote hoeveelheid aangemelde inwoners komt nu vast te zitten in deze processen. Daardoor is het veel te stroperig en duurt de afhandeling te lang.’ Begin juni berichtte de redactie van de actualiteitenrubriek Op1 dat gedupeerden in sommige gevallen tot 2026 zullen moeten wachten voordat de Belastingdienst kan beginnen met het beoordelen van hun zaak. In februari van dit jaar schreef de Werkgroep Toeslagen Advocaten, waarvan Bozia voorzitter is, reeds een brief aan de Tweede Kamer. De werkgroep vroeg daarin aandacht voor de trage afhandeling van de compensatie voor gedupeerden in de toeslagenaffaire en pleitte voor een andere aanpak. Door wettelijke omkering van de bewijslast zouden gedupeerden niet langer hun onschuld hoeven aantonen, maar moet de Belastingdienst juist met bewijs komen dat iemand geen recht zou hebben op compensatie. Bozia: ‘Je neemt meer aan, in plaats van dat je achteroverleunt en zegt: bewijs het maar. De houding van de Belastingdienst moet zijn: we hebben fouten gemaakt en de gedupeerden zijn slachtoffer.’
Gesjoemel Ambtenaren trokken eind mei juist aan de bel bij staatssecretaris Aukje de Vries (Toeslagen en Douane). Zij maakten zich zorgen over gesjoemel met de compensatieregeling. Ook De Correspondent berichtte eind vorig jaar dat de leiding van de Belastingdienst werd gewaarschuwd voor excessen van de compensatieregeling. Bozia en haar collega’s van de Werkgroep Toeslagen Advocaten herkennen zich niet in dat beeld. Ze hekelt de tegenstrijdige houding van de Belastingdienst met betrekking tot de compensatieregeling. ‘Enerzijds zegt men dat de beoordeling van het recht op de compensatievergoeding, de zogenoemde lichte toets, zorgvuldig geschiedt. Anderzijds zegt men dat er signalen zijn dat gesjoemeld wordt met de compensatieregeling. Waar vindt dat gesjoemel dan plaats? Feit is namelijk dat de beoordeling van het recht op de compensatievergoeding volledig in handen ligt van de ambtenaren van de Belastingdienst. Bij die beoordeling gaan zij uit van jarenlange verzamelde informatie binnen de dienst. De inwoner noch zijn gemachtigde wordt betrokken in dit proces. Het is voor ons tot op de dag van vandaag niet duidelijk op grond van welke stukken en beoordelingscriteria de beslissing voor de toekenning van de compensatievergoeding wordt genomen. Wij komen pas in actie nadat een beslissing op de lichte toets is gegeven. Dan staan wij cliënten bij gedurende de integrale behandeling of bezwaarprocedure.’ Bozia ziet dan ook niet in hoe het gesjoemel in deze lichte toetsfase plaats zou kunnen vinden.
Weinig constructief Over het verwijt dat mensen zich aanmelden die achteraf geen gedupeerden van de kinderopvangtoeslag blijken te zijn, is Bozia eveneens duidelijk. ‘Momenteel is er een telefoonnummer waar alle categorieën gedupeerden (zorgtoeslag en huurtoeslag) zich kunnen melden. Stel je meerdere nummers beschikbaar, dan ontstaat er ook een differentiatie van aanmeldingen en vinden vergissingen minder plaats.’ Want ondertussen, zegt Bozia, zijn er nog steeds talloze gedupeerden die niet gecompenseerd zijn en voor wie de nachtmerrie dus voortduurt. ‘Er is een groep die het voldoende vindt om gecompenseerd te worden, die er vrede mee heeft als in het midden wordt gelaten welke fouten er precies zijn gemaakt. Maar een andere groep, bijvoorbeeld die kinderen uit huis geplaatst heeft zien worden of die tot op de dag van vandaag lichamelijke en psychische klachten heeft, wil het tot op de bodem uitzoeken. Dat kost tijd.’ Bozia heeft begrip voor de complexiteit waar de Belastingdienst mee te maken heeft. ‘De schades zijn zo groot en zo divers, dat zijn natuurlijk geen gemakkelijke dossiers.’ Tegelijkertijd laakt ze echter de houding van de Belastingdienst, die in haar optiek nog altijd weinig constructief is. ‘Dossiers worden niet op tijd verstrekt, delen van dossiers worden weggelakt, externe partijen beschikken niet over alle stukken, waardoor conclusies niet kloppen, er worden steeds juridische wegen ingezet waardoor we vastlopen. We hebben nog steeds te maken met een overheidsorgaan dat fouten probeert af te dekken en het goedpraat.’
Coulanter De Werkgroep Toeslagen Advocaten wil daarom dat de overheid de afhandeling van de toeslagenaffaire grootser aanpakt. Bozia spreekt van een deltaplan. ‘Dit is een megaprobleem, daar moet je ook een megaplan voor maken om het te herstellen. Er gebeurt natuurlijk al een heleboel, maar het gebeurt allemaal los van elkaar. Laat schade-experts voor bepaalde schades vaste bedragen vaststellen, laat organisaties samenkomen om mee te werken aan het herstel. Als een gedupeerde bijvoorbeeld zijn of haar huis heeft moeten verkopen, zorg dan dat diegene coulanter wordt behandeld bij de aanvraag van een nieuwe hypotheek. Zet grote lijnen uit, dan kunnen we mensen de rust geven waar zij recht op hebben.’
Eerlijk en integer Eind mei erkende het kabinet dat ‘bij een deel van de Belastingdienst sprake is geweest van institutioneel racisme’, iets wat politici eerder stellig ontkenden of lieten verzanden in een semantische discussie. Bozia vindt erkenning een eerste stap, maar daar moet het niet bij blijven. ‘We weten nu dat het bestaat en heeft bestaan bij de Belastingdienst. Nu moeten we het als samenleving dragen en erover blijven praten. Gebeurt dit ook op andere plekken? En hoe gaan we het oplossen?’ De advocate maakt zich zorgen over de verhouding tussen inwoner en overheid. ‘Veel ambtenaren die geen fouten hebben gemaakt, worden nu “afgemaakt” in de media. Ik denk zeker niet dat iedereen fout is. Maar je bent wel medeverantwoordelijk als je misstanden ziet gebeuren en niet ertegen opstaat. Neem afstand of kaart het aan. Het is ieders verantwoordelijkheid om zelf eerlijk en integer te zijn. Als we dat doen, dan komen we er wel. Ook bij de Belastingdienst.’ ◼
‘Voor een megaprobleem moet je een megaplan maken’
Deel dit artikel