Inwoners willen wel degelijk een ambitieus klimaatbeleid
Afke van Rijn over ziekmakende uitstoot, statiegeld en het Nationaal MilieuProgramma
Tekst Marc Notebomer Beeld Hilbert Krane
Met het Nationaal MilieuProgramma schetst het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) hoe gezond, schoon en veilig Nederland in 2050 kan zijn. En welke maatregelen daarvoor nodig zijn. ‘Twee derde van de Nederlanders maakt zich zorgen om het milieu. En een grote meerderheid vindt dat er extra maatregelen nodig zijn,’ zegt directeur-generaal (DG) Milieu en Internationaal Afke van Rijn. ‘Dat is een flinke steun in de rug.’
‘Wat rationeel waar is, is in de beleving van mensen niet altijd waar’
Afke van Rijn is sinds februari DG Milieu en Internationaal op het ministerie van IenW. Daarvoor was ze onder andere plaatsvervangend DG Covid-19 bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, directeur Media en Creatieve Industrie bij het ministerie van Onderwijs en Wetenschap en directeur Integratie bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. ‘Verschillende disciplines, maar de rode draad is dat ratio en emoties elkaar raken,’ zegt ze. ‘Het gaat altijd om de verbintenis tussen emoties en ratio en hoe je daar verstandig mee om kunt gaan. Wat rationeel waar is, is in de beleving van mensen niet altijd waar. Dat bij elkaar brengen is een mooie uitdaging in mijn werk.’ In dat opzicht is Van Rijn met haar huidige functie met haar neus in de boter gevallen. Protesterende klimaatactivisten, inwoners die een rechtszaak aanspannen tegen staalfabrikant Tata Steel vanwege ‘ziekmakende uitstoot’… Als het om het milieu gaat, lopen de emoties steeds vaker hoog op. Des te belangrijker is het, volgens Van Rijn, om met elkaar in gesprek te blijven. ‘Met gemeenten en provincies, het bedrijfsleven en NGO’s. Maar vooral ook met inwoners. Gelukkig heeft het ministerie een directie participatie die ons daar enorm goed in helpt. Luisteren, daar begint het mee. Maar ook laten zien wat je met de input van mensen en organisaties hebt gedaan.’
NMP Neem het Nationaal MilieuProgramma (NMP). Dat is het vervolg op het Nationaal Milieubeleidskader en doet richtinggevende uitspraken voor het Nederlands milieubeleid tot en met 2050. Het kader voor dat programma ligt momenteel in de Tweede Kamer. Van Rijn: ‘Voor het NMP heeft zowel een formele als informele inspraakronde plaatsgevonden waarbij mensen en organisaties input hebben geleverd. We vinden het belangrijk om te laten zien wat we met die input hebben gedaan. De komende tijd gaan we met allerlei partijen verder in gesprek over de uitdagingen en hoe die samen op te lossen. Op die manier krijgen we een NMP dat ertoe doet. Een NMP dat niet alleen van ons ministerie is, maar van en voor iedereen.’ Nog een voorbeeld: de circulaire economie. Van Rijn: ‘Op dat terrein gaan we binnenkort kledingcafés organiseren. Ook daar gaan we met mensen in gesprek en de opbrengsten daarvan gebruiken we om ons beleid verder vorm te geven. En ja, ook daar laten we opnieuw weten wat we met die opbrengsten doen.’
Realistisch Welke dossiers zullen het milieubeleid van Nederland tot 2050 bepalen? Van Rijn: ‘Kernenergie is er een van. Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat is verantwoordelijk voor de organisatie van kernenergie, maar wij voor de veiligheidskant ervan. Een tweede is emissies: iedereen wil een gezonde, schone en veilige leefomgeving. Geluid is nog zo’n onderwerp. Beleving van geluid is wat anders dan daadwerkelijk geluid. En dan natuurlijk nog vergunning, toezicht en handhaving. Normen stellen is niet zo lastig, maar partijen moeten zich ook aan die normen houden. Hoe zorg je ervoor dat dat stelsel verbeterd wordt?’ En dan nog de circulaire economie. Van Rijn: ‘Jaarlijks gebruiken we op wereldniveau 2,5 keer de aarde aan grondstoffen. Dat is waar circulaire economie naar kijkt. Nederland is koploper op dat gebied.’ Kijkend naar bijvoorbeeld recycling, vindt Van Rijn dat er veel goed gaat. ‘Bijvoorbeeld glas en papier. Bij grote plastic flessen werkt het instrument statiegeld uitstekend. Kleine flesjes en blikjes volgden later, dus daar is nog niet iedereen aan gewend. Maar we zien wel de inleverpercentages stijgen en de bekendheid onder de mensen toenemen. Gaat dat vanaf dag 1 perfect? Nee. Ik zeg dan: leer van de ervaringen die je hebt en kijk ook al doende wat je op kan bouwen. Je zou het liefst willen dat je elke dag hetzelfde recyclingspercentage hebt. Maar we moeten ook realistisch zijn. We moeten met elkaar leren. Zowel jij en ik, door onze flesjes en blikjes in te leveren. Wij als overheid, door duidelijke kaders te stellen, en de branche, door het mensen zo makkelijk mogelijk te maken om hun lege flesjes en blikjes in te leveren.’
‘Het liefst zou je willen dat je elke dag hetzelfde recyclings- percentage hebt’
‘Hoe zorgen we ervoor dat we de aarde niet meer uitputten en vervuilen?’
Participatieve Waarde Evaluatie Afgelopen zomer heeft IenW een zogenoemde Participatieve Waarde Evaluatie (PWE) uitgevoerd voor het NMP. Dat is een online raadpleging waarin keuzes aan inwoners zijn voorgelegd. In de PWE komen de onderliggende waarden van mensen ten aanzien van het milieubeleid aan bod. Van Rijn: ‘Wat vinden mensen belangrijk bij milieumaatregelen? Moeten maatregelen zo kosteneffectief mogelijk zijn (de meeste milieuwinst per euro) of is het belangrijker dat de maatregelen eerlijk zijn (iedereen doet wat)?’ Een van de uitkomsten is dat twee derde van de Nederlanders zich zorgen maakt om het milieu. Van Rijn: ‘En dat een kwart van de mensen vindt dat er geen extra maatregelen nodig zijn. Natuurlijk heb je nooit iedereen aan boord. Maar je moet wel ergens starten.’ Nog een uitkomst: voorkomen is beter dan genezen. Daar is 83 procent van de mensen het mee eens, weet Van Rijn. ‘Dat is een flinke steun in de rug om zaken bij de bron aan te pakken in plaats van aan de achterkant te regelen.’ De evaluatie laat volgens Van Rijn zien dat veel Nederlanders wel degelijk willen bewegen richting een ambitieus milieubeleid. ‘Ik noem bijvoorbeeld de jongeren. Die willen een gezonde leefomgeving voor hun kinderen achterlaten en ook voor hun kleinkinderen. Op het gebied van klimaat is die bewustwording al aanwezig. Op het gebied van het milieu is die zich ook aan het ontwikkelen. Daarom is het superbelangrijk om inwoners zoveel mogelijk bij zaken te betrekken.’
Gezond, schoon en veilig Hoe ziet Van Rijn zelf de toekomst van Nederland? ‘Ik kom dan toch uit bij een leefomgeving die zo gezond, schoon en veilig en gezond mogelijk is, in ieder geval minstens zo gezond, schoon en veilig als nu. Een circulaire economie is daarbij van groot belang: hoe kunnen we ervoor zorgen dat we grondstoffen zoveel mogelijk hergebruiken? En hoe zorgen we ervoor dat we de aarde niet meer uitputten en vervuilen? Dat is eigenlijk waarop alle doelen gericht moeten zijn.’ ‘De vraag is, hoe kom je daar en hoe kom je daar op een manier dat de belangen van alle betrokken partijen in balans zijn en mensen acties kunnen ondernemen die helpen. Het volledige antwoord op deze vragen ontbreekt nog. Vandaar dat we met het NMP kijken: als je nou deze doelen stelt, komen we er dan? Of missen we nog wat?’ ◼
Deel dit artikel