Leiderschap
COVID-19 is nog niet verslagen of er dient zich weer een nieuwe crisis voor de EU aan. Deze keer aan haar oostgrens, waar Russische troepen de Oekraïne zijn binnengevallen. Hoewel de aard van deze bedreiging niet te vergelijken is met de crises van de Eurozone, vluchtelingen of COVID-19, is de reactie van de EU vergelijkbaar: ondanks alle waarschuwingen lijkt zij overvallen door de acties van Poetin, wordt er onderling gekissebist en is de eenheid in eerste instantie ver te zoeken. Duitsland waarschuwt tegen drastische stappen, Macron eist zijn eigen plek aan de grotemensentafel en Orbán gaat gezellig op de koffie in Moskou. Concrete actie laat op zich wachten, als die er al komt. De Europese lidstaten zijn pijnlijk afhankelijk van Russisch gas en Europa is - zoals minister Hoekstra al concludeerde - nauwelijks in staat zichzelf te verdedigen. Op de vraag waarom de EU steeds op deze wijze op crises reageert, wordt in het publieke en academische debat hetzelfde antwoord gegeven: het ontbreekt Europa aan leiderschap, visie en daadkracht. Een conclusie die zich nog krachtiger opdringt door het scherpe contrast tussen de EU en Poetin. Want hij mag dan moreel fout zitten, de “sterke man” uit Moskou weet wel wat hij wil, legt de wereld eigenhandig zijn spelregels op en is bereid tot zware opofferingen om zijn doel te bereiken. Kom daar in Europa maar eens om. Poetin - zo concluderen sommige commentatoren met nauwelijks verholen bewondering - dat is pas een leider, en de EU is een loser. Maar deze analyse gaat uit van een traditioneel en totaal misplaatst idee van leiderschap dat in Europa inderdaad niet mogelijk is, maar vooral ook niet wenselijk. Want Poetin is geen leider, Poetin is een autocraat. De EU heeft leiders: 5 presidenten, een hoge vertegenwoordiger, 27 regeringsleiders met een nationaal en Europees parlement in hun nek, een hof van justitie en bijna 450 burgers met een mening die zij openlijk mogen uiten. Het ontbreekt de EU dus niet aan leiderschap, de EU heeft juist leiders die geen van allen de macht hebben om hun visie door te drijven. En ja, dan duurt besluiten nemen een tijdje. Dat is geen vergissing of ontwerpfout; het is een bewuste keuze die al sinds de eerste Europese samenwerking bij elke verdragswijziging opnieuw wordt gemaakt. Het is een keuze voor scheiding van machten, voor discussie en overleg, voor het meenemen van de belangen van de kleintjes en de minderheden, voor het respecteren van verschillende en historisch gegroeide belangen. Kortom, een keuze voor liberale democratie. En dat is niet gemakkelijk, om de ideeën en belangen van een ander mee te nemen, om te zoeken naar verbinding en gedeelde belangen, om te overtuigen in plaats van op te leggen. Daarom noemen we dat leiderschap.
Femke van Esch is hoogleraar European Governance en leiderschap van de EU aan het Departement Bestuurs- en Organisatiewetenschap (USBO) van de Universiteit Utrecht. Samen met Jan Pieter Beetz schrijft zij bij toerbeurt over zaken die Europa aangaan. Het uitgangspunt: de Europese Unie is meer dan Brussel alleen.
Deel dit artikel