Imago overheid is goed
Praktijk is soms weerbarstig
Tekst Bas Nieuwenhuijsen Beeld Shutterstock
Goed werkgeverschap is belangrijker dan ooit, vinden zowel Marco Ouwehand en Marieke Manschot (bestuurders FNV Overheid en cao-onderhandelaars voor respectievelijk rijk en gemeenten) als Ton Heerts (burgemeester van Apeldoorn, bestuurslid van de VNG en voorzitter van het College voor Arbeidszaken). Maar wat is eigenlijk goed werkgeverschap en hoe vullen overheden dat in?
Geen discussie over: goed werkgeverschap moet hoog op de agenda staan. Alleen al vanwege de huidige krapte op de arbeidsmarkt. Volgens de FNV-bestuurders slagen overheidsorganisaties er onvoldoende in om mensen aan te trekken en vast te houden. Dat is deels het gevolg van een demografisch probleem, de voortgaande vergrijzing, maar deels spelen ook veranderende verwachtingen een rol. ‘Jongeren lopen weg,’ stelt Marieke Manschot vast. Dat komt veelal door een gebrek aan mogelijkheden om zich verder te ontwikkelen en arbeidsvoorwaarden die niet aantrekkelijk genoeg zijn. ‘De overheid mag het imago hebben dat ze goede regelingen biedt,’ zegt Marco Ouwehand, ‘maar in de praktijk valt dat soms tegen en is het aanpoten voor een salaris dat echt niet geweldig is. Voor een beleidsmedewerker is die perceptie anders dan voor iemand die volgens een dienstrooster werkt. Nieuwe aanwas is dan vaak snel weer weg.’ Werkgeversvertegenwoordiger Ton Heerts benadrukt ook het belang van goed werkgeverschap. ‘De krapte op de arbeidsmarkt blijft de komende decennia,’ verwacht hij. ‘Er is sprake van schaarste aan mensen in veel functies. We zullen als gemeenten een tandje moeten bijzetten om voldoende gekwalificeerde mensen te vinden en te houden.’ Goed werkgeverschap is trouwens altijd belangrijk, niet alleen nu er moeilijk aan nieuwe medewerkers te komen valt, vindt Heerts. ‘Het is normaal. Het is voor mij geen lege huls. Niemand kan nog zonder elkaar.’
‘De krapte op de arbeidsmarkt blijft’
Met die opmerking verwijst hij, onder meer, naar de afgelopen 2 jaar, waarin tijdens de coronacrisis een zware wissel op publieke diensten is getrokken. ‘We hebben als overheden een megaprestatie geleverd,’ zegt Heerts. ‘We moeten zuinig op onze medewerkers zijn. Goede arbeidsvoorwaarden bieden en hen goed faciliteren.’ En het mag leuk en gezellig zijn, ook, of misschien juist, als veel collega’s niet op kantoor zitten. ‘Als iemand bijvoorbeeld vanuit huis werkt, vind ik het juist leuk als er even een kind of een huisdier voor het scherm komt. Het menselijke contact is belangrijk. Hybride werken is echt wenselijk en zal blijven. Het is goed voor onze flexibiliteit, maar ook voor het milieu bijvoorbeeld doordat er minder wordt gereisd. We moeten het hybride werken stimuleren en uitbouwen, ook in het kader van goed werkgeverschap.’
Ontwikkeling Op de opmerking van Manschot en Ouwehand dat ambtenaren te weinig kansen krijgen om zich te ontwikkelen, reageert Heerts met begrip. ‘Ze hebben een punt. We moeten het niet alleen opschrijven in de cao en vervolgens niets doen. Individuele ontwikkeling is van groot belang, er worden steeds meer en steeds andere dingen gevraagd van medewerkers. Maar we doen ook veel. Gemeenten trekken vaak aan dezelfde groep mensen. Het zou daarom goed zijn als het makkelijker wordt om voor meer dan een gemeente te werken. Dat gebeurt ook al, bijvoorbeeld in pools op het gebied van veiligheid en veel gemeenten hebben samen shared service centers. We moeten ook meer samen de arbeidsmarkt benaderen.’
Kramp Manschot en Ouwehand bestrijden niet dat er individueel mogelijkheden bestaan, maar zien een structureel probleem. Ouwehand: ‘Vooral mensen in functies aan de onderkant van het loongebouw zitten vaak vast op een plek. Er is tussen hen en hun leidinggevenden geen gezamenlijk belang om stappen te maken, want als ze doorstromen valt er een gat in het rooster. Op een andere plek kijken of meelopen, vinden leidinggevenden vaak gedoe, zodat mensen na een paar keer vragen er maar over ophouden.’ ‘Het is blijkbaar lastig om het in de praktijk te brengen,’ zegt Manschot. ‘Bij kleine gemeenten snap ik wel dat het wat lastiger is om dit te organiseren. Maar er wordt bij gemeenten in het algemeen gewoon niet genoeg geïnvesteerd in de mensen. Terwijl de publieke diensten de maatschappij draaiende houden, komen werkgevers toch telkens weer met een heel mager loonbod.’ Dat zit de FNV-bestuurders dwars. ‘Overheden zijn bang voor de publieke opinie, ze schieten bij elke crisis in een politieke kramp,’ constateert Manschot. Ouwehand: ‘Toen we met het rijk gingen praten over een thuiswerkvergoeding, ging het in de beeldvorming om een bonus. Nou, dat kon niet, want een bonus was er alleen voor de zorg en zolang dat niet was geregeld, viel er niet over te denken.’ ‘Die werkgeversangst voor de publieke opinie schaadt de positie van medewerkers,’ vindt Manschot. De FNV gaat dan ook bij de komende cao-onderhandelingen inzetten op loonsverhoging. ‘Dat is ons zwaartepunt,’ meldt Ouwehand. ‘Juist voor de mensen aan de onderkant komt de hoge inflatie hard aan.’ Heerts is niet blind voor de rol van een goed inkomen voor de aantrekkelijkheid van de overheid als werkgever, maar wil een nuance aanbrengen. ‘Voor gemeenten is dit lastig, daarvoor hebben ze meer helderheid nodig over hun financiële positie op langere termijn. Nu is die in hoge mate onzeker, bijvoorbeeld als het gaat om de kosten van de jeugdzorg. Voor ons is belangrijk dat er een stabiele financiële relatie tussen de gemeenten en het rijk komt. Dan zal die kramp verminderen.’
‘Cultuur is een veelkoppig monster’
Integriteit Manschot en Ouwehand zien nog een probleem met de politieke invloed op de ambtelijke organisatie: druk op ambtenaren om tegen hun geweten te handelen. ‘Integriteit op de werkvloer is een gebied met grijze tinten. In de toeslagenaffaire bijvoorbeeld, liepen medewerkers die waarschuwden tegen een muur aan. Je kunt wel een klacht indienen, maar dan? Er is een cultuurverandering nodig.’ ‘Maar cultuur is een veelkoppig monster,’ weet Ouwehand. Grote organisaties als het overheidsapparaat in beweging krijgen, valt volgens hem niet mee. ‘Bovendien denkt men altijd dat vernieuwing alleen komt door mensen van buiten aan te trekken. Daarom wordt er onvoldoende geïnvesteerd in mensen die er al zitten.’ Heerts vindt politieke druk op ambtenaren verwerpelijk. ‘Dat kan niet. Laat medewerkers hun morele kompas volgen, en er zijn protocollen op dit gebied. De drempel om misstanden te melden moet laag zijn.’ Al met al ziet hij dat de overheid zoekt naar de juiste afweging van voldoende regelruimte voor mensen, inkomen, vitaliteit, ontwikkelingsmogelijkheden en ga zo maar door. ‘We zoeken voortdurend naar een nieuwe balans.’ ◼
Deel dit artikel