Forum Standaardisatie
Open standaarden essentieel voor digitale toegankelijkheid
Tekst Bas Nieuwenhuijsen
Beeld Bart van Vliet
Het heet met een fraaie term ‘digitale inclusiviteit’: iedereen moet gebruik kunnen maken van de digitale kanalen zoals websites en apps van (semi)overheidsorganisaties. Dus ook mensen die om welke reden dan ook moeite hebben om digitaal mee te doen. ‘Digitale toegankelijkheid moet in het dagelijkse denken en doen komen te zitten.’
Volgens Yvonne van der Brugge en Tim in ’t Veld zit Nederland op het gebied van digitale toegankelijkheid internationaal gezien in de voorhoede
‘Standaarden voor toegankelijke informatie leveren een grote bijdrage aan digitale inclusiviteit’
Yvonne van der Brugge is Algemeen Directeur van Logius (de organisatie achter onder meer DigiD) en secretaris van het Forum Standaardisatie. ‘Die twee functies zijn een goede combinatie als het gaat om toegankelijkheid,’ betoogt ze. ‘Logius werkt aan de generieke digitale infrastructuur van de overheid. Die moet voor iedereen toegankelijk zijn en dat kan alleen als je de open standaarden gebruikt die daarvoor zijn afgesproken. Dat is essentieel.’
Forum Standaardisatie kiest open standaarden voor bijvoorbeeld het veilig uitwisselen van gegevens tussen overheden onderling en tussen overheden en andere organisaties. ‘Die standaarden zijn niet vrijblijvend,’ merkt Van der Brugge op. ‘Overheden moeten ze toepassen, of uitleggen waarom ze dat nog niet doen. De toegankelijkheid van online overheidsinformatie is zelfs verplicht bij wet. Daarmee hebben niet alleen overheden te maken, maar ook bedrijven en andere organisaties met een publieke taak. Als die zaken willen doen met de overheid, moeten ook zij voldoen aan die standaarden. Het gebruik van standaarden verspreidt zich dus en doordat het open standaarden zijn, ontstaat er voor onze leveranciers een level playing field.’
Vier miljoen mensen
‘De standaarden voor toegankelijke informatie op de lijst van het Forum Standaardisatie leveren een belangrijke bijdrage aan digitale inclusiviteit,’ aldus Van der Brugge. ‘Er zijn bij elkaar opgeteld zo’n vier miljoen mensen in Nederland die goed toegankelijke websites nodig hebben, omdat ze een beperking hebben of digitaal niet goed mee kunnen komen of mogen. De overheid wil steeds meer digitaal doen. Al die sites en apps moeten dan wel makkelijk en intuïtief te gebruiken zijn. Ik vind de app van de Belastingdienst een mooi voorbeeld, die is zo eenvoudig en eenduidig opgezet dat je er ook zonder speciale IT-kennis goed mee uit de voeten kunt. Op het gebied van digitale toegankelijkheid zit Nederland, internationaal gezien, in de voorhoede.’
Dat beaamt Tim in ’t Veld, die als startend ondernemer met zijn bedrijf BlindMobility advies geeft over innovatieve hulpmiddelen en digitale toegankelijkheid. Hij is nagenoeg blind en gebruikt gehoorapparaten. ‘De Belastingdienst heeft inderdaad een heel mooie ‘tool’ waarmee we nu aangifte kunnen doen. Maar er blijft ook nog wel wat te wensen over, de berichtenbox op MijnOverheid is bijvoorbeeld veel lastiger te gebruiken. Brieven zijn moeilijk te lezen, doordat ze niet conform de afgesproken pdf-standaarden zijn gemaakt. Berekeningen en tabellen gaan bijvoorbeeld bij voorleessoftware helemaal door elkaar.’ ‘Dat is een breder probleem dat we herkennen en aanpakken,’ zegt Van der Brugge. ‘In elk geval moet alles wat nieuw is goed zijn. Met terugwerkende kracht iets veranderen, is moeilijker. Het zijn vaak majeure ingrepen. Maar ja, iemand die zo’n digitale brief van de Belastingdienst krijgt, moet die wel kunnen ontvangen en begrijpen.’ ‘Jaaroverzichten bijvoorbeeld gaan bijna nooit goed,’ vult In ’t Veld aan. ‘Ik moet daar wel bij zeggen dat de overheid het beter doet dan de private sector.
Formulieren invullen gaat ook vaak niet, dan moet ik toch weer iemand vragen om dat voor mij te doen.’ ‘Kortom, we zijn er nog niet,’ concludeert Van der Brugge. ‘Digitale toegankelijkheid moet in het dagelijkse denken en doen komen te zitten. Dat geldt ook voor onszelf, hoor. Ons jaarverslag bijvoorbeeld is bijna klaar. We hebben dit jaar extra aandacht besteed aan de toegankelijkheid en informatie uit bijvoorbeeld tabellen ook op een andere manier leesbaar gemaakt. Practise what you preach.’
Breed belang
In ’t Veld benadrukt dat goede toegankelijkheid van websites en apps niet alleen voor bepaalde doelgroepen belangrijk is. ‘Digitale toegankelijkheid heeft veel te maken met goed ontwerp. Het is voor iedereen prettig als het contrast goed is, de pagina niet vastloopt en ga zo maar door. Webstandaarden zijn niet specifiek voor blinden gemaakt. Die zijn er om ervoor te zorgen dat alles er ongeveer hetzelfde uitziet, of je het nou met je browser op je computer bekijkt of op je telefoon. En het moet stabiel werken. Daar heeft iedereen baat bij. Ik heb me verdiept in het gebruik van allerlei hulpmiddelen. Bouwers van websites en apps denken daar vaak niet echt over na. Mensen hebben soms geen idee dat het mogelijk is om een computer te bedienen met spraak of braille.’
Ook Van der Brugge ziet digitale toegankelijkheid en inclusiviteit heel breed, het is zeker niet iets dat alleen voor de overheid speelt. ‘De publieke en de private sector zoeken elkaar nu op om samen mensen te helpen. Het staat nog in de kinderschoenen, maar we zijn bezig met een Alliantie Digitaal Samenleven, waardoor er meer plekken komen waar mensen terecht kunnen als ze tegen digitale hobbels aanlopen. Maar webshops moeten ook wat met toegankelijkheid. En kijk naar banken, die hebben nu veel betere apps dan vroeger.’ In ’t Veld: ‘Toegankelijkheid gaat niet alleen over websites en apps, maar ook over apparaten, gebouwen en noem maar op. Het is leuk als je op een website een kantooradres kunt vinden, maar als je dan het gebouw niet in kunt, schiet je niets op.’ ◼
‘Digitale toegankelijkheid heeft veel te maken met goed ontwerp’
Deel dit artikel