Wie controleert de controleurs?
Voor ons overheidsmensen is het vanzelfsprekend dat verantwoording moet worden afgelegd over ons handelen of gebrek aan handelen. Verantwoording afleggen is een normaal onderdeel van ons bestaan. Dat mogen we op regelmatige basis doen bij onze toezichthouders. Maar ook bij parlementaire enquêtes. Wij worden op de voet gevolgd door een schare aan kritische volgers zoals Kamerleden, onderzoekers, toezichthouders, maatschappelijke organisaties en deskundologen. Dat is goed. Het houdt ons scherp. Ook de media beschouwen het als hun taak om de rol van kritische volger goed te vervullen. Bijna dagelijks berichten kranten of televisie- en radiozenders over het functioneren van de overheid. Vrijwel altijd gaat het over zaken die niet goed zijn gegaan. Opvallend is dat berichtgeving over wat er wel goed ging bij de overheid meestal bij de eindopmaak het loodje legt. Het wil de media nog maar niet lukken om positief over de overheid te schrijven. Maar vooruit, ook kritiek beschouwen we als een ongevraagd cadeautje.
Lastig wordt het als in al deze kritiek onvolkomenheid sluipt. Ik vraag medewerkers of studenten vaak hoe zij de krant lezen: wat vinden zij van artikelen, waar zij kennis of verstand over/van hebben? De reactie is meestal dat het geschrevene maar deels de waarheid betreft. Dan vraag ik hoe het komt dat wij de rest van de krant lezen alsof het waar is. Bij tv-programma’s is het duidelijker. Die gaan vrijwel nauwelijks meer over echte informatie, want het is steeds meer entertainment. Met actieve rollen van tv-orakels en schnabbeldeskundologen. Lekker amusement met smeuïge berichtgeving. Vervelend is het wel dat de niet-ingevoerde kijkers alles wat wordt voorgeschoteld voor zoete koek aannemen. Op een verdwaalde eigen ombudsman of een af en toe eerlijke hoofdredacteur na, ontbreekt het de media aan echte verantwoording. En dat lijkt mij, gezien het belang dat de media zelf hechten aan verantwoording, jammer voor hen. De vraag is: wie controleert de controleurs? We zouden kunnen denken aan een zwaar onafhankelijk toezichtsorgaan of een onafhankelijke ombudsman. In ieder geval niet iets van “de slager die zijn eigen vlees keurt”. Wellicht is het een aardig idee als er elk jaar een groot bevolkingsonderzoek naar de media wordt gehouden. En een keer in de paar jaar een parlementaire enquête. Of zouden politici dat te eng vinden? Voor journalisten moet dit geen punt zijn. Zij houden toch van kritisch geluid? Gewoon een ongevraagd cadeautje van de overheid.
Mark Frequin is buitengewoon adviseur op het gebied van publiek leiderschap en voorzitter van de Vereniging voor OverheidsManagement (VOM).
Deel dit artikel