Tekst Maurits van den Toorn
Kabinetsformatie
‘Je wilt hier niet in oktober nog mee bezig zijn,’ zei CU-leider Segers de dag na de verkiezingen in maart over de vorming van een nieuw kabinet. Het moest vanwege de crisisomstandigheden een turboformatie worden. De duur daarvan heeft inmiddels het Nederlandse record ruimschoots doorbroken (ook een prestatie natuurlijk). Na alle valse starts zijn de informateurs Remkes en Koolmees sinds begin oktober aan de slag. Behalve wat uitstapjes naar locaties elders in den lande en een kleine show van de nieuwe bestuurscultuur – in de vorm van een tamelijk gênant gesprek in Groningen met enkele slachtoffers van aardbevingsschade; alsof niet iedereen al jaren de problemen kent – is er tot dusverre niets naar buiten gekomen. Kamervoorzitter Bergkamp liet begin november maar eens vragen of het een beetje opschoot. Misschien heeft het geholpen. Half november ging het bericht rond dat het coalitieakkoord er eindelijk aan zat te komen. Niet dus. Inmiddels zijn we weer 2 maanden verder en dreigt het er nu dan toch echt van te komen. Alle betrokken partijen hebben zich achter het concept-regeerakkoord geschaard. Dat toch best gedetailleerd is. Aardig om Kaag in dit verband te citeren: ‘Als je begint met een regeerakkoord dat tot achter de komma is uitgewerkt, verzwak je de democratie.’ En dat terwijl zo’n akkoord uiteindelijk helemaal niet zo veel waarde heeft, omdat het vanaf dag 1 wordt ingehaald door de gebeurtenissen van alledag. Goede onderlinge verhoudingen zijn van veel groter belang om een kabinet overeind te houden, dat heeft het verleden geleerd. Na wat er de afgelopen maanden allemaal tussen de huidige hoofdrolspelers is gepasseerd, kun je je afvragen hoe het in dat opzicht zal gaan.
Vreemde praktijken
Groningers die gedupeerd zijn door de aardbevingen van de laatste jaren moeten niet bij minister Blok van EZK zijn. Beeld Shutterstock
Over aardbevingsschade gesproken: de gedupeerden worden al jarenlang gek van alle verschillende instanties en loketten waar ze heen moeten om schadevergoeding te krijgen. Om dat makkelijker te maken moeten ze het in ieder geval niet van minister Blok van Economische Zaken en Klimaat hebben, want die blokkeerde enkele amendementen van de Kamer om die procedures te stroomlijnen. De manier waarop hij dat deed verdient op z’n zachtst gezegd niet de schoonheidsprijs: onder het motto “nu hoor je het ook eens van een ander” haalde hij een brief van de Groningse gedeputeerde Henk Staghouwer aan waarin die zich tegen de versoepeling uitsprak. Dat die brief op zijn eigen verzoek was opgesteld kwam aan het licht door een Wob-verzoek van het Dagblad van het Noorden. Blijft de vraag waarom de gedeputeerde (geen partijgenoot van de minister) zich als loopjongen heeft laten gebruiken door zo’n brief op te stellen. Ronduit bedenkelijk is dat de minister een dergelijke methode denkt te moeten gebruiken om zijn gelijk te halen. Het doel heiligt kennelijk alle middelen. Tot dusverre lijkt de boosheid hierover zich te beperken tot de provincie Groningen, met een motie van afkeuring voor gedeputeerde Staghouwer die het overigens niet haalde. Iets meer reuring hierover in Den Haag was ook wel op z’n plaats geweest.
Niets geleerd
Het lijkt erop dat het kabinet, met minister Hugo de Jonge voorop, achter de feiten aanhobbelt
Het kabinet handelt met een bijkans ijzeren consequentie. Dat zou te prijzen zijn als het niet betekende dat het bij elke nieuwe corona-uitbraak uitgaat van te optimistische aannames en pas laat met maatregelen komt, die ook nog eens te weinig zoden aan de dijk zetten. Gevolg is dat er een paar weken daarna zwaardere maatregelen nodig zijn. Een tweede beleidsconstante is het te snel en te ruimhartig afschalen van de maatregelen. Traagheid bij het uitbreken van corona begin 2020 is te begrijpen. Er was sprake van een nieuw virus met nog grotendeels onbekende gevolgen, al stelt de WHO in een rapport dat Nederland ook toen al te traag en te afwachtend was. Maar toen moest met 50 procent van de kennis 100 procent van de beslissingen worden genomen, daar had Rutte wel gelijk in. Na bijna 2 jaar lijkt die kennis bij het kabinet niet erg te zijn toegenomen, net zomin als het gevoel van urgentie. Een voorbeeld daarvan is de oproep van een aantal ziekenhuisdirecties om carnavalsbijeenkomsten af te gelasten. Waarom kwam die oproep niet van het kabinet of eventueel de veiligheidsregio’s? En een tweede voorbeeld: al maanden werd ervoor gepleit en in alle ons omringende landen werden al boostershots geprikt, maar hier werd nog nagedacht wie daarvoor in aanmerking zou moeten komen. Typerende formulering van minister De Jonge begin november: hij ‘ging ernaar kijken’. En zo hobbelt Nederland weer eens achteraan, onder het mom van zorgvuldigheid. Dat suggereert enigszins hoogmoedig dat snellere landen het dus niet zorgvuldig zouden doen. Over structurele maatregelen voor de lange termijn, zoals meer capaciteit op de IC’s, hebben we het maar helemaal niet.
Oncontroleerbare gegevensuitwisseling
Dat gebeurt niet elke dag: een overheidsorgaan, in dit geval de Autoriteit Persoonsgegevens (AP), dat de Eerste Kamer adviseert niet in te stemmen met een wetsontwerp. Het gaat om de Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden (Wgs) waardoor instanties gegevens van inwoners met elkaar mogen delen voor een effectievere fraudebestrijding. Maar welke gegevens is niet duidelijk. En hoe kan een inwoner dat controleren? Het lijkt op het fraude-opsporingssysteem SyRI, dat de rechter in 2020 naar de prullenbak verwees. Daarin werden met algoritmes risicoprofielen gemaakt op basis van informatie van de Sociale Verzekeringsbank, de Belastingdienst en het UWV. De rechtbank stelde dat niet duidelijk was hoe de algoritmes van SyRI werkten en dat het voor inwoners onmogelijk was om te controleren of hun gegevens goed en op de juiste gronden waren verwerkt. Volgens de AP gaat de Wgs nog verder omdat de gegevens ook met private partijen als banken en hypotheekverstrekkers kunnen worden uitgewisseld. Merkwaardig dat de Tweede Kamer hiermee instemde, op dezelfde dag waarop de Kamer tot de conclusie kwam dat de inwoners in de toeslagenaffaire “ongekend onrecht” was aangedaan. Waardoor ook alweer? Door oncontroleerbare registraties in de Fraude Signalering Voorziening van de Belastingdienst. De Raad van State had het Wgs-voorstel in 2020 al “niet effectief” genoemd, met als voornaamste argument dat de voorgestelde regels een te ruime reikwijdte hebben en te weinig specifiek zijn – precies waar de AP nu ook over valt. De Raad van State brengt op verzoek van de Eerste Kamer ook nog advies uit. Het ligt niet voor de hand dat dit veel milder zal zijn.
Omroepbestel
Steeds minder mensen zijn lid van een omroep. Beeld Shutterstock
Het Nederlandse politiek-bestuurlijke bestel en het omroepbestel hebben een ding met elkaar gemeen: pogingen tot structurele verandering lopen steevast op niets uit. Ondanks pogingen om het omroepbestel te moderniseren bestaan de aloude ledenomroepen – weliswaar deels gefuseerd – nog steeds, als loze restanten van de vroegere verzuiling. Paradox: steeds minder mensen zijn lid van een omroep, maar er komen er steeds meer, met Zwart en Ongehoord Nederland (ON) als nieuwste aanwinsten. Nog een paradox: groeperingen die schoppen tegen het bestel, willen er zelf maar wat graag deel van uitmaken. Omdat er twijfels zijn over de nieuwkomers (zo waarschuwde de Raad voor Cultuur dat ‘de structurele diskwalificatie van de NOS als onafhankelijke nieuwsvoorziening’ door ON-oprichter Karskens schade kan toebrengen aan het bestel en het vertrouwen in de journalistiek), wil minister Slob, rijkelijk laat, inhoudelijke eisen gaan stellen aan nieuwe toetreders. Nu moet een nieuwe omroep alleen een “stroming” vertegenwoordigen en dat is een te vaag begrip, zo blijkt uit een inventarisatie die hij heeft laten opstellen. Het is de vraag of de Kamer dat ook vindt; bij omroepkwesties blijken verzuilingsrestanten ineens onverwacht hardnekkig te zijn. Enige beperking van het aantal omroepen is trouwens niet zo’n gek idee. NPO-ombudsman Margo Smit zei het afgelopen zomer plastisch: ‘Het bestel is nu als een gans die van boven volgestopt wordt, er komen telkens nieuwe omroepen bij, maar de uitgang is niet te vinden. Er gaat vrijwel nooit een omroep weg.’
Deel dit artikel