Tekst Roel van Raaij
Beeld Aad Goudappel
Samen leren als beproefde beleidsinterventie
Kweekkas van duurzame ontwikkeling
Weinig mensen realiseren zich dat de kiem voor leren en innoveren rond duurzame ontwikkeling – en daarmee ook voor programma DuurzaamDoor – beleidsmatig al werd gelegd in 1970 met het Europees Natuurbeschermingsjaar. De idee was toen dat educatie rond natuur en milieu een relevante bijdrage zou leveren aan het realiseren van beleidsdoelen. Dit leidde in de jaren tachtig tot diverse programma’s en een netwerk van educatieve organisaties, landelijk en lokaal-regionaal. En daarmee won ook het sociaal instrumentarium aan kracht als beleidsinterventie. Natuur en milieu was – en is – tenslotte vooral ook mensenwerk.
Rond de eeuwwisseling zien we een (internationale) ontwikkeling van natuur- en milieu-educatie (Environmental Education) naar de bredere context van duurzame ontwikkeling (Education for Sustainable Development). Nederland sloot hierop aan met de opeenvolgende programma’s: Leren voor Duurzaamheid, Leren voor Duurzame Ontwikkeling en nu al weer twaalf jaar onder de titel DuurzaamDoor.
Vier voorbeelden Centrale opdracht van DuurzaamDoor was en is: door leren en innoveren bijdragen aan en versnellen van een duurzame ontwikkeling. De focus ligt daarbij op leren en innoveren rond sociale innovatie (naast technologische innovatie). Ik noem vier voorbeelden hoe DuurzaamDoor leerprocessen vormgeeft en ondersteunt, en daarmee de duurzame ontwikkeling van Nederland versnelt.
‘De focus ligt op innoveren rond sociale innovatie’
1
Leren en onderwijs Het onderwijs is een belangrijke doelgroep voor het leren over duurzaamheid. De complexe en dreigende ontwikkelingen rond bijvoorbeeld klimaatverandering, maar ook de ontwikkeling van duurzaamheid als banenmotor, maken het blijvend noodzakelijk om jongeren te informeren, te scholen en mee te nemen in hun toekomst. Omdat de vrijheid van onderwijs (artikel 23 van de Grondwet) een top-down gestuurde wijziging van het curriculum niet toelaat, stimuleerde DuurzaamDoor de beweging van onderaf: het ondersteunen van docenten en scholen die zelf gemotiveerd aan de slag willen met het vormgeven van duurzaamheid in hun onderwijspraktijk. Dat leidde tot de Coöperatie Leren voor Morgen (zie pp. 4-6) die de beweging steeds groter maakt door samenwerking. Deze ontwikkeling maakt dat duurzaamheid in het onderwijs steeds meer een zaak is van, voor en door het onderwijs zelf.
2
Leren rond inhoudelijke thema’s Van meet af aan werkte DuurzaamDoor met Participatietafels. We pakken een prangend thema, zoals biodiversiteit, voedsel, klimaat en energie, water of circulariteit, en formeren een tafel rond zo’n thema. Per tafel kijken we wie betrokken kan en moet zijn, wat elke partij aan de thema—tafel weet, kan of wil leren en wat die wil inzetten. Voorwaarde is dat elk van de 7 O’s aan tafel zit: overheid centraal, overheid decentraal, ondernemer, onderzoeker, onderwijs, onderop (bijvoorbeeld burgerinitiatieven) en overmorgen (jongerenparticipatie). De deelnemers kunnen de tafel gebruiken om hun eigen vragen rond lokale, regionale of nationale vraagstukken in te brengen. Deelname is gebaseerd op de 3 C’s: coalitie, cocreatie en commitment. De tafels leiden tot een stroom aan activiteiten, pilots en praktijkvoorbeelden, waarin samen wordt geleerd (in Communities of Practice) en wetenschappers en experts worden ingevlogen om de kennis aan tafel te valideren. Deze aanpak leidt tot enthousiaste en innovatieve praktijken. Zo heeft de participatietafel Voedselsystemen onder meer een succesvol Nederlands-Vlaams netwerk Stadslandbouw opgeleverd en leidde de Participatietafel Biodiversiteit tot het KAN Bouwen-platform voor natuurinclusief bouwen (zie pp. 10-11).
3
Leren in integrale gebiedsprocessen Juist in de fysieke afbakening van een gebied komen duurzaamheidsopgaven vaak bij elkaar. Ruimte voor agro, voor woningbouw, voor natuur, voor klimaatadaptatie en water en meer. Het gaat om economie en welzijn, het belang van burgers en van bedrijven. Met name gemeenten en provincies worstelen om alles een plek te geven in de realisatie: niet alles kan overal en altijd. Hoe maak je dan afwegingen, wie is er betrokken en misschien nog wel lastiger: hoe richt je het proces in? DuurzaamDoor benadert dit met de regionale transitiewerkplaats; een plek waarin partijen samen komen om te agenderen, te leren en aan oplossingen te werken. Door dit niet meteen als beleidsafweging te definiëren maar als gezamenlijk leerproces is er vaak meer ruimte om elkaar tegemoet te treden vanuit de onderliggende waarden. Zo’n gewaardeerd regioproces vond bijvoorbeeld plaats rond het totaal vastgelopen landbouwoverleg in Overijssel. Doordat partijen ruimte kregen echt contact te maken, zijn nieuwe verbindingen ontstaan. En daardoor ruimte voor gesprek en oplossingen.
‘De doorwerking van DuurzaamDoor is groot’
4
Leren in integrale gebiedsprocessen Juist in de fysieke afbakening van een gebied komen duurzaamheidsopgaven vaak bij elkaar. Ruimte voor agro, voor woningbouw, voor natuur, voor klimaatadaptatie en water en meer. Het gaat om economie en welzijn, het belang van burgers en van bedrijven. Met name gemeenten en provincies worstelen om alles een plek te geven in de realisatie: niet alles kan overal en altijd. Hoe maak je dan afwegingen, wie is er betrokken en misschien nog wel lastiger: hoe richt je het proces in? DuurzaamDoor benadert dit met de regionale transitiewerkplaats; een plek waarin partijen samen komen om te agenderen, te leren en aan oplossingen te werken. Door dit niet meteen als beleidsafweging te definiëren maar als gezamenlijk leerproces is er vaak meer ruimte om elkaar tegemoet te treden vanuit de onderliggende waarden. Zo’n gewaardeerd regioproces vond bijvoorbeeld plaats rond het totaal vastgelopen landbouwoverleg in Overijssel. Doordat partijen ruimte kregen echt contact te maken, zijn nieuwe verbindingen ontstaan. En daardoor ruimte voor gesprek en oplossingen.
In beweging Met al haar activiteiten blijkt DuurzaamDoor ook een kweekkas van duurzaamheidsprojecten die vervolgens zelf verdergaan. Voorbeelden van wat ooit ergens begon als project met een steuntje van DuurzaamDoor: Duurzame Dinsdag, Het Groene Brein, Duurzame Pabo, Duurzaam MBO, de Maatschappelijke AEX, het Transitienetwerk Voedsel, het Netwerk Stadslandbouw, Collectieve Kracht, de Unesco Leerstoel Wageningen, de interdepartementale werkgroep Duurzame School, en het Rijksduurzaamheidsnetwerk. De doorwerking van DuurzaamDoor is dus groot. Samen leren en innoveren is niet alleen voorwaardenscheppend, het is ook de meest concrete beleidsinterventie die er is om zaken in beweging te krijgen. ◼
Roel van Raaij is senior beleidsmedewerker bij het ministerie van LVVN en voormalig secretaris van de Stuurgroep DuurzaamDoor.
Deel dit artikel