Leren om te kijken met de blik van een financier
Tekst Dave Schut Beeld Hilbert Krane
René Bruijns en Jan Willem van der Schans brachten lokale voedselinitiatieven in contact met een bank om te kijken of die een rol kon spelen in de financiering. Dat proces leverde nuttige inzichten op.
René (l.) en Jan Willem hebben handvatten verzameld om als een financier naar voedselinitiatieven te kijken
‘Energiecoöperaties willen meebetalen aan stadslandbouw’
René en Jan Willem zijn lid van het kernteam Stadslandbouw Nederland. ‘Uit onderzoek weten we dat er onder voedselinitiatieven veel behoefte is aan financiering,’ vertelt René. ‘Meestal bestaat deze financiering uit giften. Maar er zijn ook vormen waarbij men terugbetaalt, een lening dus. Toen we hierover een webinar organiseerden, kwamen we in contact met iemand van Triodos Bank. We besloten met hen eens te kijken wat er concreet nodig is om een bancaire lening te krijgen.’ Al snel bleken de initiatieven te weinig financiële gegevens te hebben. René: ‘We gebruikten eerst de MAEX, tegenwoordig Social Handprint, het platform om maatschappelijke impact in kaart te brengen. Maar dat was niet genoeg. We keken ook naar meer gangbare bancaire criteria, zoals inkomsten, uitgaven en de grootte van bedrag. Zo vielen er steeds kanshebbers af. De laatste die overbleef was een daktuin in Tilburg, die biodiversiteit zou brengen in een versteend deel van de binnenstad, en die inkomsten zou halen uit horeca. Helaas viel ook dit initiatief uiteindelijk af, omdat de horeca-activiteit als te risicovol werd beoordeeld. We waren er bíjna.’ Na een oproep op LinkedIn kwamen er nieuwe kanshebbers. Ook daarmee is het niet gelukt een daadwerkelijke financiering te realiseren. René: ‘Maar we hebben nu wel handvatten verzameld om zelf met de blik van een bank naar deze initiatieven te kijken.’
Financiële logica Jan Willem vat de lessen samen. ‘Normaal gesproken financieren banken op basis van grond. Maar in een stad is de grond vrijwel nooit in handen van het desbetreffende initiatief. Dus kwam de nadruk op cashflow: wat er aan geld binnenkomt.’ Sociale ondernemers wijzen graag op sociale opbrengsten. Maar zo werkt het niet bij een bank, zegt Jan Willem. ‘Je kunt natuurlijk een vergoeding krijgen van de gemeente omdat je mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in dienst neemt. Maar de bank wil dan wel weten hoe hard die afspraken zijn. Banken zeggen, en daar hebben ze gelijk in: ‘Wij financieren zekerheid. Wij hebben ons te houden aan Europese afspraken. Wij moeten op bancaire criteria leningen verstrekken, niet op idealistische criteria.’ Toch is Jan Willem optimistisch. ‘Het positieve was dat de kwaliteit van de financiële voorstellen van de initiatieven die meededen steeds beter werd.’
Blended finance Tegelijkertijd leerden banken steeds beter hoe sociale voedselinitiatieven qua financiële logica in elkaar steken. Dit kan een aanvulling zijn op impactinvesteerders die onder voorwaarden geld geven, zegt hij. ‘Mensen van goededoelenfondsen zeggen weleens: wij hebben geld over voor Voedsel van Dichtbij-initiatieven, maar we willen niet die financiële beoordeling doen. Het zou dus goed zijn als we die twee vormen combineren.’ Blended finance, heet dit. Jan Willem: ‘Je laat een bank bijvoorbeeld het goedlopende restaurantgedeelte van een initiatief financieren, terwijl je de vaste lasten rond het opbouwen en inrichten van dit restaurant betaalt met hulp van impactinvesteerders, zoals lokale fondsen. Daarnaast kunnen we hulp van energiecoöperaties vragen. Want dat is een andere les: zij krijgen veel makkelijker geld bij een bank, zeker met de hoge energieprijzen uit de afgelopen periode. En ze zijn bereid mee te betalen aan stadslandbouw. Zo kunnen we de beste opties combineren.’ ◼
Deel dit artikel