Duurzaamheid in het onderwijs verankeren
NDE-centra helpen erbij
Tekst Jeroen Dirks en Ellen Röling Beeld Shutterstock
Duurzaamheid in het onderwijs is een voorwaarde voor een succesvolle transitie naar een duurzamer Nederland. De lokale centra voor natuur- en duurzaamheidseducatie (NDE’s) zijn de uitgelezen partner om scholen te helpen die verduurzamingsslag in de praktijk vorm te geven, stellen Arjan Klopstra, Monique Verstraten en Saima Bantvawala. DuurzaamDoor ondersteunt de NDE’s daarbij.
Arjan Klopstra
De relatie tussen de NDE’s en DuurzaamDoor dateert al uit de jaren zeventig. Het ministerie van LVVN – opdrachtgever van DuurzaamDoor – wilde destijds natuur- en milieueducatie op basisscholen bevorderen. Sindsdien werkt DuurzaamDoor (en voorlopers van het programma) nauw samen met de vereniging van Gemeenten voor Duurzame Ontwikkeling (GDO) waaraan alle lokale natuureducatiecentra verbonden zijn. Natuureducatie bestond in die tijd voornamelijk uit aanbod van leskisten over de natuur of een bezoek aan de boswachter. Inmiddels zijn de natuur- en milieueducatiecentra doorontwikkeld tot centra voor duurzaamheidseducatie, waar naast natuur ook andere thema’s rondom duurzaamheid aan de orde komen, zoals voedsel, circulaire economie en klimaatadaptatie. Niet alleen voor kinderen, maar steeds meer ook voor volwassenen. ‘De NDE’s zitten op 140 locaties in Nederland en worden voornamelijk gefinancierd door gemeenten’, vertelt Arjan, programmamanager duurzaam onderwijs van GDO. ‘Ze helpen scholen elk op hun eigen manier bij het opzetten van duurzame lesprogramma’s, locaties waar je met kinderen naartoe kunt gaan, schooltuinieren en allerlei andere manieren om leerlingen kennis te laten maken met natuur en duurzaamheid.’
‘De kennis bij de NDE’s is enorm en praktisch’
Passend programma De kennis bij die NDE’s is enorm. En praktisch, legt directeur Natuurcentrum Arnhem Monique uit. ‘We pakken hier in Arnhem allerlei thema’s op rondom natuur en duurzaamheid. Wij gaan het liefst naar buiten met de kinderen. Moestuinieren, naar parken of de uiterwaarden van de Rijn. Of op expeditie naar de Veluwe. We zorgen altijd dat het programma passend is voor een groep, ook als kinderen in een rolstoel zitten of visueel gehandicapt zijn. Voor de groepen 7 en 8 maken we het spannend met een escaperoom-les over plastic soup.’ ‘Bij de kleinste kinderen gaat het om het bijbrengen van basiskennis,’ vervolgt Arjan. ‘Bij groep 7, 8 kun je meer verdiepen. Wij zorgen voor een doorlopende leerlijn, een logische opbouw in het programma. Zodat kinderen vaardigheden opdoen en verbanden zien rond bijvoorbeeld thema’s als circulariteit, waterbeheer of klimaatverandering.’ GDO fungeert als verbinder en als leernetwerk waarin de NDE’s hun kennis voortdurend actualiseren en uitwisselen. Arjan: ‘We leren van elkaar en met elkaar. We gaan op bezoek bij elkaar, waarbij je ook ziet wat er nog beter kan.’ ‘Dat is enorm waardevol. Je hoeft niet alles zelf uit te vogelen,’ zegt Monique.
Lokale versterking Om duurzaamheid een vaste plek in het onderwijs te geven, zijn de NDE’s alleen maar belangrijker geworden, vertelt Saima, adviseur Duurzaamheid in het Onderwijs bij DuurzaamDoor. ‘NDE’s hebben een sterk lokaal netwerk van scholen en geven er nu al les over onderwerpen rond duurzaamheid. Zij kunnen helpen om de volgende stap te maken naar een structurele verankering van duurzaamheid in het onderwijs.’ Dat belang wordt onderschreven door het Uitvoeringsplan Duurzaamheid in het Onderwijs dat onlangs verscheen en door meerdere departementen is ondertekend. Een van de actielijnen is versterking van de lokale structuur rond scholen, onder meer door verdere professionalisering van NDE-centra.
Monique Verstraten
Saima Bantvawala
Whole School Approach Die professionalisering was al een van de speerpunten in de samenwerking tussen DuurzaamDoor en GDO. Samen bieden ze de NDE’s een raamwerk waarmee ze duurzaamheid in het onderwijs kunnen borgen: de Whole School Approach (WSA). Saima: ‘Binnen dit raamwerk kijken we niet alleen naar de inhoud van de lessen, maar naar alle relevante facetten rondom duurzaamheid: de WSA helpt om duurzaamheidsvraagstukken structureel en in samenhang in de schoolorganisatie te integreren. Juist die samenhang is belangrijk, omdat die voor versterking zorgt.’ ‘Onderwijs over duurzaamheid kan bijvoorbeeld niet zonder een bedrijfsvoering die dit in de praktijk ondersteunt. Wanneer leerlingen een les over afvalscheiding krijgen, maar vervolgens op school geen aparte afvalbakken kunnen vinden voor plastic, papier, glas of restafval, dan heeft zo’n les niet het gewenste effect.’ DuurzaamDoor introduceerde de WSA ook bij andere initiatieven om duurzaamheid op school te stimuleren, zoals de Coöperatie Leren voor Morgen. Zodat de brede aanpak op zo veel mogelijk plekken in het onderwijs gemeengoed wordt. De WSA wordt gevisualiseerd als bloem. Arjan: ‘We kijken naar de hele bloem. Waarom leren we? Hoe leren we? Waar leren we, dus hoe duurzaam zijn het schoolgebouw en de bedrijfsvoering? Van wie leren we: hoeveel kennis en kunde rondom duurzaamheid heeft de docent of leerkracht? Met wie leren we, met wie werken we samen in de omgeving van de school? En vooral ook waartoe leren we?’ Als duurzaamheid niet strategisch wordt verankerd in het hart van de bloem, blijven het losse activiteiten. Arjan: ‘We willen daarom samen met de schoolbesturen nadenken over een visie, een strategie en hoe die in het schoolplan terechtkomt.’ Natuurcentrum Arnhem heeft die werkwijze al omarmd en is niet alleen leverancier van onderwijsmateriaal, maar ook strategisch partner van de schoolbesturen in haar regio. Monique: ‘Wij gaan in gesprek met zowel de leerkracht en directeur als met het schoolbestuur om hen te ondersteunen. We doen dit bijvoorbeeld door het schoolteam te helpen bij het voeren van een goed gesprek over wat duurzaamheid voor hen betekent en hoe ze dat willen vertalen in hun schoolplan.’ Arjan: ‘Als alle NDE’s die stap van leverancier naar strategisch partner kunnen maken, dan is onderwijs rond duurzaamheid niet langer alleen afhankelijk van een individuele leraar die het toevallig leuk vindt om daar les in te geven, maar krijgen alle kinderen structureel toegang tot de kennis en vaardigheden die nodig zijn voor de transitie naar een duurzaam Nederland. We werken graag samen met programma’s als DuurzaamDoor en de ministeries om dit voor elkaar te krijgen.’ ◼
‘Samenhang is belangrijk; het zorgt voor versterking’
Deel dit artikel