Landbouwtransitie Overijssel in beweging
Tekst Ellen Röling Beeld Lerende Omgeving Overijssel
Met de Lerende Omgeving Overijssel bracht boerin Heleen Lansink een klein beetje beweging in de vastgelopen landbouwtransitie in haar regio. Facilitator Desirée van Dijk en onderzoeker Daan Peeters hielpen haar de lerende omgeving op te zetten en faciliteerden de vijfmaandelijkse sessies. Hoe deden ze dat? Volgens Desirée en Daan is er geen vast recept. Wel geven ze graag een kijkje in de keuken van het traject van Heleen.
Desirée van Dijk: ‘Heleen had twintig mensen – een mooie dwarsdoorsnede van alle betrokken partijen – zo enthousiast gekregen om gedurende 5 maanden elke maand een ochtend te reserveren voor de lerende omgeving. Ze wilde een tussenruimte creëren waarin mensen de veiligheid voelden om los van hun rol te experimenteren en te praten over wat ze bezighoudt. Holding space, het faciliteren van zulke ruimtes, is de specialiteit van Daan en mij. Wij bedenken geen methode en ook geen vorm, maar bieden veilige en creatieve kaders. Daarbij sluiten we met onze agenda en werkvormen aan op wat zich in de groep voordoet, zodat deelnemers maximaal kunnen floreren.’ Daan verrijkte het traject met kennis en legde ook de opgedane kennis en ervaring vast. Hij doet promotieonderzoek naar alternatieve vormen van organiseren rondom transitievraagstukken, waaronder tussenruimtes en is verbonden aan de Rotterdam School of Management van de Erasmus Universiteit. Daan: ‘Tussenruimtes als tijdelijke organisatievorm passen bij deze tijd. We zijn gewend om naar grote oplossingen te zoeken voor maatschappelijke uitdagingen, naar een manier, een technologie en die dan op te schalen en overal toe te passen. Maar we vergeten daarbij dat oplossingen voor transitievraagstukken per situatie verschillen en alleen gedragen worden als mensen die zelf bedacht hebben.’
Sessie 1: community building first Wat was de aanpak van Daan en Desirée? ‘De neiging is om gelijk aan de slag te gaan met wat we noemen de olifant in de kamer,’ vertelt Desirée. ‘Maar dat gaat te snel. Ons motto is: community building first, decision making second. Je moet eerst veel aandacht besteden aan de groep zelf. Mensen moeten zich gezien en gehoord voelen, verbinding voelen en het gevoel hebben dat het zinvol is om mee te doen. Dat is noodzakelijk om alle verschillende perspectieven met elkaar te kunnen delen zonder dat dat tot polarisatie of conflict leidt. Ook moet er een gedeeld beeld zijn van wat de groep onder de lerende omgeving verstaat en wat ervan wordt verwacht.’
Sessie 2: luisteren naar de worsteling van anderen Daan en Desirée hanteren geen methodiek. ‘Maar we gebruiken wel vaste ingrediënten, die bijdragen aan dat veilige kader, zoals een check-in en check-out aan het begin en het einde van de sessies. De groep bleek tijdens de sessie een enorme behoefte te hebben om nu eindelijk die olifant te adresseren. Dus we vertrouwden erop dat dit de kern van de bijeenkomst moest zijn, maar dan wel ingekleed met luistervaardigheden. Kun je luisteren zonder dat je adviseert en zonder dat je moet vertellen wat je ervan vindt?’
Sessie 3: waarachtig vragen stellen In de derde sessie kreeg de groep prikkelende stellingen voorgeschoteld over het landbouwsysteem, stellingen die voortkwamen uit de tussentijdse surveys. Daan: ‘Mensen konden zichzelf op een lange streep plaatsen tussen links (Helemaal mee eens) en rechts (Helemaal oneens) en vertellen waarom. De anderen mochten daar vragen over stellen. Niet vooringenomen, maar waarachtig en vanuit oprechte nieuwsgierigheid. Als ze wilden konden ze vervolgens hun positie op de lijn aanpassen. In de oefening zagen we afstanden vaak verkleinen of zelfs verdwijnen. Waarachtig vragen stellen en je veilig voelen om op basis daarvan je stellingname aan te passen, is belangrijk. Maar dat kon pas in deze sessie en zou in de eerste sessie nooit gebeurd zijn.’
‘Kun je luisteren zonder dat je adviseert en vertelt wat je ervan vindt?’
Sessie 4: ben jij je rol? Uit de check-out van sessie drie en ook uit de survey werd duidelijk waar sessie vier over zou gaan. Desirée: ‘Mensen gaven aan dat ze er in deze lerende omgeving als mensen samen wel uitkwamen, maar in hun rol in de buitenwereld niet. Er kwam een reflectiemoment: wie ben ik in mijn rol, en (hoe) kan ik deze verenigen met mijn menszijn? En welke consequenties heeft het als ik dat niet kan? Dat was een heel diepe sessie.’
Survey voor nabranders en inzicht
Na elke sessie stuurde Daan een vragenlijst met open vragen: ‘Vaak, als je na zo’n sessie in de auto zit, komen nog dingen omhoog. Die vragenlijst was aan de ene kant bedoeld om deelnemers de gelegenheid te geven om te delen wat ze nog bedachten of waar ze mee zitten. Dat gaf ons ook input voor wat de kern van de volgende sessie moest zijn en welke werkvormen ons daarbij konden helpen.’
Sessie 5: reflectie omzetten in actie ‘In de laatste sessie blikten we terug. We legden de beeldverslagen van alle sessies op een rij: wat gaf energie? En wat zorgt voor honger naar meer? En had de lerende omgeving voldaan aan de verwachtingen? Dat was het geval. Tot slot vroegen we: Wie wil met wie nog waarover praten en waarom? En welk thema moet nog worden besproken worden om in actie te komen samen? Dat leverde in het laatste uur een manifest op met acties. Het is nu aan hen om hiermee aan de slag te gaan. De lerende omgeving is tijdelijk, maar de tussenruimte die tussen de deelnemers is ontstaan die kan blijven bestaan.’
‘Waarachtig vragen stellen en je veilig voelen is belangrijk’
Een ander kwaliteit van actie Daan: ‘Mensen zijn actiegericht, willen oplossen. Als wij van tevoren hadden gezegd dat de eerste vier sessies over luisteren, vragen en zijn zouden gaan, waren mensen zeker afgehaakt. Dat betekent niet dat we in de eerste sessies niks gedaan hebben, maar dat was niet gericht op iets oplossen of iets voor elkaar krijgen. We hebben gewerkt aan een gedragstransitie waardoor een andere kwaliteit van actie mogelijk wordt. Die skills nemen mensen mee in hun leven en werkveld. Hoe fantastisch is dat!’ ◼
Deel dit artikel