Tekst Maurits van den Toorn

Spoorcontract

Overheid en Kamer hebben halsstarrig vastgehouden aan de huidige organisatievorm van het spoorvervoer. Beeld Pexels/Max Avans
De Europese Commissie daagt Nederland voor het Europees Hof van Justitie omdat de staat eind 2023 het contract voor het hoofdrailnet tot eind 2033 onderhands aan de NS heeft gegund. In de hoop ermee weg te komen regelde de staat dat net een paar dagen voor het ingaan van nog striktere regels voor concurrentie op het spoor. De Commissie vindt desondanks dat ook dit contract ter waarde van ongeveer drie miljard euro openbaar moet worden aanbesteed. De stap van de commissie werd al lang verwacht. Nederland is meerdere malen om opheldering gevraagd waarom er geen marktconsultatie werd gehouden en andere partijen werden buitengesloten. Staatssecretaris Heijnen, in het vorige kabinet verantwoordelijk voor de spoorsector, meldde steevast geruststellend aan de Kamer dat er met de EU-Commissie ‘goede gesprekken’ over werden gevoerd. Er zijn argumenten tegen aanbesteding van (delen van) het spoorwegnet te bedenken (meer overstappen, afstemmingsproblemen tussen verschillende exploitanten), zoals er ook argumenten voor zijn (betere prestaties, beter aanbod). Er moet dan wel tijdig en langdurig over worden nagedacht hoe je daar vorm aan geeft, met tarieven, aansluitingen en talloze andere afspraken. Overheid en Kamer hebben echter halsstarrig vastgehouden aan de huidige organisatievorm van het spoorvervoer. Daarmee hebben ze de tijd laten lopen om zo’n alternatief stelsel goed vorm te geven. Als het Hof aanbesteding verplicht stelt, dreigt inderdaad de gevreesde chaos – niet door de Europese regels, maar door Nederlandse laksheid. Opvallend is trouwens dat gesprekken in Brussel altijd “goed” verlopen, terwijl dat niets zegt over de uitkomst. Zie als voorbeelden de afschaffing van de pulsvisserij en het einde van de derogatie voor het uitrijden van mest.
Driemaal scheepsrecht?
NRC, Follow the Money en Omroep Gelderland hebben een kort geding aangespannen omdat minister Wiersma van Landbouw weigert uitstootgegevens van de Nederlandse veehouderijen openbaar te maken. Met die gegevens is na te gaan hoe (in)effectief het stikstofbeleid is. Het Woo-verzoek stamt al uit de tijd van minister Adema; de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland zou de gegevens beschikbaar stellen, maar kwam daarop terug na een interventie van de toen net aangetreden minister Wiersma. Ze maakte zich zorgen over de privacy van de veehouders, aldus haar argument. Het Adviescollege Openbaarheid en Informatiehuishouding (ACOI) maakte de minister vervolgens duidelijk dat dit niet kon: ‘De wetgever is […] heel duidelijk over het belang van openbaarheid van emissiegegevens: deze zijn zo belangrijk dat er geen enkele belangenafweging mogelijk is, het belang van openbaarheid prevaleert altijd.’ Dat was slechts een advies en toen er nog steeds niets gebeurde stapten de drie media naar de rechter. Die kwam in juli tot de uitspraak dat de minister haar bevoegdheden misbruikte. Wiersma kon volgens de rechtbank haar besluit niet onderbouwen. Alle 60.000 veehouders benaderen was dan ook alleen te zien als een manier om openbaarmaking te vertragen. Wiersma hield desondanks vol en ging in hoger beroep. Dat was reden voor de drie media om een kort geding aan te spannen. En zie: op 4 september bepaalde de rechter dat de gegevens openbaar moeten worden gemaakt, op straffe van een dwangsom van 50.000 euro per dag.
Toekomst van de AOW

De voorstellen van de 18e Studiegroep Begrotingsruimte zullen waarschijnlijk op weinig enthousiasme van gepensioneerd Nederland kunnen rekenen. Beeld Pixabay/Sabine van Erp
Het was een klein berichtje, half juli: voor het eerst is afgelopen jaar een groter deel van de AOW betaald uit de algemene middelen dan uit de premiebetalingen, aldus het CBS. Door die sluipende fiscalisering en de geleidelijke verhoging van de AOW-leeftijd lopen de kosten van de AOW weliswaar wat minder snel op, maar de vergrijzing gaat door: er komen meer ouderen en ze worden bovendien steeds ouder. De 18e Studiegroep Begrotingsruimte, samengesteld uit topambtenaren en planbureaus, waarschuwde in juli in het advies De toekomst begint nu dat er wat moet gebeuren. Voorstellen: verdere fiscalisering waardoor ook AOW-gerechtigden premie gaan betalen, individualisering van de AOW-uitkering op 50 procent van de gehuwdennorm en snellere verhoging van de AOW-leeftijd. Kortom, een kluif voor komende kabinetten, naast de vele andere maatregelen die volgens de studiegroep nodig zijn om de staatsschuld niet te laten exploderen. Bekend is dat alleen al de dreiging van morrelen aan de AOW electorale zelfmoord kan betekenen. Begin 1994 kondigde CDA-fractieleider Elco Brinkman aan in een volgend kabinet de uitkeringen inclusief de AOW te willen bevriezen. Het land was te klein en het kort tevoren opgerichte Algemeen Ouderen Verbond kwam in mei 1994 vanuit het niets met zes zetels in de Kamer. Het CDA verloor mede door deze kwestie twintig zetels en het betekende het einde van Brinkmans politieke carrière. Iedere politicus die zich aan pogingen tot AOW-hervorming waagt, zal dat met grote behoedzaamheid moeten doen.
Vicieuze cirkel

Windpark op de Noordzee. Beeld Pexels
Het is een klassieke kip-en-eikwestie. Er moeten meer windparken op zee komen zodat er voldoende elektriciteit is voor de energietransitie en bedrijven sneller kunnen verduurzamen. Maar omdat bedrijven minder snel verduurzamen, wil de overheid de komende jaren juist minder windparken op zee bouwen. Het begon met een brief van klimaatminister Hermans waarin ze de ambities flink terugschroefde. In plaats van in 2040 op zee 50 gigawatt op te wekken, wordt het 30 tot 40 gigawatt. Het vervolg was een oproep van onder meer netbeheerder TenneT, VNO-NCW en de vereniging van grote energiegebruikers VEMW om juist tempo te maken met die windparken en de verbetering van de elektriciteitsvoorziening in het algemeen. VNO-NCW stelt dat het bedrijfsleven best wil overschakelen van fossiel naar duurzaam, maar dat de kosten daarvan te hoog zijn. Elektriciteit voor de industrie moet daarom substantieel goedkoper worden, tot het niveau van Duitsland en België. Dat betekent onder meer het verlagen van de belastingen op energie. De organisaties willen dat het huidige kabinet in de komende begroting al stevige keuzes hierover maakt, maar de kans dat het nimmer op enig beleidsterrein doortastende kabinet-Schoof dat zal doen is miniem.
Autobelastingen
Ook het demissionaire kabinet kijkt naar de financiële toekomst. In juli kwam staatssecretaris Van Oostenbruggen van Financiën met drie denkrichtingen voor de toekomst van de belastingheffing rond de auto. Dat het huidige systeem op de schop moet, is duidelijk. De op CO2-uitstoot gebaseerde bpm (aankoopbelasting) verdwijnt op termijn, terwijl de inkomsten uit accijns op benzine en diesel dalen naarmate er meer elektrische auto’s komen. De op gewichtsklasse gebaseerde motorrijtuigenbelasting voor die auto’s is (te) hoog door hun zware accu’s. Van Oostenbruggen komt met drie, elkaar aanvullende opties om het anders te doen: belasting betalen op basis van de grootte van de auto in plaats van gewicht, belasting betalen bij het op naam zetten van de auto (ook bij de aanschaf van een tweedehands) en – zo langzamerhand het eeuwige spook in de kast – kilometerheffing. Brancheverenigingen BOVAG, RAI, VNA, de ANWB en milieuorganisatie Natuur & Milieu, die deel uitmaken van de Mobiliteitsalliantie, vinden de opties ‘goede aanknopingspunten voor afspraken over eerlijke en toekomstbestendige autobelastingen’. Besluiten zijn voor een volgend kabinet, dat de woede van de kiezer-automobilist zal voelen zodra het woord kilometerheffing valt. Alle deskundigen weten en zeggen dat het veruit het eerlijkste is (betalen voor gebruik in plaats van bezit), maar eerdere pogingen tot invoering sneuvelden. Het verschil is dat er nu echt iets moet gebeuren: niet vanwege het milieu, maar vanwege de centen.
Internetconsultatie
Je zou het een prestatie kunnen noemen: met een wetsvoorstel komen waar vrijwel alle betrokken organisaties, ondanks hun soms tegengestelde belangen, stevige kritiek op hebben. Het is minister Wiersma gelukt met haar voorstel om de kritische depositiewaarden af te schaffen en in plaats daarvan stikstofemissiedoelen per bedrijf vast te stellen (niet sturen op stikstofneerslag maar sturen op stikstofuitstoot). Die doelen komen niet in de wet zelf, maar worden later apart vastgelegd. Doordat ze niet in de wet komen dreigt het parlement daarbij buitenspel te staan. Bouwend Nederland en Techniek Nederland wijzen erop dat de nieuwe doelen niet goed wettelijk worden verankerd. Ze vrezen dat de vergunningverlening door onduidelijkheid nog verder vastloopt. Corporatiekoepel Aedes voorziet dat dat de bouw van woningen vertraagt als de doelen vooruit worden geschoven. Greenpeace, Vogelbescherming Nederland en de Natuur en Milieufederaties stellen dat het voorstel haaks staat op natuurbeschermingswetten en Nederland nog langer op slot houdt. Ook agrarische organisaties zijn niet blij. De Nederlandse Melkveehouders Vakbond en LTO zien juridische kwetsbaarheid en vrezen dat vergunningen bij de rechter kunnen worden aangevochten. Het wettelijk vastleggen van emissiedoelen biedt meer zekerheid. Belangenorganisatie Agractie, fel anti-stikstofbeleid, heeft voorspelbare kritiek: wat betreft deze radicale boerenorganisatie moeten de stikstofdoelen helemaal verdwijnen. Uiteraard belooft de minister te kijken of er naar aanleiding van de reacties aanpassingen nodig zijn. Met een hoogst demissionair kabinet dat steunt op slechts 32 Kamerzetels zal er vervolgens niet veel meer gebeuren. Grote kans dat van uitstel afstel komt en grote kans dat Wiersma’s partij dat helemaal niet erg vindt.
Deel dit artikel