Tekst Maurits van den Toorn
Fatbikes
Het invoeren van een minimumleeftijd voor het gebruik van een fatbike duurt langer, omdat daarvoor de Wegenverkeerswet 1994 moet worden aangepast. Beeld Shutterstock
Maatregelen tegen fatbikes lijken onontkoombaar, nu een grote meerderheid van de Kamer daar voorstander van is. De snelle elektrische fietsen die vooral populair zijn bij jongeren kwamen in het vizier door het grote aantal ongelukken met vaak ernstig letsel. Minister Madlener van Infrastructuur en Waterstaat wil vooral de boot afhouden; eerder zei hij al dat hij geen minister van verboden wil worden. Onderscheid maken tussen fatbikes en andere elektrische fietsen is in theorie wel mogelijk, maar niet effectief, schrijft hij aan de Kamer. Hij verwacht bovendien – waarschijnlijk terecht – dat de markt zich snel zal aanpassen als typische fatbike-kenmerken zoals dikke banden of een laag frame een criterium voor maatregelen worden. Een helmplicht, maar dan voor alle e-bikes, zou per 1 januari 2026 kunnen worden ingevoerd. Het invoeren van een minimumleeftijd voor het gebruik van een fatbike duurt langer, omdat daarvoor de Wegenverkeerswet 1994 moet worden aangepast. Het probleem ligt volgens Madlener eigenlijk niet bij de fatbike, maar bij het gedrag van de berijders ervan. Dat is ook het afgezaagde argument van liefhebbers van vuurwapens in de VS: niet het pistool of geweer is dodelijk, maar degene die de trekker overhaalt.
Stikstof
Het kabinet is bezig met het slopen van beleid van het vorige. Duidelijkste voorbeeld is de afschaffing van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) en daarmee de facto het stikstofbeleid. Het budget van 25 miljard euro wordt teruggebracht naar 5 miljard. Hoe de in het Hoofdlijnenakkoord opgenomen stikstofdoelen dan moeten worden gehaald is niet duidelijk. Dat het (veel) tijd kost om nieuw beleid op te tuigen wel. Minister Wiersma van Landbouw ziet veel, zo niet alles, in technologische oplossingen zoals emissiearme stalvloeren. Dat alle technologie op dit gebied in het verleden minder effectief was dan verwacht of voorgespiegeld is voor haar geen belemmering. Wat de consequenties van de afschaffing zijn voor de woningbouw – en voor de samenwerking tussen de BBB-ministers Wiersma en Keijzer – is nog niet duidelijk. Een plan moet er sowieso komen vanwege wettelijke verplichtingen, binnenlands en Europees. Liefst een beter plan – met nog meer maatregelen dus – dan het nu afgeserveerde NPLG. Zelfs daarmee waren de wettelijke stikstofdoelen immers niet haalbaar, bleek uit berekeningen van het Planbureau voor de Leefomgeving en het RIVM. Voor de radicalere boerengroeperingen telt dat allemaal niet, die zijn nu tevreden. Het is de vraag hoe lang, want Wiersma’s plan voor de mestaanpak lijkt in veel opzichten op dat van haar voorganger Adema, inclusief krimp van de veestapel.
Mpox
De onwil van minister minister Agema van Volksgezondheid, Welzijn en Sport om mpox-vaccins te sturen naar Afrika is moeilijk te begrijpen. Beeld Shutterstock
Minister Agema kon als Kamerlid flink tekeergaan tegen de ministers van Volksgezondheid en krijgt nu als minister een koekje van eigen deeg. Ze kwam in aanvaring met de Kamer vanwege haar besluit om geen vaccins voor de bestrijding van het mpox-virus in Afrika beschikbaar te stellen. Van de 100.000 beschikbare vaccins konden er, volgens adviezen van haar eigen ambtenaren en het RIVM, ruim 13.000 beschikbaar worden gesteld. Saillant detail is dat de vaccins bruikbaar zijn tot eind 2025, zodat je ze misschien maar beter nu kunt gebruiken in plaats van ze over pakweg anderhalf jaar weg te moeten gooien. Nu is dat een “gewoon” verschil van opvatting tussen Kamer en minister, maar tijdens het debat bleek ineens dat er nog veel meer – weliswaar oudere – vaccins zijn, als nationale noodvoorraad. Het is geheim om hoeveel het gaat. De Kamer boos, en Agema moest zich verontschuldigen voor de onduidelijkheid die ze had laten ontstaan. Toch gaan de Kamerleden ook niet vrijuit, want toenmalig minister Bruins had in juli 2019 in een brief aan de Kamer bekendgemaakt dat er voldoende pokkenvaccins zijn voor de hele Nederlandse bevolking.
Integriteit
Het is nogal pijnlijk dat de overheid zich niet altijd haar eigen regels houdt. Zo is aangekondigd dat de Belastingdienst streng gaat optreden tegen schijnzelfstandigheid, terwijl er bij het ministerie van Financiën ook zo’n duizend “schijnzelfstandige” zzp’ers werken. En de overheid benadrukt het belang van een (sociaal) veilige werkomgeving, heeft voor zichzelf de Gedragscode Integriteit Rijk opgesteld, maar laat desondanks behoorlijk wat steken vallen. Dat blijkt uit het onderzoek Integriteit als basis van de Algemene Rekenkamer, dat op 10 september is verschenen. Het schort bij een aantal ministeries aan aandacht en regels voor integer werken en de monitoring daarvan. Uit een enquête van de Rekenkamer onder rijksambtenaren blijkt dat bij een vermoeden van schending van de integriteit meer ambtenaren dat niet melden dan wel. De structuur om te melden is wel in orde, met bijvoorbeeld voldoende vertrouwenspersonen, maar de cultuur niet, verduidelijkte Rekenkamer-voorzitter Duisenberg in een interview in NRC. ‘Daarbij spelen leidinggevenden een grote rol. Zij hebben een voorbeeldfunctie en moeten ook de juiste sfeer creëren, met ruimte voor tegenspraak. Uit ons onderzoek blijkt dat juist leidinggevenden daar onvoldoende steun voor ervaren van hun bazen, de ambtelijke top. Er wordt gewoon te weinig over gesproken.’ Aanbeveling: de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft te weinig zicht op hoe departementen met integriteitsbeleid omgaan en moet ‘actiever invulling geven aan haar coördinerende rol’. Structuur en cultuur rond integriteitsbeleid moeten verbeteren. Minister Uitermark van BZK belooft daaraan te werken, maar de Rekenkamer reageert in zijn nawoord bij het onderzoek zuinig: de reactie van de minister is weinig concreet en ze gaat niet in op de bevindingen bij de verschillende ministeries.
Bed bad brood
Minister Faber van Asiel en Migratie moet problemen rondom asiel oplossen maar vooralsnog komen die problemen vooral op het bordje van anderen terecht. Beeld Martijn Beekman/rijksoverheid
Minister Faber van Asiel en Migratie straalt daadkracht uit. Minder asielzoekers erin en meer eruit, is haar taak. Voor dat eerste moet volgens de minister de Spreidingswet worden afgeschaft – hoewel gemeenten daar tegen zijn – en voor dat laatste schaft ze per 1 januari aanstaande de “bed-bad-broodregeling” voor uitgeprocedeerde asielzoekers af – hoewel gemeenten daartegen zijn. Die sobere opvang is er nu in vijf grote gemeenten voor asielzoekers die niet naar hun land van herkomst terug kunnen en voorkomt zo veel mogelijk dat die asielzoekers gaan zwerven en overlast veroorzaken. De minister lijkt oorzaak en gevolg om te draaien: ze gaat ervan uit dat die opvang de reden is dat uitgeprocedeerden niet terug willen, terwijl de opvang er juist is gekomen omdat ze niet terug kunnen. De minister kondigde ook aan met een wet te komen die niet meewerken aan terugkeer strafbaar maakt; het wordt interessant welke sancties ze daarop wil stellen. De betrokken gemeenten en de VNG zijn tegen de afschaffing van de regeling. De VNG wijst erop dat mensen die zwerven onvindbaar worden voor overheidsdiensten en verwacht dat inwoners overlast en onveiligheid ervaren. Het probleem is daarmee dus allerminst opgelost, het komt alleen op het bordje van anderen terecht. Een staaltje fact free politics kortom, maar de minister heeft wel laten zien dat ze daadkracht uitstraalt.
Btw-verhoging
Het verhogen van de btw op kranten, lectuur, kinderboeken, studieboeken, musea, podiumkunsten, musicals, logies, sportwedstrijden en sportabonnementen levert volgens recente gegevens van staatssecretaris Idsinga van Financiën ruim 2,3 miljard euro op, zo’n 200 miljoen meer dan in het Hoofdlijnenakkoord was geraamd. Vijf Kamerleden van D66 wilden graag van de staatssecretaris horen waarom de btw voor dagrecreatie, bioscopen en kampeerterreinen niet omhooggaat en voor cultuur, sport en logies wel. ‘Dragen dagrecreatie, bioscopen en kampeerterreinen meer bij aan de brede welvaart in Nederland dan cultuur, sport en logies?’ Idsinga hield het vaag: er zijn ‘bredere overwegingen’ die bij dat besluit een rol spelen. De cultuursector loopt al maanden te hoop tegen de verhoging. In een recente analyse van het Cultuurfonds worden minder bezoekers en daardoor een inkomstenderving van 350 miljoen per jaar verwacht, 9 tot 12 procent van de totale inkomsten. Dat komt vooral door een opeenstapeling van maatregelen: de btw-verhoging, een korting op het Gemeentefonds, bezuinigingen op het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, aanpassing van de giftenaftrek en verhoging van de kansspelbelasting. Het effect komt als een boemerang terug bij de overheid: minder inkomsten betekent ook minder extra btw-opbrengsten. Hoeveel is niet duidelijk, het kabinet heeft geen impactanalyse van de btw-verhoging laten uitvoeren en wil dat ook niet doen, meldde de staatssecretaris in antwoord op Kamervragen. ‘Het effect van de tariefsverhoging zal worden gemonitord.’ Anders gezegd: we zien wel.
Deel dit artikel