Tekst Maurits van den Toorn
Gevangenisstraffen
Was er in het verleden jarenlang sprake van te weinig cellen, nu is het probleem te weinig personeel. De oorzaken zijn de gebruikelijke: krapte op de arbeidsmarkt, veel ziekteverzuim en uitstroom naar banen elders. Minister Weerwind voor Rechtsbescherming kondigde daarom eind vorig jaar aan dat er tijdelijk geen ‘zelfmelders’ meer worden opgesloten, dat hij korte gevangenisstraffen wil opschorten en dat meer mensen het laatste deel van hun straf met elektronisch toezicht oftewel een enkelband thuis kunnen uitzitten. De maatregelen zijn volgens de minister onontkoombaar. Ze zijn uiteraard niet enthousiast ontvangen. Slachtofferadvocaten waarschuwden – ondanks begrip voor de noodoplossingen – dat op deze manier de rechtsstaat waarin de rechter degene is die rechtspreekt wordt aangetast. De Raad voor de rechtspraak kwam met gelijkluidende kritiek. Voorzitter Henk Naves in de NRC: ‘Als gemorreld wordt aan de beslissing van de rechter, kan dat het gezag en de geloofwaardigheid van de rechtspraak beschadigen.’ Advocaat Richard Korver wees er fijntjes op dat de politiek de problemen deels zelf heeft veroorzaakt door de Wet straffen en beschermen: ‘Vroeger mocht je na twee derde weg, tegenwoordig mag je alleen de laatste 2 jaar van je straf maximaal eerder weg. Dat betekent dat er een categorie mensen is die langer blijft zitten dan voorheen en dat betekent groei van het aantal mensen.’
Formatie
Is Wilders gematigder? Beeld Shutterstock
Half maart kwam informateur Putters met de conclusie dat er een programkabinet kan komen met een regeerakkoord op hoofdlijnen. Eerder gingen de begrippen minderheidskabinet, zakenkabinet en buitenparlementair kabinet over tafel. Woordkramerij of stevenen we echt op iets nieuws af? Bekend is de uitspraak van Ruud Lubbers over regeerakkoorden die een vorm van ‘gestold wantrouwen’ zijn. Hij was zelf de kampioen van de gedetailleerde pakketten met teksten waarin alles tot in detail was vastgelegd. En nu zou er, met vier partijen c.q. partijleiders die de afgelopen maanden hebben laten zien dat er hooguit een zeer broos onderling vertrouwen is (af en toe doorbroken door schofferingen via X, voorheen Twitter), een akkoord op hoofdlijnen moeten komen? De waslijst aan punten waar afspraken over moeten worden gemaakt is lang, en de opvattingen over veel onderwerpen – denk aan stikstof, steun aan Oekraïne en de overheidsfinanciën– liggen ver uiteen. Wie durft het risico aan dat zijn of haar opvattingen uiteindelijk het onderspit delven als ze niet van tevoren haarfijn op papier worden gezet? Niemand waarschijnlijk, en dus zal het regeerakkoord toch weer veel dikker en gedetailleerder worden dan nu wordt beloofd. Dat de bewindslieden in zo’n constructie minder binding met de fracties hebben klinkt mooi, maar maakt ze ook kwetsbaar. Iemand met minder binding kun je makkelijker bestoken via X (Wilders matigt zich nu ook al niet of nauwelijks) en ook makkelijker wegsturen als hij of zij niet bevalt. Wie durft het hoofd in een dergelijke strop te steken? Zeker als er volgens de peilingen winst lonkt na nieuwe verkiezingen zullen de vingers van een of meer partijleiders jeuken om er een einde aan te maken. We kunnen net als Drees geruststellend zeggen: uiteindelijk komt er altijd een kabinet. Maar dat wil niet zeggen dat het ook een succesvol kabinet is.
Weglopende bewindslieden
De nog niet erg bekende staatssecretaris van Onderwijs, Mark Rutte, vertrok voortijdig uit het tweede kabinet-Balkenende om fractieleider van de VVD te worden. Beeld Rijksoverheid/Martijn Beekman
Zoals gebruikelijk loopt het demissionaire kabinet langzaam maar zeker leeg. Op het moment van schrijven zijn vicepremier Hoekstra, vicepremier Kaag, minister Kuipers en staatssecretaris Uslu weg. De premier vindt het ‘zeer uitlegbaar’ (hij kan moeilijk iets anders zeggen, nu hij zelf kandidaat is om SG van de NAVO te worden), maar vertrekken bewindslieden steeds vaker zodra ze hun kans schoon zien? Uit een blik op het verleden blijkt dat het iets van alle tijden is. Uit het derde kabinet-Rutte vertrokken minister Van Nieuwenhuizen en staatssecretaris Van Veldhoven voortijdig, uit het tweede gold dat voor staatssecretaris Van Dam en – toen het kabinet trouwens nog lang niet demissionair was – minister Timmermans. Uit het eerste kabinet-Rutte vertrok alleen Piet Hein Donner voor het einde om vicepresident van de Raad van State te worden. Ook uit eerdere kabinetten gingen bewindslieden voortijdig weg, zoals in 2006 uit het tweede kabinet-Balkenende de nog niet erg bekende staatssecretaris van Onderwijs, Mark Rutte, om fractieleider van de VVD te worden. Uit het derde kabinet-Lubbers (1989-1994) vertrokken maar liefst zes bewindspersonen voortijdig naar andere functies, uiteenlopend van Europarlementariër tot Commissaris van de Koningin. En nog langer geleden gingen ook uit de kabinetten-Drees weleens bewindslieden naar een functie “elders”. Maar er is wel een verschil. In die tijd gold dat het bij voortijdig vertrek altijd ging om posities op andere plekken in de (internationale) politiek. Weggaan om “gewoon” ergens anders te gaan werken, zoals Uslu en Van Nieuwenhuizen hebben gedaan, kwam niet voor. Zouden politiek en openbaar bestuur vroeger misschien meer een roeping dan een carri`erestap zijn geweest?
Handhaving en geloofwaardigheid
Het gevangenisprobleem toont de moeite die je moet doen om te handhaven en uit te voeren wat is afgesproken. Regels en wetten zijn met de beste intenties relatief makkelijk gemaakt – parlement en minister blij. Hoe het verder moet is aan anderen, ook al heet er tegenwoordig meer aandacht te zijn voor (problemen met) de uitvoering. Zie de Omgevingswet die nu in werking is getreden, maar volgens veel betrokkenen is het een kwestie van wachten waar en hoe het schip strandt. Veel regels zijn bovendien domweg niet te handhaven, zoals de lokale vuurwerkverboden. Ook hier weer de beste intenties, maar als het vuurwerk ook in deze gemeenten gewoon mag worden verkocht is het onmogelijk om te voorkomen dat het ook wordt afgestoken. En welke koper is zo braaf om voor het afsteken naar een buurgemeente te gaan? Soms zegt “het gezag” zelf al op voorhand dat het niks wordt met de handhaving. Zie, alweer wat langer geleden, de aankondiging van burgemeester Halsema in 2018 dat de gemeente Amsterdam het boerkaverbod niet zou handhaven. Het begrip voor die opstelling is afhankelijk van eenieders politieke opvattingen, maar het draagt niet bij aan de eenduidigheid of zelfs de geloofwaardigheid van het overheidsoptreden.
Gematigde groei
Zonder laagbetaalde en slecht gehuisveste arbeidsmigranten komt geen asperge meer uit de grond, geen tomaat meer uit de kas en geen kip meer uit de slachterij. Beeld Shutterstock
Een gematigde bevolkingsgroei naar 19 `a 20 miljoen mensen in 2050 is wenselijk, aldus de Staatscommissie demografische ontwikkelingen 2050. Nederland moet geen lagelonenland willen zijn, aldus de reactie van minister Van Gennip van SZW. Er moeten politieke keuzes worden gemaakt over de aantallen migranten, maar ook over economische activiteiten en de arbeidsmigranten die daarbij horen. ‘Ik vind dat we veel meer moeten kijken of economische activiteiten bijdragen aan de samenleving die we willen zijn.’ Oftewel: misschien moeten we minder laaggeschoolde migranten in de land- en tuinbouw willen en meer hoger opgeleide migranten in de zorg; ‘meer handen aan het bed’, was toch de slogan? Het is een onderwerp waarover decennialang juist geen keuzes zijn gemaakt; zelfs alleen maar praten over migratie speelde de PVV immers in de kaart en werd dus niet gedaan. Het gevolg is dat er al jarenlang zonder laag- betaalde en slecht gehuisveste arbeidsmigranten geen asperge meer uit de grond, geen tomaat meer uit de kas en geen kip meer uit de slachterij komt. En hoe ironisch: bij de afgelopen verkiezingen werd in de gemeente Westland de PVV de grootste partij, omdat er daar naar de mening van de kiezers te veel migranten zijn. Overigens probeert juist Van Gennip iets aan de problemen te doen, zie haar recente wetsvoorstel om malafide uitzendbureaus aan te pakken. Het huidige kabinet is het eens met de voorgestelde koers, maar dat is nauwelijks nog van belang. Het is relevanter wat de combi PVV, VVD, NSC en BBB vindt. Een voorspelling: arbeidsmigranten in de agrarische sector zijn lekker goedkoop, daar moet je vooral niet te veel tegen doen. De focus in de formatiebesprekingen zal dan ook vooral op asielzoekers komen te liggen. Ook een probleem, maar wel een ander probleem.
Ambtenarenprotest
Het ambtenarenprotest tegen de oorlog in Gaza houdt aan, net als de controverse over ambtelijke protesten. Naar aanleiding van Kamervragen over een signaal dat ambtenaren in november wilden afgeven naar aanleiding van de verkiezingsuitslag legde staatssecretaris Van Huffelen nog eens uit wat wel en niet mag: ‘Het demonstratierecht en vrijheid van meningsuiting zijn grondrechten die ook gelden voor ambtenaren. Artikel 10 van de Ambtenarenwet stelt hieraan slechts de beperking dat ambtenaren zich dienen te onthouden van het openbaren van gedachten of gevoelens of van de uitoefening van het recht tot vereniging, tot vergadering en tot betoging, indien door de uitoefening van deze rechten de goede vervulling van zijn functie of de goede functionering van de openbare dienst, voor zover deze in verband staat met zijn functievervulling, niet in redelijkheid zou zijn verzekerd.’ Kutsal Yesilkagit, hoogleraar bestuurskunde in Leiden, vindt het desondanks ‘niet kunnen’: individuele acties van ambtenaren in de openbaarheid kunnen het ambtelijke apparaat verzwakken, is zijn opvatting. Zijn collega Wim Voermans, hoogleraar staats- en bestuursrecht, is rekkelijker. Hij wijst erop dat bij de herziening van de Grondwet in 1983 duidelijk is vastgelegd dat de ambtenaren niet alleen als burger maar ook als ambtenaar mogen demonstreren, met als uitzondering het door Van Huffelen aangehaalde in artikel 10. Ook binnen de overheid lopen de opvattingen uiteen. Zo riepen ambtenaren vorig jaar in een brief de overheid op om meer aan klimaatbeleid te doen. Rijksambtenaren kregen daar – voor zover bekend – geen problemen mee, maar vier Friese ambtenaren die ook hadden ondertekend kregen een tik op de vingers van het provinciebestuur. Dat de ambtenaren het als privépersoon zouden hebben gedaan maakt voor de provincie niet uit.
Deel dit artikel