Geen regels maar inzicht en afspraken
Hoe help je ambtenaren om horizontaal samen te werken?
Tekst Symone Peters
Beeld Bart van Vliet
Interactief besturen, cocreatie en corealisatie van beleid hebben de toekomst, maar gaan niet vanzelf en lopen niet overal even soepel. Ambtenaren worstelen soms met de rigide systemen en ambivalente houding van bestuurders en collega-ambtenaren. Hoe kunnen we hen helpen om op integere wijze horizontaal (in maatschappelijke netwerken) samen te werken aan de oplossing van maatschappelijke opgaven? Dat was de centrale vraag tijdens het Leeratelier Integriteit van het Interdepartementaal Platform IntegriteitManagement Rijk (IPIM), een overheidsbreed samenwerkingsverband waarin op lerende en innoverende wijze nieuw integriteitsbeleid wordt vormgegeven.
‘Integriteit en ambtelijk vakmanschap zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden’
In het Leeratelier Integriteit is ‘horizontalisering’ één van de gekozen thema’s. Horizontalisering betekent in de praktijk dat de overheid meer loslaat en private partijen meer invloed geeft op beleidsontwikkeling en beleidsuitvoering. Niet alleen om het maatschappelijk draagvlak van overheidsbeleid te verhogen en een passender resultaat te krijgen, maar ook omdat de overheid voor maatschappelijke opgaven staat die zij niet alleen kan of wil oplossen. Het gaat dus om daadwerkelijk samen beleid maken en uitvoeren, en om gedeelde verantwoordelijkheid.
Dat proces blijkt soms lastig voor ambtenaren. Het dienen van ‘het publieke belang’ wordt beschouwd als de kern van hun vakmanschap. Maar door horizontaal samen te werken kan hun integriteit soms ongemerkt onder druk komen te staan. De vraag is: hoe kunnen we ambtenaren helpen om op integere wijze horizontaal (in maatschappelijke netwerken) samen te werken aan de oplossing van maatschappelijke opgaven? Welke handelingsperspectieven kunnen we hun bieden? Wat betekent de opbrengst van het leeratelier voor ons integriteitsbeleid en voor de rol en positie van de integriteitsprofessional? Hoe past dit binnen ambtelijk vakmanschap en publiek leiderschap? En welke vragen liggen er vervolgens nog open? De overheid heeft er belang bij dat in horizontale samenwerkingsverbanden integer wordt samengewerkt. De invloed op de samenwerkingspartners is echter beperkt. Als de overheid integriteit wil borgen in externe samenwerkingsverbanden, dan is het zaak om te sturen op het gedrag van ambtenaren in die samenwerkingsverbanden volgens ambtelijk bepaald integriteitsbeleid.
Symone Peters
is senior beleidsadviseur Integriteit op het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Integriteitskader
Of dit in de praktijk ook leidt tot afspraken met de samenwerkingspartners om de integriteit te borgen en op welke manier dat gebeurt, is op dit moment erg situationeel bepaald. De deelnemers aan het leeratelier benadrukken hoe belangrijk het is om het gesprek met elkaar aan te gaan binnen het samenwerkingsverband over integriteitsissues die spelen, gezamenlijke verantwoordelijkheid te creëren en transparant te zijn over de afwegingen en het proces. Het ambtelijke integriteitskader is daarbij vooralsnog het uitgangspunt. Het opstellen van (extra) regels wordt over het algemeen niet als oplossing gezien. Wel het voorlichten en eventueel trainen van de samenwerkingspartners op het gebied van integriteit.
‘Horizontale processen botsen vaak met verticale structuren’
Ambtelijk vakmanschap
Integriteit en ambtelijk vakmanschap zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Vanuit ambtelijke professionaliteit wordt integriteit vormgegeven: een professionele ambtenaar maakt integere afwegingen in zijn werk. Om integriteitsbeleid onder de aandacht te brengen en te houden zal daarom een koppeling gelegd moeten worden met de professie en het werk van de ambtenaar en moeten de integriteitsdilemma’s explicieter worden gemaakt. Dit kan door de dilemma’s die zich in het werk voordoen meer te koppelen aan de waarden integriteit en de gedragscode. In de diverse leerprogramma’s met betrekking tot horizontalisering zou ook die koppeling met de integriteitscomponent meer kunnen worden gelegd. Onze verkenning van het thema horizontalisering maakt daarnaast duidelijk dat aandacht nodig is voor competentieontwikkeling op netwerk-, proces- en communicatievaardigheden. Dit speelt zowel in beleid, uitvoering als toezicht, hoewel de focus bij het rijk vooral ligt op beleidsambtenaren omdat daar de verandering van werkwijze op dit moment het meest prominent naar voren komt.
Publiek leiderschap
Processen van horizontale samenwerking hebben vaak een grillig verloop en een ongewisse uitkomst. Bovendien kan de politieke context tussentijds veranderen. De verwachtingen van alle betrokkenen moeten daarop afgestemd zijn en het proces moet voldoende flexibiliteit krijgen vanuit de organisatie en het bestuur. Mandaat moet vooraf worden ingeregeld en tussentijds herbevestigd worden. Eisen en verwachtingen worden soms gaandeweg bijgesteld. Dit vraagt om flexibel leiderschap met voldoende ruimte én steun voor de ambtenaar.
‘Ambtenaren hebben vooral behoefte aan een concreet handelingsperspectief’
Integriteitsprofessional
De verbinding tussen het primaire proces van horizontale samenwerking en de toepassing van integriteitsbeleid is niet vanzelfsprekend gelegd en beide aspecten zullen in ontwikkeling blijven. Integriteitsprofessionals kunnen hierin een actieve rol vervullen, door te verbinden en te faciliteren.
Wringen
Tijdens het leeratelier is weinig behoefte naar voren gekomen aan aanpassing van het integriteitsbeleid, of aan een heel nieuw integriteitskader voor horizontale samenwerking. Het is echter de vraag of daarmee vanuit bestuurlijk oogpunt alle risico’s voldoende worden afgedekt en of er niet meer nodig is met betrekking tot de integriteit van de samenwerkingspartners. De overheid blijft immers medeverantwoordelijk en zal worden aangesproken op zaken die misgaan. Hoe krijg je private partners mee in het delen van die verantwoordelijkheid? Moeten er dan toch niet bepaalde randvoorwaarden worden gesteld? Private partners zijn niet betrokken in ons Leelatelier: hoe denken zij hierover?
Ook in het kader van de ontwikkeling van ambtelijk vakmanschap blijft het enigszins wringen. Ambtenaren moeten verschillende rollen kunnen vervullen en daartussen strategisch kunnen schakelen. Maar hoe doe je dat nu precies? Hoe maak je de sprong van theorie naar praktijk? Deze vragen verdienen nader (wetenschappelijk) vervolgonderzoek. ◼
Deel dit artikel