Sneller perspectief op een schuldenvrije toekomst
Gemeenten willen stoppen met pleisters plakken
Tekst Pieter Verbeek Beeld Hilbert Krane
Minister Carola Schouten kondigde afgelopen zomer een nieuwe overkoepelende aanpak voor armoede en schulden aan. Maar liefst 47 actiepunten moeten mensen helpen om niet verder in de problemen te komen door hoge energieprijzen, inflatie en schulden. In de uitvoering is een grote rol weggelegd voor gemeenten. Hoe kijkt de VNG tegen de nieuwe aanpak aan?
Gert-Jan Bakker en Edith van Ruijven willen inwoners een perspectief bieden op een schuldenvrije toekomst
‘Het hele stelsel is best wel problematisch’
Met de brede meerjarige aanpak Geldzorgen, Armoede en Schulden wil het kabinet geldzorgen beter voorkomen, het aantal mensen in armoede en schulden substantieel terugdringen en de bestaanszekerheid van alle Nederlanders versterken. De aanpak is de opvolger van de Brede Schuldenaanpak. Veel van de actiepunten in het plan liggen op lokaal niveau. Zo moeten er lokale allianties komen tussen publieke en private partijen om armoede in gezinnen tegen te gaan en komt er een waarborgfonds waarmee gemeenten de schulden van andere schuldeisers kunnen overnemen. Een schuldpauzeknop moet mensen helpen om uitstel van betaling te krijgen, en er komen extra middelen beschikbaar om schuldhulpverlening aan zelfstandigen te verbeteren. Ook stelt het kabinet extra geld beschikbaar voor vroegsignalering van schulden om betalingsachterstanden te voorkomen. Stelselverandering Gert-Jan Bakker, manager bestaanszekerheid en belangenbehartiger bij de VNG, is blij met de aanpak, maar mist nog wel een langetermijnvisie. ‘Natuurlijk werken we mee aan de 47 actiepunten, maar we denken dat er meer nodig is. Het doel moet zijn dat de basis voor inkomens goed is en dat de kosten van wonen en energie zo in de hand gehouden kunnen worden dat mensen veel minder in de problemen komen. Dan heb je eigenlijk voor de komende 10 jaar best grote veranderingen nodig in Nederland. Het hele stelsel is best wel problematisch. Daarom moeten we het ook op de lange termijn ombouwen.’ Een voorbeeld van hoe het anders zou moeten is volgens Bakker de kinderopvangtoeslag. ‘Die zou direct moeten worden betaald door het rijk en niet via de portemonnee van de inwoners.’ Ook het minimumloon moet volgens Bakker op een niveau komen dat je ervan rond kunt komen. ‘We moeten de basis op orde krijgen zodat het aantal huishoudens met problematische schulden of het risico daarop (1,4 miljoen huishoudens, red.) kleiner wordt. Dat is ons grote doel voor de komende 10 jaar. Zo’n stelselverandering doe je niet in een kabinetsperiode. Natuurlijk moeten we nu op korte termijn een tandje bijzetten, maar we missen bij deze aanpak een langetermijnperspectief. We vinden het jammer dat het kabinet die niet biedt. De acties uit deze aanpak zijn heel goed bedoeld, maar zijn wel een beetje pleisters aan het plakken. We willen heel graag ambitie die over de kabinetsperioden heen gaat.’
Vroegsignalering Naast de stelselverandering is ook vroegsignalering een belangrijk punt voor Bakker. ‘Vroegsignalering is het allerbelangrijkste. Als je snel signalen krijgt wanneer mensen een beetje in de problemen komen, kun je er op tijd bij zijn om hen te helpen en voorkom je serieuzere problemen. Het begint er vaak mee dat de zorgrekening niet wordt betaald. Daar stoppen mensen als eerste mee omdat je in Nederland toch wel gebruik kunt maken van zorg.’ Dankzij de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) mogen gemeenten dat soort signalen gebruiken om actie te ondernemen. De ambitie van Bakker is dat ze dat sneller gaan doen. ‘Bijvoorbeeld even op huisbezoek, of een briefje door de deur doen of even bellen in plaats van de bekende formele brief sturen. Dat willen we intensiever gaan doen in gemeenten.’
‘Het is fijn dat we signalen kunnen delen’
Signalen delen Edith van Ruijven, programmamanager Verbinden Schuldendomein bij VNG, vult aan: ‘Daarom is het zo fijn dat professionals en organisaties signalen goed met elkaar kunnen delen, zodat je weet wie de meeste problemen heeft. Welke signalen moet je snel oppakken, en welke kunnen nog wel even wachten?’ Volgens Van Ruijven kloppen inwoners pas bij de gemeente aan als hun schuld gemiddeld is opgelopen tot 40.000 euro, met minstens 13 schuldeisers en pas na 5 jaar. ‘Maar hoe eerder je actie onderneemt, des te eerder ben je klaar. Bovendien scheelt het enorm aan uitvoeringskosten. Een schuld van 25.000 euro kan bijvoorbeeld wel 125.000 euro aan uitvoering kosten om de schuld op te lossen. Maar het belangrijkste is dat er sneller perspectief is op een schuldenvrije toekomst.’
Ict op orde Alleen ligt daar nog de uitdaging om de ict op orde te krijgen, stelt Van Ruijven. ‘Bij gemeenten is de Wgs al anderhalf jaar van kracht, maar we kunnen die nog niet volledig uitvoeren. Nog niet alle ict is gereed of toegankelijk voor private partijen die voor gemeenten schuldhulpverlening uitvoeren. Dit is typisch een voorbeeld waarbij je zo een paar jaar verder bent. Dat geldt voor alle initiatieven waarbij ict een rol speelt.’ Dat geldt niet voor de andere actiepunten, zoals financiële educatie. ‘Dat is een maatregel waar ik blij van word,’ legt Bakker uit. ‘Financiële educatie past volgens mij ook echt in het plaatje van een langdurend systeem waarin je voorkomt dat mensen in armoede komen. Jongeren krijgen dan niet alleen op school een les maatschappijleer, maar ook eentje over hoe ze moeten omgaan met geld.’
Bedenkingen Toch heeft Bakker ook bedenkingen bij de plannen van minister Schouten. ‘Waar ik een beetje bang voor ben is dat we erg op deze maatregelen gaan focussen. Op financiële educatie na gaan ze allemaal over reparatie. Terwijl je eigenlijk meer aan de voorkant zou moeten ingrijpen. Voorkom nou dat het financiële systeem altijd via de portemonnee van de inwoner gaat. In plaats van mensen uit de put te halen moeten we zorgen dat ze niet in de put vallen. Daarvoor is bij gemeenten een hoop energie aanwezig. Maar we moeten ook zuinig zijn met onze professionals. Die hebben meer baat bij langetermijnprogramma’s.’ ◼
Deel dit artikel