Wees niet bang voor ambtelijk activisme
Ambtenaren hebben verschillende loyaliteiten
Tekst Dave Schut Beeld Peter Franken
Elkaar de waarheid vertellen, terwijl je elkaar vasthoudt. En tenzij het echt niet anders kan: dan pas zoek je als ambtenaar de publiciteit op. Erik-Jan van Dorp van de Universiteit Utrecht schetst een actueel beeld van ambtelijke loyaliteit.
Erik-Jan van Dorp: ‘Ambtenaren zijn echt geen jaknikkers’
‘Tegenspraak is een mix van persoon- lijke en professionele opvattingen’
Als universitair docent bestuurskunde doet Van Dorp al jaren onderzoek naar het werk van topambtenaren. ‘Ik ben geïnteresseerd in de manier waarop topambtenaren omgaan met politici. De keuzes die ze maken in samenwerking met bijvoorbeeld ministers of wethouders.’ Om meerdere redenen is tegenspraak hierbij van belang, zegt Van Dorp. ‘Allereerst: beleid wordt er beter van. Plannen die leuk klinken, maar die geen realistische basis hebben, vallen af als iemand kritiek levert. Daarnaast is het goed dat ideeën van bewindspersonen niet klakkeloos worden uitgevoerd. Niet elk idee kan, of mag, of is proportioneel.’
Voorrecht Van Dorp is betrokken bij De top kijkt om, een productie van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties waarin oud-ministers en -topambtenaren worden geïnterviewd (te vinden op de Detopkijktom.nl). ‘Ook Hans Borstlap, oud-directeur-generaal van SZW en OCW komt aan het woord. Die zegt dat je als ambtenaar een minister tegenspraak moet gunnen. Het is een voorrecht om te worden tegengesproken. Dat vind ik een prachtig citaat.’ Gelukkig komt tegenspraak al veel voor. ‘Mijn beeld is dat het aan de lopende band gebeurt. Ambtenaren zijn echt geen jaknikkers. Dat zag je recent ook bij de Algemene Politieke Beschouwingen toen de asielnoodwet werd besproken. Ambtenaren zeggen: dat is niet zo’n verstandig idee. Toch is het lang niet altijd gemakkelijk. Er zijn genoeg bestuurders die zeggen: wees kritisch. Maar zodra ambtenaren dat doen, is er geen ruimte voor, of is het niet de juiste timing.’
Zelf politicus worden Tegenspraak en loyaliteit sluiten elkaar op geen enkele manier uit, zegt Van Dorp. ‘Loyaliteit is de norm. Het uitgangspunt. Dat staat ook niet ter discussie. Ambtenaren hebben de taak om de ideeën van bestuurders om te zetten in beleid. Maar als er praktische bezwaren zijn, dan noem je die.’ Dit kunnen ook gewetensbezwaren zijn. ‘Dan is er een legitiem besluit, maar als individuele ambtenaar kun je er niet aan meewerken. Vanuit je religie, of door een andere overtuiging. Ook dat kan een goede reden zijn.’ Van Dorp zegt er meteen bij dat niet iedere mening even zwaar telt. ‘Alle ambtenaren hebben eigen opvattingen. Die delen ze ook wel, maar ze zijn niet leidend. Ze weten: ik ben niet degene die bepaalt. Je moet als ambtenaar bereid zijn om met andersdenkenden te werken. Als je bij elke afwijkende mening ook ander beleid wilt, moet je zelf politicus worden.’
Eigen waakzaamheid Toch roept Van Dorp ambtenaren op om die afwijkende mening wel te delen. ‘Dat helpt om argumenten te bespreken en overtuigingen scherper in kaart te brengen. Tegenspraak is dus een mix van persoonlijke en professionele opvattingen.’ Hier ligt ook een verantwoordelijkheid voor leidinggevenden, zegt hij. ‘Een veelgehoorde klacht van ambtenaren is: ik lever tegenspraak, maar word niet gehoord. Het is lang niet altijd de bestuurder die dat veroorzaakt. Soms al de eerste manager.’ Bestuurders raadt hij aan zich bewust te worden van hun eigen waakzaamheid. ‘Je voelt je gauw onzeker, kwetsbaar, als bestuurder. Dat is niet voor niets. Er is altijd wel iemand die het op jouw positie gemunt heeft. De reflex bij kritiek is dan: ik ben het er niet mee eens. Omdat je je bedreigd voelt, kap je iemand meteen af.’
Waarheid Van Dorp vat zijn idee van loyaliteit als volgt samen: ‘Je vertelt elkaar de waarheid, ook als dat niet goed uitkomt, maar je houdt elkaar tegelijkertijd vast. Ik kan me voorstellen dat je je als topambtenaar verzet tegen een opdracht waarvan je weet: dit stuurt mijn organisatie de mist in. Straks zijn we jarenlang bezig een systeem op te tuigen dat niet werkt.’ Al plaatst hij ook hier weer een nuance. ‘Het is natuurlijk belangrijk dat het bestuur de ruimte krijgt om dingen te veranderen. Ambtenaren kunnen ook een blinde vlek hebben. Misschien heeft dit bestuur wel betere plannen dan het vorige bestuur, daar moet je voor openstaan.’ Van Dorp roept politici op vooral niet bang te zijn voor ambtelijk activisme. ‘Demonstraties springen het meest in het oog. Denk aan XR Ambtenaren (Extinctionrebellion.nl/community/xr-ambtenaren), dat zich aansluit bij protesten voor een beter klimaatbeleid. Of de staking bij Buitenlandse Zaken in verband met de situatie in Gaza. Maar er zijn ook andere vormen. Petities die intern rondgaan bij gemeenten en uitvoeringsorganisaties. Een brandbrief van topambtenaren.’
‘Of activisme terecht is, is vaak in the eye of the beholder’
Moreel appel ‘Naar buiten treden is niet de eerste stap,’ gaat hij verder. ‘Dat is een spannend gebied. Al is het ook weer niet zo zwart-wit als het soms lijkt, want de ambtenaren voor Buitenlandse Zaken staken slechts een halfuurtje per week, verder doen ze gewoon hun werk. Het is vooral een moreel appel. Ambtelijk activisme is spannend omdat het duidelijk maakt dat ambtenaren verschillende loyaliteiten kunnen hebben. Loyaliteit aan de bestuurder, maar ook aan de Grondwet, of aan de inwoners van Nederland.’ Voor onderzoeker Van Dorp zijn dit interessante tijden. ‘Ik ben ontzettend benieuwd hoe we hier later op terugkijken. Is dit een blijvende ontwikkeling, of is het iets tijdelijks, vergelijkbaar met de weigerambtenaren die niet wilden meewerken aan het homohuwelijk? Of activisme terecht is, is vaak in the eye of the beholder. Eigenlijk weten we pas over meerdere jaren of de huidige activistische ambtenaren een goed en wezenlijk punt hadden, zoals we ook pas later wisten wat het memo-Palmen betekende in de toeslagenaffaire. En waarvan we achteraf zeggen: hadden we maar meer van zulke ambtenaren gehad. Daarom is het verstandig om niet nu al hard te oordelen.’ ◼
Deel dit artikel